Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

25 december 2009, 1e kerstdag

Dienst 25 december:

De Evangelielezing is: Lukas 2:1-20.

In de Adventsweken ging het steeds weer over twee mensen: Sacharja en Elisabeth, Maria en Elisabeth, Sacharja en Johannes. Maar rond de kribbe wordt het tot dan toe kleine wereldje opeens veel groter, want met Kerst komen er allerlei soorten mensen samen rond dat ene kind. Sommigen komen heel dichtbij het kind, andere staan meer op afstand. Dichtbij komen de herders en de wijzen. Machthebbers als Herodes en Augustus houdt de Bijbel maar liever op veilige afstand, want zulke machthebbers willen kinderen nogal eens misbruiken voor eigen propagandadoeleinden, terwijl dit Koningskind kinderen juist zal zegenen, liefdevol zal benaderen. Van liefdevol benaderen is bij Herodes geen sprake, terwijl het God daar juist WEL om gaat. Omdat God ons liefdevol benadert, tot zegen wil zijn, komt God, niet toevallig, naar ons toe via een armetierig, kwetsbaar Kind. Wie een kind, een verschoppeling NIET liefdevol benadert, houdt niet van Mij. Wie kinderen pijn doet, doet Mij, God, pijn. Dit Kind zal zijn leven lang, van kribbe tot kruis, kwetsbaar zijn. Daarom neemt Hij het, op grond van eigen ervaring, op voor kwetsbare mensenkinderen en vraagt Hij van ons hetzelfde te doen. Daarom verzamelt dit Kind kwetsbare mensen, herders, rondom zich, opdat ook wij, net als zij, GOEDE herders zullen zijn voor altijd weer kwetsbare kinderen.

Het is dus wel een apart slag mensen, dat onder leiding van Gods boodschappers naar de stal is gekomen, want herders leiden een eigen leven. Juist zij hebben het lied van Maria begrepen, dat heersers van hun troon worden gestoten en eenvoudige mensen onverwacht als vrienden van God hogerop mogen komen, bij dit Kind zelfs vooraan mogen zitten. Goede herders openen er ons de ogen voor dat je de komst van het Koninkrijk in Gods ogen niet kunt forceren met geweld, zoals Herodes en Augustus en hun kornuiten altijd weer proberen, maar dat Gods vrede veel meer inhoudt dan een pax romana, ALLE mensen omvat. Waar God regeert en Gods geboden het dagelijks leven bepalen heeft men, in navolging van God, oog voor wie, net als dit Kind, kwetsbaar zijn. Daar gaat de deur niet dicht, maar het hart open. Daar ziet men niets in geweld, maar houdt men machthebbers op veilige afstand, omdat men alles verwacht van Gods goede raad net zoveel van mijn naaste te houden als ik van mijzelf houd.

Goede herders zoeken mensen op. Herders weten kwetsbare schapen te vinden en verzorgen hen met veel liefde. De goede Herder opent ons de ogen voor de waarden en normen van liefde en mededogen, waarden en normen waar nihilisten als Nietzsche, Cioran en Hitler niets in zien. De vredevorst gaat niet gewapend op vredesmissie, maar sticht vrede door medemensen ontwapenend tegemoet te komen. Het Kind ontmaskert de machtigen door vanaf het begin van zijn leven machtelozen in zijn armen te sluiten. Via liefde versterkt Hij de weerloze overmacht van schijnbaar machteloze mensen en roept Hij hen, net als de profeten, op het niet van geld en macht te verwachten en door machtsspelletjes heen te prikken.

Rond de goede Herder is ruimte voor allerlei soorten mensen, wordt niemand buitengesloten. Iedereen mag Hem komen aanbidden. Maar niet iedereen komt… Herodes komt bijvoorbeeld niet. Iedereen is welkom in de stal: arm en wijs, Jood en niet-Joden. Alleen komt wie geen Jood is wat later.

Het van een kwetsbaar Mensenkind, het van Gods Koninkrijk verwachten is een kwestie van vertrouwen als een kind (Lukas 18:17): God onvoorwaardelijk vertrouwen, door dik en dun, in gezondheid en tegenspoed. Het van dit Kind en van Zijn beleid over ons bestaan verwachten is, net als de herders, op de knieën gaan en Christus durven navolgen. Die tocht voert een mens soms, net als de herders en de wijzen, langs merkwaardige wegen. Maar langs die weg kom je WEL bij de Vredevorst uit, al lijkt Hij soms een wonderlijke raadsman te zijn. Op die tocht door het leven ontdek je, net als de wijzen, dat je in het oosten niets te zoeken hebt, omdat een mens alleen gebouwd wordt door de GOEDE Herder, de vredelievende Herder. Dat de zaken zo liggen, daarover kan je je verbazen. Maar de herders en de wijzen hebben het door: alleen DIT Kind van God verspreidt heil, verwondt mensen niet, maar heelt mensenlevens.

In de stal lijkt de wereld ver weg, maar rond dit Kind vallen wel ver reikende beslissingen. De Vredevorst laat het wereldgebeuren niet ongemoeid, tenminste voor wie oren om te horen heeft en net als deze herders Gods revolutionaire boodschap verstaat. De wereld is vanaf het begin betrokken bij dit Kind, of men dat nu wil weten of niet. Alleen wie zich laat inschakelen door DIT Kind, heeft de bedoeling van Kerst begrepen. Alleen wie in dit Kind meer ziet en niet anders kan dan aanbidden, heeft Gods diepste bedoelingen verstaan, kan uitgroeien tot een goede herder.

Liederen en gebeden begeleiden ons leven met dit Kind vanaf Advent. Met dit Kind gaan wij via kribbe en kruis op weg naar Pasen, op weg naar de opgestane Heer. Dankzij dit Kind, die ook ONZE goede Herder, ook ONZE Zaligmaker wil zijn, scheren wij rakelings langs kruis en graf heen. Dankzij dit Kind vinden wij de weg naar het ware leven. Dankzij dit Kind gaan wij aan Gods hand verder, omgeven door allerlei mensen, die met ons in Gods liefde willen delen. Omgeven door liederen en gebeden zingen wij daarom samen met de engelen dankbaar:

Lof zij U, Christus, in eeuwigheid! Amen.