Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

20 juli 2014

Evangelielezing Matteüs 13:24-30 en 36-43

Hoe beteugel je het kwaad in de wereld? Dat kan alleen op basis van inzicht en de moed van het geloof. Zonder inzicht en geloof onderken en ontmasker je het kwaad vaak niet eens, maar laat je maar al te vaak moedeloos, onmachtig Gods water over Gods akker lopen. Zoveel passiviteit vindt God onaanvaardbaar. God roept ons daarom op tot ‘Zivilcourage’, tot het aan de dag leggen van de nodige moed om als mondige burger het kwaad grondig te bestrijden. Dat betekent met de nodige tact en slimheid het kwaad te lijf te gaan. Zonder die eigenschappen word je het altijd weer listige kwaad nooit de baas. De firma list en bedrog kan je nu eenmaal niet de baas worden zonder het kwaad, ter wille van het goede, om de tuin te leiden. Het wijdverbreide kwaad van de naïviteit, dat onder politici en burgers zo dik gezaaid is, is bij dat alles uit den boze. Aan goede bedoelingen alleen, die tot het KWAAD van de goedwillendheid kunnen uitgroeien, heb je immers weinig tot niets. Het kwaad is te omvangrijk, te gemeen om met goede bedoelingen alleen te kunnen worden onderworpen. Voor onkruid uitroeien komt meer kijken, temeer daar onkruid zo hardnekkig is, kwaad meestal generaties lang doorziekt. De omvang van het kwaad is daarom moeilijk te peilen, maar moet zeker niet worden onderschat. Denk niet te gauw dat je van onkruid af bent! Wie dat denkt, is naïef. Irak en Afghanistan laten zien hoe gevaarlijk naïviteit is, dat naïviteit en gebrek aan inzicht tot weinig goeds leiden. We zijn dus gewaarschuwd!
Maar of we van al die waarschuwingen iets hebben geleerd, ik betwijfel het ernstig. Ons korte-termijn-denken en ons gebrek aan historisch besef, kortom ons gebrek aan scholing (mensen lezen nu eenmaal te weinig goede boeken), spelen ons lelijk parten! Zo krijgt het kwaad de kans om voort te woekeren, nota bene onder onze ogen. We staan er bij en kijken er na, hulpeloos, machteloos, moedeloos. Alsof God ons geen gereedschap in handen heeft gegeven om het kwaad te lijf te gaan. Wet en profeten zijn daarbij de beste hulpmiddelen. De Thora kent immers dimensies die men in andere heilige boeken niet vindt. Waar de Thora, het Eerste Testament, niet klinkt, ontbreekt humaan gedrag, respect voor mensen.
Geconfronteerd met de omvang van het kwaad vraag je je onwillekeurig af waar al dat kwaad überhaupt vandaan komt. Als we de oorzaak van het kwaad zouden weten, zouden we heel wat verder zijn. Maar nu staan we veelal voor het raadsel van het zo omvangrijke kwaad en dat doet pijn, temeer daar allerlei goede bedoelingen afstuiten op een Berlijnse muur van armoede, onrecht en haat als vormen van HET kwaad bij uitstek. Wat moet je met al dat onkruid beginnen? Het woekert alleen maar voort. Het Calimero-effect kan het gevolg zijn. Maar als je je alleen maar klein en machteloos voelt tegenover het kwaad kan dat tot gevolg hebben dat je er niets meer tegen doet en dus het kwaad maar laat voortwoekeren. Maar is je gewonnen geven aan Goliath wel Gods bedoeling?
In deze gelijkenis groeien kwaad en graan, goed en kwaad, tegelijk op, opdat het goede niet verloren gaat. Pas bij het oogsten wordt een oordeel over het kwaad geveld; eerder niet. Tot zolang zullen we hoe dan ook met het kwaad moeten leven, maar niet zonder ons actief tegen al dat kwaad teweer te stellen. Eerst het onkruid uitroeien. Pas dan is het graan in veilige handen. Eerst je kind behoeden voor het kwaad, dus wel vertellen wat goed en kwaad is, maar niet te VEEL aandacht besteden aan het kwaad. Het kwaad is immers uiteindelijk onmachtig, in tegenstelling tot het goede, dat van blijvende aard is. Naïviteit en gebrek aan informatie door je niet tijdig op de hoogte te stellen leiden alleen maar tot de zonde van het traag reageren, dus het kwaad te veel speelruimte geven. Dat is, met het oog op de oogst, uit den boze! Daarom het goede BLIJVEN zaaien.
Leven met het oog gericht op de oogst, leven vanuit de verbondenheid met God en Zijn liefde is leven vanuit een diep vertrouwen dat Gods goedheid en macht uiteindelijk sterker zullen zijn. Daarom geduldig op de oogst wachten en tot die tijd je kind vormen voor het leven door het te omgeven met liefde en vertrouwen en het kwaad met liefde, dus niet haatdragend te ontmaskeren. Alleen een olijfboom die geduldig met liefde wordt verzorgd draagt veel vrucht, wordt een Davita Olivia. Alleen een kind dat vertrouwen meekrijgt staat vol vertrouwen stevig in het leven, is in staat om liefde te geven en te ontvangen en zo Gods liefde door te geven, anderen tot zegen te zijn. Zonder God leven zou immers zonde zijn, een gemiste kans.
De doop schenkt ons dat hechte fundament van liefde en vertrouwen, van weten dat je altijd bij God terecht kunt, desnoods als verloren zoon. Vanaf onze doop kunnen wij bij het licht van de goede God en Zijn Thora onderscheid maken tussen goed en kwaad. Een beter gids dan Zijn Thora, Zijn heilzame richtlijnen voor een goed leven, is er niet. Daarom wil je dat je kind dichtbij die gids door het leven opgroeit als een van de kinderen van het Koninkrijk. Een kind dat je van God te leen hebt gekregen om te kijken wat JIJ met Gods richtlijnen doet in je leven, wat JIJ aan liefde en goedheid zaait.
De kinderen van het Koninkrijk zijn wel goed, maar niet gek. Goed geïnformeerd laten zij zich niet in de luren leggen door kwade machten die de voltooiing van de wereld, een gaaf leven voor alle mensen, in de weg staan. De kinderen van het Koninkrijk weten welke hindernissen en blokkades het goede leven onder Gods zegen kunnen verzieken en doen daar het nodige tegen. De blokkade van de zonde is immers zonde van je tijd, gaat ten koste van je relatie met God, is dus verspilde tijd. Wie vol vertrouwen leeft uit de hoop op een goede oogst leeft dankbaar en tevreden onder Gods zegen, heeft een lange adem, veel geduld. Wie vol Godsvertrouwen leeft, leeft dankbaar en vol diepgang dichtbij Gods geboden en doet heel creatief meer dan het gewone om de actieradius van het kwaad zoveel mogelijk te beperken en zo goede vruchten zoveel mogelijk de kans te geven om zich te ontwikkelen. De kinderen van het Koninkrijk, die weet hebben van de macht van het kwaad en de gemene spelletjes van kwade machten tijdig doorzien, ontmaskeren en benoemen daarom het kwaad, ook als men in je omgeving anders, naïever over het kwaad denkt en de heldere blik van profeten niet op prijs weet te stellen.
Met Godsvertrouwen als basis leven wij samen met kinderen en kleinkinderen dankbaar de oogst tegemoet, ons geborgen wetend bij Hem die ons tijdig waarschuwt èn behoedt voor het kwaad. Amen.