Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

22 september 2019

Gemeente van Jezus Christus,
Vóór alles vraag ik u voor alle mensen te bidden, zo lezen we in het tweede hoofdstuk van de brief aan Timoteüs. Een stevige, maar tegelijk ook brede oproep. Voor alle mensen mag er gedankt, gesmeekt en gebeden worden. In de kerk is het een mooi gebruik om voorbede te doen voor mensen die wel wet steun en kracht kunnen gebruiken. Maar de schrijver trekt de cirkel breder: bid voor iedereen. Je hoeft iemand niet eerst te vragen of hij gelooft. Bidden of danken mag altijd en voor iedereen.
De tekst gaat verder. Na de oproep om voor alle mensen te bidden worden er een aantal mensen in het bijzonder genoemd. ‘Bid voor alle koningen en allen die over ons gesteld zijn, opdat we ongestoord en rustig mogen leven’ zo gaat de tekst verder. Bid voor politici en regeringsleiders zo zou je deze oproep kunnen lezen. Misschien is het niet een onderwerp waar we dagelijks bij stil staan, maar dat wel past op de zondag na Prinsjesdag en de algemene beschouwingen.
Het is deze tekst ui 1 Timoteüs die verschillende kerken in Den Haag ertoe heeft geïnspireerd om nu al weer 19 jaar in de week voor Prinsjesdag een Kroonbede te houden. Een kerkdienst waarin gebeden wordt voor de politiek, de politici, de stad en voor de multiculturele samenleving. Een dienst waar politici voor worden uitgenodigd en waar elk jaar een thema wordt besproken. Dit jaar was dat het thema ‘vrijheid’. Ik heb er nooit zelf aan meegewerkt in de tijd dat ik predikant was in Den Haag, maar diverse van mijn collega’s wel.
Bidden voor de politiek lijkt wat ouderwets. We kunnen er aarzeling bij voelen, want wie zijn wij om ons te ‘bemoeien’ met dat soort zaken? Kerk en staat zijn immers gescheiden. De tijd dat de kerk een machtsinstituut was, waardoor er allerlei zaken door elkaar liepen, ligt achter ons. Moeten we ons niet bij ons eigen terrein houden?
Maar staat bidden dan gelijk aan ‘je bemoeien met’ of getuigt ons gebed van een actief meeleven met de mensen die wij gekozen hebben om ons te leiden? Een taak die niet altijd makkelijk is.
Eerlijk gezegd benijd ik de politici niet als ik nadenk over de consequenties die hun werk heeft voor hun persoonlijke leven. Ik vind het soms al lastig om alle verschillende ballen in de lucht te houden. Hoe moet dat zijn voor een politicus die in Den Haag werkt, daar lange dage maakt en een gezin elders in het land heeft? Niet voor niets zijn er in het afgelopen jaar verschillende politici geweest die om die reden gestopt zijn met hun werk.
Daarnaast dragen ze in hun werk veel verantwoordelijkheid. Meestal hebben de keuzes die zij maken gevolgen voor vele mensen. Dat geldt zowel voor de mensen in de landelijke, als in de plaatselijke politiek. Belangen kunnen heel tegenstrijdig zijn en hoe weet je dan wat juist en goed is om te doen? Hoe ga je om met de macht die je hebt? Hoe houd je de bezieling vast waarmee je ooit aan zo’n taak begonnen bent?
Het gebed waar de schrijver van de brief aan Timoteüs toe oproept is denk ik veel meer bedoeld als een ‘steun in de rug’ dan als een ‘bemoeien met’. Welke politicus kan er niet een goede portie wijsheid, moed en empathie gebruiken in het werk? Zelfs koning Salomo vroeg aan God, toen hij alles kon krijgen wat hij wilde, om een opmerkzame geest zodat hij kon onderscheiden wat goed en kwaad is. Kennelijk vond hij dat hij dat het meeste nodig had om een goede koning te zijn voor zijn volk, zodat zij in vrede konden leven.
Datzelfde visioen staat de schrijver van onze brief voor ogen. De gemeente moet bidden voor de mensen die over hen zijn aangesteld, zodat de leden van de gemeente rustig, ongestoord en waardig kunnen leven. Hier klinkt een verlangen naar Gods koninkrijk in door. Naar een wereld waarin voor iedereen de leefomstandigheden goed zijn. Best een groot verlangen in een tijd waarin de christenvervolgingen opkwamen en er van rust en veiligheid dus lang niet altijd sprake was.
Sinds die eerste eeuwen na christus is de wereld grondig veranderd. Machthebbers zijn gekomen en gegaan, de een beter dan de ander. Maar als we kijken naar de wereld waarin wij leven, dan zien we dat het nog steeds een uitdaging is om die rust en waardigheid voor iedereen te garanderen. Gelukkig kennen wij komend jaar al 75 jaar vrede en vrijheid. Aan de andere kant lezen we nog steeds over vluchtelingen die in erbarmelijke omstandigheden leven omdat fort Europa gesloten voor ze blijft. Het lijkt wel alsof de wapens weer worden gesmeerd en spanningen toenemen.
