Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

2 maart 2014

Evangelielezing: Matteüs 6:24-34

Twee heren dienen doet men in dictatoriaal geregeerde landen. Daardoor is men niet zichzelf, maar van zichzelf vervreemd. Gods volk Israël weet wat dat allemaal concreet inhoudt. Zo’n verkrampt leven vol angst en zorgen leidde men immers in het slavenhuis Egypte.
Dienen ook wij geen twee heren, leven wij zoveel vrijer? Ik betwijfel het, als ik ouders rond zes uur gehaast hun kind van de naschoolse opvang zie ophalen en ik grootouders met volle oppasagenda’s zie. In hoeverre is dat alles nog eigen keuze? Maar belangrijker is: hoeveel invloed heb je als ouders nog op de opvoeding van je kind? Wat voor pedagogisch concept gaat daar eigenlijk achter schuil, dat kinderen al op heel jonge leeftijd deel moeten nemen aan een leerproces dat pas minstens twintig jaar later ophoudt? En dan mag je vervolgens vijftig jaar lang werken, als er tenminste werk is. Leeft een mens dan alleen om een nuttig lid van de maatschappij te zijn, een bruikbaar economisch werktuig, of gaat het in het leven om meer? Van de wieg tot het graf ben je in handen van de economie en de staat in een in noodtempo ontkerkelijkt land. Hoe vrij ben je dan nog? Een mens is toch meer dan een door onderwijs voorgeprogrammeerde machine om bepaalde werkzaamheden te verrichten?
Vroeger had men veelal godsdienstig bepaalde pedagogische concepten die er op gericht waren kinderen te vormen tot gelovige, hard werkende, vooral niet te veel protesterende, onmondige burgers. Wat voor pedagogisch concept hanteert men nu? Ik ben bang dat van vooral in de economie gelovende, keihard werkende mensen. De werkdruk neemt alleen maar toe, dus wordt het leven zwaarder. Ik ben bang dat men ook uit is op vooral niet te veel protesterende burgers, zich onmondig gedragende burgers, omdat zij bang zijn hun baan te verliezen. Zo is men monddood gemaakt, ook in tijden van crisis. Dan hebben we het wel over vrijheid, zelfstandigheid, authenticiteit en autonomie, maar in hoeverre dekt de vlag de lading nog, als je leven in handen is van de economie en van de bank, vanwege de hypotheek?
Ik maak mij zorgen over deze ontwikkelingen. U misschien ook. Want wat gebeurt er met kinderen die NIET goed kunnen leren? Is er voor hen nog wel werk, gezien de grote werkloosheid die maar niet afneemt in Europa? Wat voor toekomst gaan onze kinderen en kleinkinderen tegemoet? Hoeveel mensen zullen buiten de boot vallen? Is er dan nog wel opvang voor hen? Ik geloof niet dat ik een zwartkijker ben, maar ik zie maatschappelijke ontwikkelingen die mij geen goed gevoel geven, mij er niet geruster op maken.
Waarom hebben we niet meer het lef om te protesteren tegen asociale maatregelen, tegen de ontmanteling van de verzorgingsstaat? Leven is toch het meervoud van lef? Zonder lef heb je geen leven, maar word je geleefd, eerder geregeerd door angst dan door moed. Is dat wel een goed leven?
Jezus schetst ons een alternatief. Maar is een leven zonder zorgen, zonder slapeloze nachten, wel reëel, wel haalbaar? Als moeder kom je toch je leven lang niet los van die bezorgdheid om het welzijn van je kinderen en kleinkinderen? Zelfs als het goed met hen gaat ben je nog bezorgd. Dat zit blijkbaar bij moeders ingebakken. En dan ziet Jezus ze alleen maar vliegen. Dat is toch te mooi om waar te zijn?
