Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

10 maart 2019

Gemeente van Jezus Christus,

Hij ging de weg zo eenzaam zongen wij net. De weg tot in Jeruzalem. Vandaag, tijdens de eerste zondag van de veertigdagentijd, staan we aan het begin van die weg. We zijn nog lang niet in Jeruzalem. Nee, we beginnen net en dat doen we met Jezus in de woestijn.
De woestijn waar zoveel gebeurt in de Bijbel. Profeten die er op de vlucht zijn voor God en dan juist God ontmoeten. Een volk dat er 40 jaar rondtrekt, God ontmoet en vaak God kwijt raakt. In de woestijn komt het er op aan.

Hij ging de weg zo eenzaam. Dat was in Jeruzalem zo, waar niemand Jezus kon volgen op de weg die hij ging. Zelfs zijn vrienden niet. Maar Jezus’ weg begint ook eenzaam. Daar in de woestijn. Dit schilderij van Gustave van der Woestyne laat die eenzaamheid goed zien. We zien een grote vlakte met niets. We zien een figuur die Jezus moet voorstellen. Eenvoudig gekleed, maar met opvallende handen. Eén hand open om te ontvangen. De ander lijkt te zoeken of lijkt te proberen iets vast te houden. Niet iets tastbaars, maar misschien een gedachte of een woord. Het meest opvallende is de horizon van het schilderij. Die is heel hoog. De kruin van Jezus hoofd steekt maar net boven de woestijn uit.

Een mooi beeld van hoe zwaar het kan zijn om in de woestijn te zijn en op de proef gesteld te worden. Jezus staat er alleen voor. Niets om hem heen dan leegte. Hoe houd je dan je hoofd boven de horizon?
Een vraag die wij onszelf ook wel eens stellen. Want op je levensreis kan je je soms in de woestijn bevinden. Symbool voor een periode waarin het leven niet vanzelf gaat en er vaak de nodige gevechten geleverd moeten worden.
Door allerlei gebeurtenissen kan je je soms net zo eenzaam voelen als deze figuur op dit schilderij. Hoeveel lieve mensen je ook om je heen hebt staan, zij kunnen in de meeste gevallen het gevecht niet voor je leveren. Dat zal je echt zelf moeten doen. Het kan zijn dat dit over je leven nu gaat, misschien herken je het uit een eerdere periode van je leven.

Voor Jezus was dat niet anders. Zijn periode in de woestijn zal zeer intens voor hem geweest zijn. Moet je jezelf eens proberen voor te stellen. In het verhaal dat hieraan vooraf gaat wordt Jezus gedoopt door Johannes in de Jordaan. De hemel is open gegaan en God heeft gezegd: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Een hoogtepunt in Jezus’ leven waardoor hij zich dicht bij God voelt en vol is van de Heilige Geest.
Vervolgens is daar dus de woestijn. Veertig dagen eet hij niets zo staat er. Je kan je voorstellen dat Jezus aan het einde van die periode zowel fysiek als mentaal helemaal uitgeput is. Dat hij kwetsbaar is en vatbaar voor suggesties.
Dan is daar die stem die zegt: ‘Als u de Zoon van God bent, zeg dan tegen deze steen dat hij een brood moet worden’. De verleider, de duivel (hoe we hem ook noemen) vraagt hier niet aan Jezus om te bewijzen dat hij de Zoon van God is. Nee, wat hij doet is veel geniepiger. Hij zegt tegen die uitgeputte en uitgehongerde Jezus: ‘Als Zoon van God heb je toch zoveel macht? Waarom zou je die niet mogen gebruiken om te voorzien in je eerste levensbehoeften? Wat kan daar nu verkeerd aan zijn?’
Hoe verleidelijk als je zo’n honger hebt!

Als Jezus niet op de uitdaging ingaat is de duivel nog niet klaar met hem. Hij laat Jezus in een flits alle koninkrijken op aarde zien. Alle macht en pracht zullen voor Jezus zijn. Als Zoon van God, als Messias heeft Jezus inderdaad een bepaalde macht. Maar of dat ook dezelfde macht is als de duivel hem aanbiedt?
Het enige dat Jezus hoeft te doen is voor de duivel knielt om hem te aanbidden. Een klein gebaar voor een grote winst. Het is een verleiding waar vele grote mannen en vrouwen al voor gevallen zijn. Vaak begonnen met de beste intenties, heeft macht iets heel verslavends over zich. Je wilt er steeds meer van en je wilt het zeker niet verliezen. Dan is opeens alles toegestaan om die macht te behouden

