Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

6 september 2009, Startzondag

Twee lezingen uit het Oude Testament

als voorbeelden van voortgaande traditie:
2 Samuël 7:1 t.e.m. 7
1 Koningen 6:1, 14, 15, 19 en 20
Evangelielezing: Marcus 8:27-30 (ook Jezus staat in een bepaalde traditie)

Wie denkt dat traditie meer van hetzelfde is, heeft het mis. Tussen Calvijn en het calvinisme bestaan de nodige verschillen. Ook blijkens de Bijbel verandert in de loop der tijd het nodige in de manier waarop mensen hun geloof wensen te beleven. Elke tijd plaatst eigen accenten in het geloofsleven. Nu eens krijgt het offer nadruk, dan weer het gebed. Eeuwenlang was de preek belangrijk, nu is spiritualiteit ‘in’.

In Israël neemt men afscheid van de woestijnperiode. In plaats van de eenvoud van de tabernakel komt er een mooie, dure tempel, net als bij de andere volken. Met dat het Godshuis verandert verdwijnt er een traditie. Er komt een andere traditie voor in de plaats, echter zonder dat de INHOUD van het geloof veel verandert. Offers brengen; bidden, zingen, op pelgrimstocht gaan, het blijft allemaal bestaan en wordt alleen maar nog mooier.

Tradities geven houvast, brengen structuur aan, maar hebben niet het eeuwige leven. Vastgeroeste tradities zijn niet langer LEVENDE tradities, spreken daarom steeds minder mensen aan. Juist omdat hij de verschillende Joodse tradities door en door kent, gaat de ware Israëliet, Jezus, speels met tradities om, met als doel: de kern van de zaak beter te kunnen belichten en het hart van zijn toehoorders beter te kunnen bereiken. Menigeen begrijpt Jezus’ bedoelingen niet en kan daarom de in veler ogen grillige Jezus niet plaatsen. In wat voor traditie staat Hij eigenlijk? In die van de Farizeeën of in die van Johannes de Doper of, nog verder terug in de tijd, in die van de profeet Elia? Zoek het maar uit. Jezus daagt zijn mensen uit om hun positie te bepalen.

Jezus valt niet in te kaderen in onze denkkaders. Daarom wordt in elke tijd anders over Hem gedacht. Voor de een is Jezus Gods Zoon, voor de ander onze broeder, voor weer een ander een revolutionair figuur en voor weer een ander een inspirerende gestalte voor kunstenaars. Echter steeds wordt Hij op allerlei verschillende terreinen als bezielend, als inspirerend voorbeeld ervaren.

Alleen via het geloof ontdek je, net als Petrus, langzamerhand wie Hij ten diepste is. Maar ook dat valt niet uit te drukken zonder Hem in een bepaalde traditie te plaatsen en traditionele termen te gebruiken. Zo gaan verleden en heden hand in hand, staan wij op de fundamenten die ons voorgeslacht heeft gelegd anders dan vroeger in de hedendaagse werkelijkheid. Maar er is een constante factor: telkens gaat God met mensen mee door de tijd. Nu eens aan de hand van oude, vertrouwde vormen, dan weer met behulp van nieuwe ontwikkelingen. Maar steeds houdt God ons vast, ook als WIJ God uit pure wanhoop niet langer kunnen vasthouden. Steeds weer zijn er mensen die voor ons bidden. Steeds weer zijn er mensen die voor ons zingen, als onze keel wordt dichtgeknepen door spanning of verdriet. Zo werkt de dragende kracht van de traditie door.

Wat is traditie eigenlijk? Kunnen wij het geloof wel beleven zonder bepaalde traditionele vormen? Hoewel elke traditie heel wat doorgaande lijnen bevat, staat een traditie nooit stil, verloopt geen enkele traditie zonder veranderingen, temeer daar onze bron van inspiratie, Jezus, geen traditioneel figuur blijkt te zijn, eerder een provocerende stoorzender. Jezus leeft vanuit een bepaalde traditie gericht op Gods toekomst. Hij kijkt niet nostalgisch achterom naar het verleden. Hij kijkt wel vooruit en omhoog, omdat ook de Messias het van God verwacht. Dan kunnen verouderde denkkaders wel eens moeten wijken of worden bijgesteld tot een geactualiseerde voortgaande traditie, zonder dat traditionele gebruiken als het gebed of het lied verdwijnen. Bepaalde gebruiken zijn blijkbaar elke generatie weer onmisbaar. Zouden ze in onze genen zitten? Zit er een traditioneel gen of een religieus gen in ons bouwpakket?

Wij hebben tradities nodig om vorm te kunnen geven aan onze gevoelens. Wij bouwen voort op bepaalde, zorgvuldig geselecteerde tradities: dit wel, dat niet, want wat past bij mij, wat spreekt mij aan? Is dat vooral de zegen of is dat veeleer een lied? Bach of Bauer?

Jezus laat ons niet vastroesten. Hij houdt ons voortdurend in beweging. Dat is wel eens lastig, maar altijd weer inspirerend. Daardoor staan wij in een zich steeds weer vernieuwende traditie en houden wij tegelijkertijd aan bepaalde eeuwenoude vormen vast. Wij starten een nieuw seizoen daarom met een eeuwenoud, levendig houvast: God. God gaat met ons mee, de tijd door. Aan Zijn hand zijn wij op zoek naar Zijn Koninkrijk. Onder Zijn zegen streven wij in navolging van de Messias naar naastenliefde en gerechtigheid. Die oude, inspirerende God is ons diepste houvast, maar voor elk van ons op een andere manier. Zoveel hoofden, zoveel zinnen, rond een veelzijdige traditie en die ene, verrassend veelzijdige God. Een God die ons, net als Jezus, uitdaagt, aan het denken zet, soms even op het verkeerde been zet, ons kortom gaande houdt, geïnspireerd door een veelzijdige en daarom boeiende traditie. Moge die God ons bezielen, boeien, troosten, ook in dit nieuwe seizoen, in onze mooie eeuwenoude kerk. Amen.