Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

30 juni 2019

Gemeente van Jezus Christus,

Jezus moet toch dat verhaal over Elia en Elisa hebben gekend.
Dat verhaal waarin Elisa wordt geroepen,
en met Elia meegaat,
nadat Elia hem de gelegenheid geeft om afscheid te nemen
van zijn vader en moeder.
“Doe wat je wilt, zegt Elia,
ik dwing je nergens toe.”

Maar waarom reageert Jezus dan vandaag zo anders?
“Mag ik eerst mijn vader begraven, vraagt iemand,
en u dan volgen?”
Geen gekke vraag, lijkt me. Geen vreemd verzoek.
“Laat de doden hun doden begraven”, zegt Jezus.
Waarom niet ook zeggen, zoals Elia dat deed: dat is oke,
geen probleem, doe wat je wilt,
ik dwing je nergens toe?

Ik vraag me af hóe Jezus het heeft gezegd.
Heel fel of juist gelaten of
misschien wel bitter?
We weten het niet.

Net voordat Jezus deze uitspraken doet
lezen we hoe hij een Samaritaans dorp wil bezoeken,
maar de dorpelingen willen hem niet ontvangen.
De leerlingen zijn daarover verontwaardigd:
“Zullen we vuur uit de hemel op hen afroepen,
dat hen zal verteren?” Roepen ze.
Maar Jezus wijst hen streng terecht,
en vervolgt zijn weg naar een ander dorp.
Schud bij wijze van spreken het stof van zijn sandalen.

Onderweg naar dat andere dorp volgen
dan die gesprekken met mensen,
die willen aanhaken,
die hem wél willen volgen.
“De een zegt dus: Laat me mijn vader eerst begraven,
een ander zegt: ik wil eerst van mijn huisgenoten afscheid nemen,”
en steeds die heftige antwoorden van Jezus:
laat de doden de doden maar begraven,
en
wie achterom blijft kijken is niet geschikt voor het koninkrijk.

Iemand zegt: “ik wil u volgen waarheen u ook gaat.”
En dan zegt Jezus:
“Vossen hebben holen, vogels hebben nesten,
maar de Mensenzoon,
waarmee Jezus op zichzelf doelt, kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.”

In de tekst lezen we dat het einddoel van Jezus reis
Jeruzalem is.
En dat de reden dat Jezus niet welkom is in dat Samaritaanse
dorp is
omdat hij richting Jeruzalem gaat.
Vreemde reden misschien om iemand te weigeren?

Wij weten wat er in Jeruzalem zal plaatsvinden,
Jezus zal sterven.
De finale van een leven in liefde eindigt aan het kruis.
Jeruzalem is toch de stad van de vrede.
Wat is er dan vredig aan sterven?

Toch gaat Jezus steeds weer op weg.
Hij leeft met
met missie die groter is dan hijzelf, een roeping van God,
Een boodschap van liefde:
Dat alles waarvoor we in dit leven geroepen zijn
is om lief te hebben, zoals God liefheeft.
In vrijheid.
Daarin zijn geen verplichtingen,
geen voorwaarden,
geen ik doe dit voor jou zodat jij dat voor mij doet,
deze liefde is gratis,
is genade,
is de bron van leven.
Zo lief te hebben is een uitnodiging.

Zo gaat Jezus door het leven:
liefde doorgevend, die hij van God ontvangt.

Vossen hebben holen, vogels hebben nesten,
maar ik ben de zoon van alle mensen,
voor alle mensen,
ik ben nergens en ik ben overal thuis.
Mijn ziel is geworteld in God.

Wat als wij dat ook zo zouden kunnen gaan zeggen:
ik ben overal thuis,
want mijn ziel is geworteld in God.
Ook ik wil zo’n doorgeefluik zijn van liefde.

In Jeruzalem zal Jezus sterven.
En hij zal opstaan.
Navolging van Jezus betekent dat ook wij
in ons eigen leven zullen sterven.
En daarmee bedoel ik:
Dat je soms oude manieren in jezelf moet achterlaten,
die heel ingewikkeld zijn om achter te laten.
Dat je door moeilijke periodes heen moet gaan,
om er aan de andere kant weer uit te komen,
als herboren.
Dat je achter je mag laten alle koorden
die je nog vasthouden aan het verleden,
waarmee je jezelf gevangen houdt.
Dat je mag loslaten wat mis is gegaan,
alles wat je fout hebt gedaan
of zelfs alles wat allemaal goed is gegaan.
En dat alles om nog meer open
te komen,
nog meer ruimte voor God.

Dan ben je vrij om lief te hebben,
om de liefde zelf.
Puur omdat dat is waarvoor wij geroepen zijn,
om daarin vrij te zijn
en dat door te geven
aan anderen,
die we zien worstelen.

Geen wonder dat Jezus aangeeft hoe moeilijk dat is.
Zelfs voor Jezus was het bij tijd en wijle moeilijk,
om geloof te houden dat deze weg de juiste is,
omdat je denkt dat het een doodlopende weg is,
een te moeilijke weg, die eindigt in het kruis.
En dat het ons veel moeite zal kpsten,
en alles van ons zal vragen,
om die weg in het vizier te houden.
Om in de meest ingewikkelde situaties in ons eigen leven.
Dat er situaties zullen zijn in ons leven waarin het makkelijk is
om weg te duiken, om dingen niet aan te gaan,
of om wraak te nemen, te vergelden wat je tekort bent gekomen,
En met al onze kluwen blijven we in elkaar zitten
en vast zitten
en de liefde stroomt niet,
hangt aan elkaar van voorwaarden.
Al dit is evenzo menselijk,
en helemaal niet vreemd,
en daarom is het zo’n uitdaging om
te blijven kijken naar: maar wat is de weg van de liefde,
en wat is de liefde.
Te zeggen: ik ben bang, ik ben boos, ik ben verdrietig,
en toch ga ik verder op deze weg.
Naar de stad van de vrede.
Dan is onze ziel vrij.

Dit alles wist Jezus.
Van de moeite die het kost.
En toch nodigt hij ons steeds weer uit.
Vandaag en alle dagen die nog gaan komen.
Amen.