De duivel zegt hier iets fascinerends. Hij stelt dat hij de macht en de pracht kan geven aan wie hij wil, omdat ze hem in handen zijn gegeven. Is dat de waarheid? Het is eerder zo dat we hier de ware verleider aan het werk zien hier. Iemand die met halve waarheden en slimme onderhandelingstactieken dat probeert te krijgen wat hij nog niet heeft.
Als Jezus in aanbidding was neergeknield dan had hij erkend: ‘ja, jij hebt de macht’. Dan had de duivel zijn zin gehad. Nu Jezus dat niet doet blijft de claim van de duivel bij loze woorden.
Maar doorzie dat spelletje maar eens als je midden in de situatie zit en je zo’n aanbod wordt gedaan. Ik weet van mezelf dat ik dat niet had gekund. Dat ik met open ogen in de val getrapt was en mezelf achteraf de vraag zou stellen: hoe heeft het zo kunnen gebeuren dat iets/ dat iemand zoveel macht heeft over mij en de keuze die ik maak in mijn leven?

De tocht door de woestijn eindigt daar waar in het evangelie ook de weg van Jezus eindigt: In Jeruzalem. De verleider daagt Jezus uit om van het dak te springen en zo God te dwingen zijn beloften waar te maken. Zijn beloften dat Hij zijn engelen zal sturen om hem te redden.
Het is een verleiding die nog een keer terug komt in het leven van Jezus. Als Hij aan het kruis hangt en hij uitgedaagd wordt om zichzelf van het kruis te halen. Ja, dat had hij kunnen doen, maar dan was Jezus niet geslaagd in zijn missie. We kunnen ons maar moeilijk voorstellen hoeveel wilskracht het moet hebben gekost om daar niet op in te gaan.

Tot drie keer toe probeert de duivel een wig te drijven tussen Jezus en zijn Vader in de hemel. Hij kan het niet uitstaan dat die band zo hecht is. Daarom doet hij er alles aan om daar iets aan te veranderen. Alles is toegestaan, zolang Jezus maar niet meer trouw is aan God. De missie van de verleider zou geslaagd zijn als God zijn woorden die hij bij de doop heeft uitgesproken. Als God zou moeten zeggen: Zoon, je hebt me teleurgesteld.
Jezus’ houvast om de verleidelijke aanbiedingen af te wijzen, zijn de woorden van God die hij als kleine jongen al geleerd heeft. Hij citeert delen uit het boek Deuteronomium. Het boek waar wij ook de 10 geboden uit hebben gelezen vandaag. Een boek vol aanwijzingen hoe met God en met elkaar te leven. Die woorden zijn Jezus’ kompas waarmee hij zelfs in de woestijn de weg weet te vinden. Hoe de verleider ook zijn best doet niets weet Jezus relatie met zijn Vader te verzwakken.

Jezus’ is op de proef gesteld en is overeind gebleven. Maar zoals dat schilderij van Gustave van der Woestyne liet zien, zal het ook voor hem niet makkelijk zijn geweest. Dat mag ons tot troost zijn voor als wij ons in de woestijn van ons leven bevinden. Dat Jezus als geen ander weet hoe het is om daar te zijn. Hij snapt het als wij onderuit gaan en zal ons er niet om veroordelen.
Zelfs in de woestijn hoeven wij ons uiteindelijk niet helemaal alleen te voelen. Wat steeds zal er voor ons die ene figuur zijn die overeind is gebleven. Hij is er om ons overeind te helpen en ons een nieuwe kans te bieden. Steeds opnieuw.

Ik wil eindigen met een tekst van Roel Bosch

Steeds weer die kans – je ziel te verkopen, je brood te verwerven met vals spel.
Steeds weer die kans – je te voegen bij de mensen die het mogen zeggen, door te zeggen wat zij voor je bedacht hebben.
Steeds weer die kans – te leven te wagen, je stoer te gedragen, toegejuicht als redder en held.
De slavernij van het kansspel, dat voor leven doorgaat.
En dan simpel te blijven leven, stap voor stap, dat woord van de Ene als staf.
Het enige wat je kunt beïnvloeden is je eigen keuze.
Het enige wat je waagt is wakker worden, elke dag opnieuw, en dat te doen wat jou past.
Niet groots, niet meeslepend leven,
Maar meedelend, op het kleine vlak van de één die de ander nabij is.
En hoe dat afloopt?
Dat hoeft geen succesverhaal te worden. Simpel leven: de duivel vindt het maar niets.

Amen