23 maart 2014
Evangelielezing: Matteüs 21:33-46
Deze wijngaard voldoet aan alle voorschriften, is van alle gemakken voorzien en MOET dus wel goede oogsten gaan opleveren. Nee, deze pachtboeren kunnen echt niet zeggen dat zij met slechte grond en slechte voorzieningen zijn opgezadeld. En toch zijn zij vreselijk ontevreden.
Klassenstrijd kan ook veel onnodig kapotmaken, dat blijkt hier wel weer. Want als het op betaling aankomt geven de pachters uiterst hardhandig niet thuis. Geheel ten onrechte, want ze kunnen niet beweren dat zij zijn uitgebuit. De arbeidsomstandigheden zijn immers optimaal. Wat wil je nog meer? En dan toch ontevreden zijn. Onbegrijpelijk eigenlijk, dat Gods volk blijft morren. Israël is geen haar beter dan de andere volken: eeuwig klagen. Maar brengt onvrede je wel verder, levert ontevredenheid je wel wat op?
Het geweld is niet van de lucht. Een eindeloze, nota bene oplopende reeks misdaden. De overgang van meppen naar doden is snel gemaakt, ogenschijnlijk probleemloos. Je hoort geen geweten knagen, maar ziet het geweld alleen maar toenemen. Alsof die mensen er wat aan konden doen dat zij de vruchten waar zij recht op hadden kwamen ophalen. Zij waren ook maar gestuurd. Niks geen uitbuiters, maar rechtmatige eigenaars. Maar recht is hier ver te zoeken, onrecht hardhandig aanwezig.
Waarom nemen mensen toch steeds weer hun toevlucht tot geweld? Waarom verwachten mensen daarvan een oplossing? Alsof geweld ooit tot een duurzame oplossing heeft geleid. Leren we dan nooit iets van de geschiedenis?
Geweld zit structureel bij ons ingebakken. Nee, niet alleen bij die ander, maar bij ons allemaal. Hoe komt het toch, dat je tijdig beheersen zo moeilijk is, maar geweld gebruiken zo voor de hand ligt? Ook hier gaat het om wat mensen elkaar aandoen, met de blote vuist: hardhandig fysiek geweld. Geen moment van bezinning, maar zomaar door het lint gaan, ondoordacht denkend: ik heb gelijk. Maar hebben ze ook gelijk?
Mishandelen, doden, stenigen, het wordt steeds wreder. Wie eenmaal gedood heeft, doet dat vervolgens gemakkelijker, nog sneller. Alle remmen zijn los. Luisteren ho maar. Voor redelijke argumenten staat men niet meer open. Poetin is maar één van de vele trieste voorbeelden. Dat een mens zo verblind, zo dom kan zijn en zo genadeloos. Wat gaat er al niet in een mens schuil. Over de duistere krachten in onze psyche gesproken, in onze dwaalgeest.
En aan de andere kant: hoe kwetsbaar is een mens. Vredelievende medemensen, profeten, mensen met een boodschap die dik de moeite waard is, ze worden allemaal tot moes geslagen, maar niet gehoord door wie ziende blind en horende doof zijn.
De Zoon gaat dat ook ervaren. Van ontzag is geen sprake, wel van hebzucht en van een gerechtelijke moord. Over de verblinding van de hebzucht gesproken. En niemand doet er wat tegen. Men heeft het alleen over ‘een marktconforme beloning’. Alsof dat geen mooie term voor gebakken lucht is, een doekje voor het bloeden. De markt, dat ben je zelf. De markt is niet iets wat je overkomt, niet iets waar je geen greep op hebt. De markt; laat me niet lachen. De keizer is naakt, economie een twijfelachtige wetenschap.
Dat gebeurt er nu in een postmoderne keiharde maatschappij waarin geen ruimte meer is voor inspirerende rolmodellen die een natuurlijk gezag genieten. Wat geven wij onze kinderen mee, indien er geen rolmodellen en geen pedagogisch verantwoorde modellen meer bestaan? De leegte van het nihilisme. Nietzsche was er niet voor niets bang voor. En wij verkopen dat alles met een glimlach, die eeuwige glimlach, tot bij massamoordenaar Poetin toe. Over jezelf verkopen, over gebrek aan moraal, over gebrek aan ruggengraat gesproken. Wat een intrieste vertoning! En dat noemt men dan vrijheid.
De afgekeurde hoeksteen van de samenleving probeert ons aan het nadenken te krijgen over waar we mee bezig zijn. Gelijkenissen zijn immers nooit achterhaald, maar van alle tijden: altijd weer actueel, voor wie tenminste horen wil, voor wie tenminste de moed heeft om dingen, maar vooral zichzelf te veranderen, tijdig, voor het te laat is. Of dat gaat lukken, is maar helemaal de vraag.
Jezelf heilzaam veranderen begint bij luisteren, niet met het allemaal beter weten. Luisteren naar mensen met gezag, mensen die je iets bijzonders te zeggen hebben. Die zijn er niet zoveel. Die moet je dus zorgvuldig opzoeken. Daar kan je jaren mee bezig zijn. Het goede bereik je immers niet vanzelf. Het kwaad wel, maar al te gauw. De vraag is of we een geoefend oor hebben of dat ons gehoor is bedorven door allerlei ruis. De vraag is of we profeten nog wel herkennen of dat we eerder oog hebben voor idolen. Profeten dringen zich niet op. Profeten verwerven langzamerhand gezag. Profeten onderscheiden zich van anderen door een geheel eigen geluid, dat onweerstaanbaar klinkt, zich niet laat onderdrukken. Luisteren naar profeten is altijd de moeite waard. Dan kan je een heleboel andere dingen, die niet de moeite waard zijn, met een gerust hart overslaan. Het leven is maar zo kort en wijsheid zo zeldzaam. O ja, profeten worden voortdurend aan de schandpaal genageld door de publieke opinie. Die is nu eenmaal niet zo wijs.
Luisteren naar profeten is een rijke voedingsbodem voor een goede invulling van het leven. Van profeten leer je namelijk dingen die je nergens anders kan leren, een unieke kijk op het leven die alleen het goede voedt. Goedheid kan je niet genoeg leren. Het kwaad baant zichzelf wel een weg en vaker dan je zou willen. Goedheid is daarom een kostbaar gegeven. Goedheid raakt je diep. Op goedheid die je hebt ervaren kan je lang teren. Dat rijke gevoel wil Jezus bij ons teweeg brengen met Zijn gelijkenissen, dus ook met dit verhaal, waarin het van kwaad tot erger gaat en daarom tot nadenken stemt. Hoeksteen Jezus wil, net als de profeten, een groeiproces bij ons op gang brengen, tot heil van medemensen en niet in de laatste plaats van onszelf. Maar of ook Hij nog een gezaghebbend rolmodel is, is maar helemaal de vraag. ‘Wij hebben Hem vermoord’. Dat zei domineeszoon Nietzsche al. Amen.