Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

31 december 2009, Oudjaarsdag

De Evangelielezing is: Lukas 2:22-38.

Jozef en Maria, Simeon en Hanna, zij zijn allemaal steeds weer in Gods huis te vinden, omdat zij het hun leven lang van God verwachten, omdat zij verwachten uitgerekend in de tempel de nodige kracht op te doen voor hun verdere leven. Stuk voor stuk zijn het trouwe kerkgangers, mensen die Gods huis als een bijzondere plek ervaren, omdat hun daar dingen onthuld worden die zij nergens anders krijgen te horen en te zien, omdat in Gods huis licht op hun leven valt, zaken helder worden, door gebakken lucht wordt heengeprikt, vanuit de Schriften, die ons steeds weer bijzondere dingen onthullen, die ons anders verborgen zouden zijn gebleven.
Waarom komen WIJ jaar in jaar uit naar de kerk? Is dat niet omdat je juist in Gods huis iets bijzonders kunt meemaken, iets te horen krijgt wat je nergens anders kunt horen, iets meekrijgt dat je goed doet en dat je nodig hebt? Troost. Wat heeft een mens meer nodig als het er om spannen gaat in het leven? Als er iets gaat gebeuren, dan zal het in Gods huis gebeuren. Als je ergens iets bijzonders ontvangt, dan is dat in Gods huis. Daarom neemt Gods huis een belangrijke plaats in ons leven in, net als bij Jozef en Maria, Simeon en Hanna, rijk gezegende mensen, die het van God verwachten.
Met dat hun leven op God is gericht, verloopt hun leven niet gemakkelijker dan dat van andere mensen. Simeon en Hanna moeten wel heel veel geduld, dus heel veel geloof hebben; en ook het leven van Jozef en Maria kent diepe dalen. Het geloof van Maria wordt diep op de proef gesteld: bij de aankondiging van Jezus’ geboorte, in Kana en op Golgotha opnieuw. Dat Maria sinds Gods boodschapper in haar leven kwam bij God een streepje voor heeft, heeft haar leven er niet gemakkelijker op gemaakt. God kennen is geen garantie voor een bestaan dat gladjes verloopt. God kennen is WEL een garantie voor een boeiend bestaan, dat de nodige vergezichten en diepgang kent.
Het feit dat zij leven met verwachting, Maria sinds de aankondiging van Jezus’ geboorte en Simeon en Hanna wij weten niet eens hoe lang, geeft een extra dimensie aan hun leven. Het van God verwachten legt een glans over heel je leven, zorgt er voor dat je bewust naar Gods toekomst toe leeft, al je hoop hebt gevestigd op Gods beloften, hoe oud die ook mogen zijn. Daarmee krijgt de boodschap van profeten een extra lading voor je, gaan die aloude woorden helemaal door je heen. ‘Op uw heil hoop ik en uw geboden doe ik’ (Psalm 119:166). Is dat geen rijk bezit?
Het net als Maria, Simeon en Hanna van God verwachten, zouden wij dat niet als kostbaar bezit meenemen, het nieuwe jaar in? Op de Thora aankoersen, niet een jaar lang, maar een leven lang. Je bij alles wat je doet laten leiden door de Heilige Geest. Leven in Gods Geest, weten dat je leven geleid wordt. Kan je het nieuwe jaar beter beginnen dan met zoveel heil en zegen?
Simeon blijft het ook dan van God verwachten wanneer niets er op wijst dat God zijn mensen nabij is. Ook Israël is bezet gebied. Gods heil lijkt verder weg dan ooit. Maar daardoor laat Simeon zich niet van de wijs brengen; daardoor geeft hij de hoop en zijn geloof niet op. Deze man gelooft tegen de klippen op, met volharding. Doe het hem maar eens na!
Ook Simeon laat ons zien dat geloven een kwestie van volhouden is. In voorspoed èn tegenspoed het van God BLIJVEN verwachten. Ook Simeon is zo’n eeuwige volhouder die zich door niets en niemand klein laat krijgen, zich niet door tegenslagen uit het veld laat slaan. Niets kan zijn geloof aan het wankelen brengen. Over Godsvertrouwen gesproken. Hoeveel Godsvertrouwen nemen wij mee naar het nieuwe jaar?
En als hij dan eindelijk Gods heil voor Israël in levende lijve ziet, is Simeon een dankbaar mens, ervaart hij Gods vrede heel diep. Dankbaar neemt hij Gods Zoon in zijn armen en zegent Hij God ,’zegen mijn ziel de grote naam des Heren’. Hebben wij dat ook niet nodig voor een goed 2010? Dankbaar terugkijken op wat God ons geschonken heeft in 2009. Voor alles uit dankbaar leven. Dankbaarheid als het beste fundament, dat je onder je leven kunt leggen. Dankbaar zijn voor ons door God gezegende bestaan.
Simeon verwijt God niet dat hij zolang op dit bijzondere moment heeft moeten wachten, maar is God dankbaar dat de Hij hem heeft gehoord, zijn gebeden heeft verhoord. Dankbaarheid als de eigenschap die al je andere eigenschappen overstemt.
Dankbaar ziet Simeon meer in dit kind dan een doodgewoon kind. Dankbaar ziet Simeon Gods hand en zegen in zijn leven doorwerken. Zijn dankbaarheid voor zoveel goedheid kan hij niet verzwijgen, moet hij wel uitzingen.
Door dankbaar te zijn heeft Simeon een diepe vrede ervaren, omdat hij nu weet dat Gods werk doorgaat, via dit Kind, dankzij dit Kind. Een diepe vrede ervaren. Wat wil een mens nog meer? Vervuld van dat vredige gevoel het nieuwe jaar ingaan. Heeft een mens nog meer nodig? Net als Simeon vredig en dankbaar leven, net als Maria en Jozef verwonderd in het leven staan. Is er een rijker gevoelsleven denkbaar? Met heel dit brede scala 2010 doorlopen, aan Gods hand. Ook dan weer ervaren dat Jezus onthullend werkt, ons grootse dingen laat zien. Heeft God ons niet rijkelijk gezegend? Amen.