Maar Jezus vraagt nog even door: is leven niet meer dan je druk maken om de vraag of je wel voldoende eten en kleding hebt. Wat wil Jezus dan nog meer met ons bereiken? Hij wil dat wij onze zorgen relativeren. Want wat bereik je met al die bezorgdheid? De situatie verandert niet doordat jij je zorgen maakt. Waarom verliezen we dan zoveel tijd en energie met onze bezorgdheid? Je kan je tijd volgens Jezus beter besteden. Dan houd je ook meer energie over voor andere dingen dan werken. Niet voor niets gaat in de Bijbel vanaf het begin, heel principieel, de ontspanning vooraf aan de inspanning van het werk. ‘Zijn leven was werken’ is geen zinvol bestaan met een je verrijkende, veelkleurige inhoud. Richt je je wat meer op je hobbies, dan houd je meer energie over. Neem je wat meer tijd voor God, zoals Jezus doet, dan geeft dat energie, terwijl die eeuwige bezorgdheid je alleen maar enorm uitput.
Jezus zoekt met ons naar het juiste evenwicht in ons leven. Zonder die uitgekiende balans lopen mensen de kans het nodige mis te lopen, ja ziek te worden. Dan ben je van de regen in de drup beland. Nog meer zorgen.
Hoeveel voorraadschuren hebben we in huis? Hoeveel spullen die we bijna nooit gebruiken? Soms weten we niet eens meer dat we ze nog hadden. De energie om die spullen te vergaren hadden we beter kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om te genieten van het goede leven of om ons aan een hobby te wijden of, misschien nog wel het belangrijkst, om wat meer tijd te hebben voor elkaar. Langs elkaar heen leven kan je altijd nog, meer dan je lief is, met al die volle agenda’s. Tijd om er voor elkaar te zijn, om samen iets te doen, is ‘quality time’, ‘durée’ (Bergson), kostbare momenten die door hun intensiteit langer lijken te duren. Hoeveel tijd hebben we voor elkaar? En hoeveel tijd nemen we voor God? Als je ouder wordt, heb je meer tijd voor God: stille tijd om te bidden en te mediteren. NEMEN we de tijd of worden we alleen maar geleefd? Wie geleefd worden, leven langs elkaar en langs God heen. Dat lijkt mij niet ideaal.
‘Ora et labora’, ‘bid en werk’ is het devies van het geloof. Met opzet in DEZE volgorde, niet omgekeerd. Ook hier is het werk, opvallend genoeg, net als in Genesis, opnieuw van secundair belang. Jezus neemt, geheel in die geest, de tijd om te bidden. Jezus neemt de tijd voor God, hoe druk hij ook is. Hij laat zich niet onder druk zetten. Dan ben je pas een vrij man, dankzij de moed van het geloof om anders dan anderen in het leven te staan, dankzij de innerlijke vrijheid om niet geleefd te WORDEN. Leven en laten leven, jawel, maar je niet laten leven door de omstandigheden. Vogels en bloemen leven ook onbezorgd. Ogenschijnlijk gelukkig, ver van de overvolle, drukke Dapperstraat.
Door op twee paarden tegelijk te wedden, op God en de economie, door ons Godsvertrouwen in te ruilen voor overbezorgdheid, benadelen wij onszelf alleen maar. Het ‘meer dan het gewone’ van de Bergrede gaat volgens Jezus schuil in de moed van het geloof hebben om je helemaal toe te vertrouwen aan Gods goede zorgen en daardoor het lef hebben om niet langer bezorgd te leven. Je zorgen aan God toevertrouwen in je gebed en daardoor onbezorgd, gelukkig onder Gods vrije hemel leven onder Gods goede zorgen. Wie het lef heeft om de goede God voor ons te laten zorgen en alleen op Hem te vertrouwen leidt een gezegend bestaan door DAADWERKELIJK te leven vanuit het gebed ‘geef ons genoeg brood voor deze ene dag’. Niet te veel en niet te weinig. Morgen is er weer een dag. ‘Mañana, mañana’, heerlijk onbezorgd, lekker ontspannen leven, dankzij God, God zij dank. Amen.