Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

13 april 2014, Palmpasen

Dit houtsnijwerk is afkomstig uit de Rooms-Katholieke Kerk in Mua (Malawi). Het laat de slapende vrienden van Jezus zien.

Foto: Alida Groeneveld

Palmzondag 13 april 2014

Lezingen: Jesaja 51:17-23 en Matteus 26:36-46

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Terwijl wij als preekvoorbereidingsgroep afgelopen maandag met elkaar in gesprek waren over de teksten van vanmorgen kwam het bericht in de media dat Frans van der Lugt, de Nederlandse pater in Homs (Syrië), vermoord was. Ik zag het bericht na afloop op mijn telefoon en heb mij de rest van de dag afgevraagd hoe het gesprek verlopen zou zijn als we dit afgrijselijke nieuws geweten hadden. Dat blijft gissen. De hele week zoemde door mijn hoofd ‘blijf bij mij, en met mij waken’. En wat betekent dat dan concreet? Die vraag kon ik dinsdagavond in een andere gespreksgroep wel stellen.

Hoe zat het ook al weer met pater Frans van der Lugt? De Jezuietenpater woonde en werkte al ruim 50 jaar in Syrië. Hij runde in Homs onder andere een zorgboerderij annex klooster, waar zieken, ouderen en mensen met een verstandelijke beperking opgevangen werden die de belegerde stad Homs niet meer konden verlaten. Hij was voor christen en moslim een geestelijk leidsman. Hij organiseerde, toen het nog wel kon, wandeltochten met als doel de verdeelde bevolkingsgroepen van Syrië bij elkaar te krijgen. In het klooster hield hij schatten en voedsel verborgen. Tussen de puinhopen van Homs redde pater Frans oude handschriften uit moskeeën, relikwieën en iconen uit kerken. Misschien herinnert u zich een filmpje, in januari van dit jaar in het journaal, waarin hij dat laat zien. Ook het beeld van de armetierige plantenbakjes waarin nog iets spieterig groens groeide, heeft indruk op mij gemaakt. ‘Honger vreet het lichaam langzaam maar zeker op. We willen niet sterven in een zee van ellende en leed,’ aldus pater Frans in dat filmpje. Pater Frans had naar Nederland kunnen terugkeren, en dat is hem ook herhaaldelijk aangeboden, maar hij verkoos te blijven. ‘Ik wil graag voor hen – de inwoners van Homs – , zo mogelijk, een bron van troost zijn.’ Solidair, trouw en vol hoop dat ééns de strijd in Syrië voorbij zal zijn, dat tekende pater Frans van der Lugt. De hoop op betere tijden hield pater Frans in leven, en daarmee was hij op zijn beurt weer een bron van hoop en troost voor anderen: de naamloze inwoners van Homs.

‘Blijf bij mij en waak met mij’ Wat betekent dat? Wat vraagt dat van een mens? Is het bovenmenselijk, zoals pater Frans in Homs deed? Zoals de Franse monniken deden in een klooster in Algerije, in 1996, toen de islamitische terroristen de streek naderden?
Te zien in de film “Des hommes et des dieux”. De monniken bleven, maar werden uiteindelijk vermoord. Zoals de zendingsarbeiders deden toen zij in het ziekenhuis bleven, terwijl de rebellenbeweging aanvallen uitvoerde in dorpen in de buurt, en het ziekenhuis met de medicijnvoorraad zou een makkelijke prooi zijn… Blijven, er voor kiezen te blijven, waken, het leven uithouden, het kwaad onder ogen zien en benoemen, met alle risico’s van dien?

Was het voor de leerlingen van Jezus niet mogelijk om te blijven waken? Neem ik dat hen kwalijk dat ze niet wakker konden blijven? Als ik diep in mijn hart kijk, en heel eerlijk ben,
‘ja, ik neem het de vrienden van Jezus kwalijk.’ En begrijpen doe ik het al helemaal niet!

Laten we alles wat tot nu toe gebeurd is op een rijtje zetten: intocht in Jeruzalem – Jezus als een koning, ‘zoon van David’, hosanna! Jezus die zegt de mensenzoon overgeleverd zal worden, de zalving door een vrouw als voor een begrafenis, de laatste maaltijd met de indringende woorden dat één van hen Jezus zal verraden, Petrus die aangezegd krijgt dat hij Jezus zal verloochenen….driemaal zelfs, voor de haan kraait. Het is niet niets!! Hoe kun je dan slapen? Het lijkt mij gezien de spanning onmogelijk!

Misschien is het nog meer: Hoe kun je je ogen sluiten voor wat er gebeurd is en wat er staat te gebeuren? Ik begrijp het niet – maar misschien komt mijn verwijt wel voort uit het feit dat ik het vervolg ken. Gevangenneming, rechtsgang, kruisiging…. Was één moment waken, bij Jezus blijven, een uurtje, met Jezus zijn eenzaamheid delen, was dat dan ècht onmogelijk?

Jezus is in de tuin van Getsemane met drie van zijn meest vertrouwde leerlingen: Petrus, Jakobus en Johannes. Deze drie waren bij de verheerlijking op de berg, waar zij Jezus in de glans en glorie van het leven hebben mogen zien. Even was de hemel op aarde. Deze drie waren bij de opwekking van de dochter van Jairus, leven opnieuw te midden van de vroege dood. Petrus, Jakobus en Johannes weten uit eigen ervaring dat het laatste woord niet aan de dood is.

We zien hier een zeer menselijke kant van Jezus. De zoon van God die zulke diepe emoties kent, als bedroefd en angstig zijn, doodsbang staat dicht bij ons mensen. Hij deelt in ons lijden, hij die altijd probeerden mensen in hun leed bij te staan, nu vraagt hij aan zijn vrienden om hulp, waakzaamheid en gebed – en juist dat lukt niet.

