Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

15 november 2009

De Evangelielezing is: Markus 12:41-44.

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. Steeds weer speelt Jezus dit spelletje met ons, voor ons bestwil. Steeds opnieuw hetzelfde spelletje, omdat wij blijkbaar niet zo snel tot inzicht komen. Wij zien niet zoveel als wij DENKEN te zien. Valt dat even tegen!
Jezus leert ons anders naar de alledaagse werkelijkheid te kijken. Jezus leert ons door mensen en dingen heen te prikken, alles te doorzien tot op de kern van de zaak, oog te hebben voor waar het op aankomt. Niet oppervlakkig kijken, maar zoveel meer zien. Daar wil God met ons naartoe groeien. Een intens leerproces, dat veel tijd kost. Door meerdere kijkoefeningen met ons te doen geeft Jezus ons het nodige lesmateriaal mee.
Hier opent Jezus ons de ogen rond een weduwe. Zo leren wij oog krijgen voor mensen die wij gewoonlijk over het hoofd zien. Het draait dankzij God in het leven immers om inzicht, om MEER zien. Daarom loopt Jezus niet achteloos aan mensen voorbij. Hij ziet meer dan anderen in mensen.
Jezus probeert onze blikrichting te veranderen, tot heil van onszelf, maar vooral tot heil van anderen, want om oog hebben voor de ander, daar draait het immers om, vanaf die eeuwenoude Tien Woorden die klonken op de Sinaï. God wil dat wij van blikrichting veranderen, zodat niet ikzelf maar die ander het uitgangspunt is. Oog hebben voor een ander, juist DAT is de bekering, de mentaliteitsverandering, die God voor ogen staat. Daar wil Hij met ons naar toe.
Meer dan het gewone zien door te kijken met diakonale ogen, door net als Jezus te kijken met mededogen. Daardoor leer je, net als Hanna, Maria en Jezus, niet te kijken naar ’the rich and famous’, niet op te zien tegen de rijken en de sterren die het voor het zeggen lijken te hebben, macht lijken te hebben. Nee, via de Bijbel leer je juist oog te krijgen voor de macht van zogenaamde machtelozen. Dan zie je opeens medemensen die heel vindingrijk aan veranderingsprocessen werken, langzamerhand ons gedrag beïnvloeden, want juist wie arm zijn en geen macht lijken te hebben zetten de geschiedenis in beweging, telkens weer.
Jezus geeft ons oog voor wat onooglijk klein is, klein als een mosterdzaadje, een schijnbaar on-belangrijk, luttel bedrag. Maar in wezen is het heel belangrijk. Zo verruimt Jezus ons blikveld, maakt Hij ons veelzijdig, schenkt Hij ons een ruimhartige, verziende blik.
Kijk net als Ik naar de armen, want uitgerekend DAAR, bij de armen, speelt zich het wezenlijke leven af, meer nog dan bij beroemde mensen. Door wie arm zijn, beproefd zijn, geslagen zijn door het leven, wordt het leven immers diep geproefd. Juist DAAR wordt diepgaand geleefd. Juist DAAR is men de oppervlakkigheid voorbij.
Deze weduwe staat onbeschermd, kwetsbaar in het leven. Uitgerekend zij leeft ons voor hoe je God moet zoeken. Niet door op te vallen, maar door heel onopvallend goed te doen, via Gods huis. Zo worden wij weer met onze neus op de feiten gedrukt: dat de kerk al eeuwenlang bestaat dankzij het geld van wie niet zoveel overhebben. Dat de kerk al eeuwenlang goed kan doen met het geld van de armen.
Als enige heeft Jezus oog voor de ellendige situatie waarin deze vrouw verkeert. Andere omstanders zien dat niet, maar staan WEL meteen met een oordeel klaar. Wat geeft ze weinig!
Zij zien alleen rijke mensen, die veel geven, maar hebben niet door uit wat voor goed hart deze dubbeltjes komen. Zij zijn ziende blind. Het ontbreekt hun aan inzicht en begrip. Over oogkleppen, over verblinding gesproken…
Zien wij wel, net als Jezus, met welke bedoeling mensen geven? Dat deze vrouw met een andere intentie geeft dan de omstanders? Wat is veel? En wat is eigenlijk weinig? Zien wij wel, net als Jezus, hoe gul deze vrouw is met haar muntgeld? Je hele bezit weggeven, dat is niet weinig.
Jezus heeft – als enige – door, dat het niet om het grote bedrag gaat, maar om de liefde en de gulheid waarmee je geeft. Deze arme vrouw geeft haar hele bezit weg, terwijl zij eigenlijk niets kan missen. Anderen geven maar een deel van hun bezit weg.
In moeilijke omstandigheden alles wat je hebt weggeven getuigt van lef, van hart voor medemensen hebben. Deze vrouw laat ons zien dat geven te maken heeft met Godsvertrouwen. GOD zal voor mij zorgen. Geven is dat Godsvertrouwen doorgeven aan anderen.
Deze vrouw helpt mensen medemens te worden. Deze vrouw leert ons kijken: wezenlijke dingen zien, oog hebben voor nuanceverschillen. Wie zo kijkt, komt tot een heilzame gedragsverandering.
Deze schijnbaar onbelangrijke vrouw ontmaskert de vooroordelen en de verblinding van de omstanders. Hebben zij wel het inzicht, dat alleen God en zijn geboden geven? Hebben zij wel een juiste kijk op het leven? Kijken zij wel met GODS ogen?
Uitzonderingen als Jezus en deze vrouw scherpen steeds weer onze blik. Dissidenten openen ons steeds weer de ogen, opdat wij gaan inzien waar het op aankomt in het leven. Het gaat in het leven niet om geld, maar om mededogen, om medeleven.
Naastenliefde, gerechtigheid, armoede blijken steeds weer DE middelen te zijn die ogen open doen gaan, oogkleppen eindelijk doorbreken. GOD opent ons de ogen, want alleen God geeft ons oog voor naastenliefde, gerechtigheid, armoede.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, door oog te hebben voor de onderkant van de samenleving. Wie dat spelletje met Jezus mee durft te spelen, krijgt opeens oog voor een ANDER soort mensen. Over een ruime blik gesproken, een brede kijk op de dingen. Amen.