Dat gebed voor politici en machthebbers is volgens mij nog steeds hard nodig. Dat kan dan een gebed om wijsheid en bezonnenheid zijn. Maar misschien ook een gebed om de moed om de dingen op een eigen wijze te zien en te doen.
Dat ideaal van een waardig leven in vrede voor iedereen, dat is namelijk nog steeds revolutionair materiaal. Om dat te realiseren blijkt keer op keer dat de wereld op zijn kop moet. Daar is niet iedereen blij mee. In talloze verhalen probeert Jezus uit te leggen dat geld, goed en macht er niet toe doen, dat de kleinste de grootste is en dat de persoon die niet meetelt de belangrijkste blijkt te zijn.
Soms probeert Jezus tot zijn publiek door te dringen met shockerende verhalen. En één daarvan hebben wij vandaag gelezen. Jezus vertelt een gelijkenis over een rentmeester die ervan wordt beschuldigd het geld van zijn meester er doorheen te jagen. Als hij hoort dat hij ontslagen wordt, roept hij de schuldenaars van zijn heer bij zich en scheldt hij een substantieel deel van hun schuld kwijt. Waarschijnlijk in de hoop dat ze hem na zijn ontslag gunstig gezind zijn.
Het vervelende aan dit verhaal is dat het van geen kant klopt. Want waarom vertelt Jezus dit verhaal? Waarom lijkt die rentmeester opeens de held van het verhaal te zijn? Het klopt toch niet wat hij doet, want hij benadeeld zijn meester? Hoe valt dit verhaal te rijmen met de betrouwbaarheid waar een paar verzen later de nadruk op wordt gelegd? Welke uitleg je er ook aan geeft, het blijft wringen.
Misschien is dat precies Jezus’ bedoeling met dit verhaal. Een verhaal om op te schudden en wakker te roepen. Juist omdat het koninkrijk van Gods vrede zo totaal anders is dan onze wereld. Het gaat daar helemaal niet over hoe rijk je bent of niet. Misschien is dat wel de humor van het verhaal. Dat de rentmeester beschuldigd wordt van het over de balk smijten van het geld van zijn baas en er dan vervolgens nog een schepje bovenop doet. Het maakt nu toch niet meer uit…
In het vervolg vraagt Jezus zijn leerlingen om op hun eigen wijze in het leven te staan, met hun eigen visioen voor ogen. Ze mogen geld en goed gebruiken om goed te doen in de wereld. Dan moeten ze wel blijven bedenken dat de onrechtvaardige mammon, dat wil zeggen al het materiële, hún dienaar moet zijn en niet andersom.
Dat visioen van recht en waardigheid voor ieder mens, van een leven in vrede voor iedereen, vraagt om eigenwijze mensen om dat levend te houden. Een goed voorbeeld daarvan kwam ik tegen in het Pax magazine voor de vredesweek.
Natascha van Weezel, dochter van Max van Weezel, schrijft daarin over haar persoonlijke ervaringen. Hoe ze door haar standpunten over de oorlog in Gaza en de vluchtelingenproblematiek veel kritiek te verduren kreeg. Vooral vanuit haar eigen kring. Zij schrijft: ‘Weer werd ik hierom tijdenlang bedreigd. Ik voelde me eenzaam en ban, raakte mijn onbevangenheid kwijt. Moest ik voorlopig mijn mond houden? Wat het niet beter dat ik mijn excuses aanbood aan de joodse gemeenschap en me weer volledig achter hen schaarde? Dat wilde ik helemaal niet, want ik stond nog steeds achter mijn eigen mening. Mezelf verloochenen leek weliswaar makkelijker, alleen wie schoot daar iets mee op? Het was mijn vader, Max van Weezel, die me op dat moment een les bijbracht die mijn leven voor altijd heeft veranderd: ‘als twee extreme kanten boos op je zijn, doe je het precies goed.’
Het is voor mij een goed voorbeeld van positieve eigenzinnigheid. Vrede, rechtvaardigheid en waardigheid vraagt om moedige mensen die eigenzinnig durven te zijn. Mensen die de moed hebben om andere zaken belangrijk te vinden dan de wereld om hen heen. Het vraagt om mensen die over grenzen heen durven stappen om zo verbindingen te leggen waar dat onmogelijk lijkt. In die moed en wat daardoor tot stand kan komen zien wij kleine stukjes van dat koninkrijk van God.
Dat brengt mij weer bij die woorden uit de brief van Timoteüs. Bid voor alle mensen. Niet alleen politici en machthebbers kunnen ons gebed goed gebruiken. Aan een ieder van ons is de opdracht om het visioen van een rijk van recht en vrede voor ogen te houden bij wat we doen en wat we belangrijk vinden in ons leven. Dat is nooit makkelijk geweest en dat zal het nooit worden ook. Daarvoor is het te anders, te revolutionair. Om aan dat visioen vast te kunnen houden hebben we elkaars gebed om kracht, doorzettingsvermogen en moed heel hard nodig. Bid dan voor alle mensen.
Amen