Alle angst en alle eenzaamheid die een mens kan kennen, trekken zich samen in deze ene mens, dit ene uur, op deze ene plaats. Als ik in de krant lees dat pater Frans nauwelijks nog communicatiemiddelen met de buitenwereld had: telefoneren of mailen lukte amper – dan vertaal ik dat ook naar eenzaamheid, niet van jouw situatie, de ellende in Homs kunnen delen.

We zien Jezus worstelen. ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ Deze beker is zijn lijden en sterven. Jezus wil niet lijden, niet sterven – dat wil geen mens. Wij zijn aangelegd om te leven. ‘Vader, als het kan, laat mij niet sterven.’ En daar achteraan: ‘Maar laat niet gebeuren zoals ik het wil maar zoals u het wilt.’ Hoor je de dubbelheid? Zo worstelt Jezus, met zichzelf, met God.

Er is nog meer aan de hand. Jezus heeft het over de beker, Hij bidt of hij hem niet leeg hoeft te drinken. De beker leegdrinken. In het Oude Testament komt deze uitdrukking geregeld voor. En dan op twee manieren. Een paar keer gaat het erover dat de beker van de woede van God leeggedronken moet worden. ‘Drinken zul je”, buldert God in Jeremia. ‘Alle koninkrijken op deze aarde moeten de wijn van mijn woede drinken. Ik ben het onrecht zat.
Je trekt het oordeel over jezelf heen. Je zult de gevolgen van je misstappen zelf moeten dragen. Drinken zul je uit beker van mijn woede.’ (Jeremia 25)
Jesaja zegt er ook iets over: ‘De Heer heeft je laten drinken uit de beker van zijn toorn.’ (Jesaja 51:17)
Andere keren gaat het over de beker van de vreugde. Psalm 23: ‘Mijn beker vloeit over, ja geluk en genade achtervolgen mij alle dagen van mij leven.’ En in Psalm 116: ‘Ik zal de beker van de bevrijding opheffen en de naam van de Heer aanroepen.’

De beker leegdrinken. Het is de beker van verlossing en van de vreugde. Het is de beker van de woede van God. En ook de beker van de pijn, van het falen en verdriet. Jezus worstelt met de vraag of hij deze beker, met al die ingrediënten, moet leegdrinken. Hij ging de weg van de gehoorzaamheid. de weg die ieder mens moet gaan, maar meestal niet gaat.
Hij drinkt de beker leeg die wij maar half leeg drinken.

Is zijn worsteling niet dat hij dit ten diepste toe voelt? ‘Ik ben geroepen om deze beker tot op de bodem leeg te drinken. Want zij kunnen het niet. Maar ik wil het niet. Maar als ik het niet doe is er geen bevrijding. Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Maar laat niet wat ik wil, maar u wilt gebeuren.’ Jezus worstelt in zijn gebed met God.

‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt.’ bidt Jezus de tweede keer. Hoor je het verschil met de eerste keer? Jezus groeit toe naar de beker op te pakken en leeg te drinken. En datzelfde herhaalt zich nog een derde keer. Het is voor Jezus een heel proces om te komen tot het punt dat hij de wil van God tot zijn eigen wil maakt. Dat gaat niet één twee drie.

Jezus ziet tot driemaal toe dat zijn vrienden slapen. Hij worstelde een doodstrijd. Zij sliepen.
Jezus keek de dood in de ogen. Zij deden hun ogen toe. En dat tot drie keer toe.
Wat een contrast! Het legt de nadruk op de eenzame strijd van Jezus. Maar misschien verwijst het ook naar wat anders. Als je moeilijke dingen op je af ziet komen kun je je ogen sluiten, wegkijken, hopen – tegen beter weten in – dat het morgen wel overgewaaid is. Met verbazing, ontzetting en verdriet hoorde ik afgelopen vrijdag dat in het bisdom Roermond jarenlang weggekeken is bij het seksuele misbruik van jongens door wijlen bisschop Gijsen.

Je wilt de confrontatie met de pijn niet aan. Je sluit je ogen ervoor. Je kijkt weg. Waarom slapen wij? Waarom doen wij onze ogen dicht voor de pijn? Waarom kijken we soms weg?
Waarom worstelen wij niet om de wil van God te zoeken en te doen? Waarom worstelen wij niet mee met Jezus? Kunnen we dat niet? Willen we het uiteindelijk niet?

Jezus zegt: Bid dat jullie niet in beproeving komen. We bidden dat elke zondag in het Onze Vader ‘En breng ons niet in beproeving.’ Beproeving is dat je bezwijkt voor de verleiding om niet de wil van God te doen. Vaak weten wij maar al te goed wat de wil van God is. Dan doel ik niet in ingewikkelde ethische kwesties, maar vragen als: Waar geef ik mijn tijd aan. Wat is echt belangrijk? Hoe eerlijk ben ik eigenlijk? Durf ik te benoemen waar hoop nodig is? Vaak weten we best wel wat de wil van God is, wat het betekent God na te volgen.

‘Sta op,’ zegt Jezus aan het einde van het verhaal. ‘Hij die mij overlevert is nabij.’ Ik hoor daarin: Word wakker en doe je ogen open. Kijk alles maar aan, ook alles wat moeilijk en lastig is. En bid. Bidden is de manier om niet in beproeving te komen. Want als je bidt, dan stem je jezelf af op de dingen van God. En als je op deze manier bidt, weet je waar het aan komt.

Jezus zegt het tot ons: ‘Blijf bij mij en waak hier met mij.’

Amen