9 juni 2019
Gemeente van Jezus, lieve mensen,
Aan het begin van deze preek heb ik een opdracht voor jullie.
Ik heb de eerste vier verzen van het Pinksterverhaal op de beamer laten zetten.
Lees ze nog eens en bespreek met wat mensen in je omgeving welke zintuigen er allemaal worden aangesproken in deze vier verzen.
De komst van de heilige Geest
21Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
Is jullie wel eens opgevallen dat Pinksteren een heel zintuiglijk feest is?
Er valt wat te horen, want de wind die waait die hoor je. Wind hebben we genoeg gehad de afgelopen week. Terwijl ik deze preek schreef hoorde en zag ik die voor mijn raam langs suizen.
Er valt waarschijnlijk wat te voelen, want wind kan je op je huid voelen. Als je er bijvoorbeeld zachtjes overheen blaast. En die vlammen, zullen die geen warmte afgeven?
Er valt wat te zien, want die vlammen zullen zichtbaar geweest zijn. En er staat dat ze zich verspreiden over de aanwezigen. Dat zijn niet alleen de 12 discipelen van Jezus, maar een grotere kring van zijn volgelingen. Allemaal delen ze in die hemelse vlammen die zich verspreidden.
Er valt nog meer te horen, want opeens kunnen de volgelingen van Jezus, die veelal ongeletterde mensen zullen zijn geweest, spreken in allerlei vreemde talen. Dat is zo bijzonder dat zelfs de mensen buiten het huis meekrijgen dat daar iets bijzonders gaande is.
Als je dit tot je door laat dringen, dan wordt opeens voelbaar wat voor wervelstorm het daar in dat huis geweest moet zijn. Er valt zoveel te zien, te horen en te voelen dat de vrienden van Jezus niet geweten zullen hebben wat hen overkwam.
Dat kan een eind afstaan van hoe wij vandaag de dag Pinksteren beleven. Als ik hier een ronde door de kerk zou maken, dan zouden de geluiden waarschijnlijk heel gemengd zijn.
De één heeft veel met Pinksteren en met de Geest. Zoals ik in het kerkblad al schreef is het voor mijzelf een belangrijk feest. In mijn leven en mijn werk zou ik niet zonder de kracht en de inspiratie van de Geest kunnen.
Vele anderen zouden waarschijnlijk aangeven het moeilijk te vinden. Omdat de Geest zo abstract is. Bij Kerst en het kindje in de kribbe, kan je je makkelijk wat voorstellen. Bij Pasen lukt dat waarschijnlijk ook nog wel. Maar wat moet je denken van de Geest? Hoe leg je uit wat de Heilige Geest is?
Je kan een antwoord op die vraag proberen te krijgen door van alles over de Geest proberen te bedenken. Door er een logisch vraagstuk van te maken, dat je al denkend probeert op te lossen. De eerste verzen van het Pinksterverhaal wijzen ons een andere weg die we kunnen bewandelen. Al die fenomenen die de zintuigen aanspreken vertellen ons dat de Geest van God een kracht is die we kunnen voelen en ervaren.
Wat waren momenten van verwondering in je leven? Wanneer heb je iets gevoeld waarbij je dacht: verklaren kan ik het niet, maar het is mooi of goed wat er gebeurt? Wanneer ging de wind in je leven waaien? Wanneer werd je in vuur en vlam gezet?
Zou het kunnen dat je op die momenten iets van Gods Geest in jouw leven op het spoor bent gekomen?
Marijke Koijck heeft hierover geschreven:
Onzichtbaar zo als adem is
Woont Gods Geest in ons midden
Als levenskracht die bouwt en bruist
En zichtbaar maakt wat in ons huist
Aan leven, liefde, zingen.
Als wind die waait waarheen hij wil
Is Gods Geest daar aanwezig
Waar mensen voor Haar openstaan
Door Haar gestuwd de weg opgaan
Van ruimte, recht en vrede
Bruisen, bouwen, zichtbaar maken, op weg doen gaan. Het zijn allemaal actieve werkwoorden. Ze doen iets met je. Er gebeurt iets. Zo spreekt Marijke Koijck in haar gedicht over Gods Geest.
Het sluit heel mooi aan bij hoe er in de hele Bijbel over die Geest wordt gesproken. De Geest die waait, die doet ontvlammen en doet spreken in het verhaal van Handelingen. In andere Bijbelteksten kunnen we lezen hoe de Heilige Geest zal troosten en dat ze de woorden zal geven om te getuigen. Ze helpen, tot God voor de mensen bidden, Zij zal in herinnering brengen wat Jezus geleerd heeft, De Geest zal de weg wijzen.
In het Pinksterverhaal lezen we hoe de Geest de leerlingen van Jezus in beweging zet. Na al die wervelende gebeurtenissen in het huis vertelt het verhaal hoe de mensen in de stad verwonderd zijn. Zij hebben het gehoord en gezien en vragen zich af wat het kan betekenen. Vervolgens neem Petrus het woord en houdt een bezielde speech over God en Jezus. Het verhaal eindigt met de mededeling dat er die dag 3000 mensen zich lieten dopen. Al die mensen hebben iets gezien of gehoord, iets ervaren van God.
Vandaag zijn er hier twee dopelingen. Jullie laten je kind dopen omdat jullie zelf iets ervaren hebben van God en zijn Geest en je kind daarin willen laten delen. Je kan het misschien niet eens helemaal verklaren, maar de ervaring is er. Jullie willen Juliët en Tijmen laten delen in de ervaring van Gods liefde voor het leven.
Het klopt dat de Geest van God behoorlijk ongrijpbaar is. Het is heel anders dan bijvoorbeeld Jezus bij wie we ons veel kunnen voorstellen bij wat Hij gedaan en gezegd heeft. De Geest komen we op het spoor door te zoeken naar wat ze wil doen in óns leven. Ze is de actief werkende kracht waarmee God in ons leven aanwezig wil zijn. Zoals in het experiment dat ik met de kinderen deed de lucht de ballon opblies en de lucht in deed gaan. Zo wil de Geest ons troosten en bijstaan op de momenten dat we dat nodig hebben, of juist stimuleren en in beweging zetten.
De Geest van God is een doener. Daarin komen we haar op het spoor.
Om dit tastbaar te maken heb ik voor iedereen vanochtend een ballon mee genomen. Neem er een en stel je voor dat die ballon je leven is. Waarmee wil jij gevuld worden? Is dat inspiratie, liefde, geloof, troost of bezieling? Of denk terug aan een bijzonder moment in je leven, waarop je iets voelde dat er iets ging waaien of stromen in jouw leven. Blaas de ballon dan op, terwijl je daar aan denkt. Als een stil gebed of een dankbare herinnering.
Bedenk dan terwijl we hem vullen met onze eigen adem, dat God beloofd heeft dat hij met zijn levensadem in ons leven aanwezig wil zijn als een stimulerende, troostende of motiverende kracht. Het is een levenskracht die in ons bouwt en bruist en zichtbaar maakt wat er in ons huist.
Dat deze ballonnen een feestelijke en kleurrijke herinnering mogen zijn aan die God die door zijn Geest soms misschien wel dichterbij is dan we denken of vermoeden.
Amen