Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

29 juni 2014

Gemeente van Jezus Christus,

Op de route die ik een aantal jaar geleden liep
in de bergen van Noorwegen
zag ik telkens om de paar kilometer
stenen stapeltjes.
Het waren stenen opgepakt door andere wandelaars
en neergelegd op een stapeltje
als markering van een bepaald
punt op de route of een mooi uitzicht.
Je kon zelf ook een steen oppakken en toevoegen aan de stapel.
Zodat de stapel nog hoger zou kunnen worden.
Niet alleen voor die stapel maar ook voor jezelf.
Want ergens is het fijn om zelf ook een steen
op te pakken en er bij te leggen.
Alsof je daarmee markeert: ik was hier.
De stenen stapeltjes deden me denken aan een lied
dat als volgt gaat:

Ik heb een steen verlegd,?in een rivier op aarde.
Het water gaat er anders dan voorheen.
De stroom van een rivier, hou je niet tegen
het water vindt er altijd een weg omheen.

Ik heb een steen verlegd,?in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten.
Ik leverde bewijs van mijn bestaan.
Omdat, door het verleggen van die ene steen,
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.

Misschien kunnen we er even naar luisteren?

Het is een lied dat veel aangevraagd wordt bij begrafenissen
En dat is ook niet zo gek.
Het is een lied dat iets zegt over ons verlangen om er toe te doen.
En betekenis te hebben.
Niet onopgemerkt te zijn gebleven.

Ook het verhaal van jakob past hierbij.
Ik ken eigenlijk geen enkel ander bijbels personage dat er zo
naar verlangt om er toe te doen.
Om te worden erkend en gezien.
En juist daarin maakt jakob het zichzelf heel moeilijk.
Vanaf het begin heeft hij het gevoel dat ie voor
die erkenning moet vechten, en dat doet hij dan ook.

Jakob wordt namelijk geboren als tweede van een tweeling,
Hij houdt de hiel van zijn broer in zijn hand.
Zijn broer esau wordt groot en rossig en stevig.
Jakob wordt het lievelingetje van zijn moeder.
Aan het eind van het leven wil zijn vader Isaak
zijn zonen zegenen.
Eerst Esau natuurlijk, hij kwam als eerste.
Maar Jakob, verlangend naar erkenning en betekenis,
doet zich voor als Esau.
En krijgt zo het eerstgeboorterecht met de zegen van Isaak mee.
Het verhaal is wat uitgebreider, maar hier komt het op neer.
De toekomstdromen van een vader en alle erfenisrechten
voor zijn eerste zoon
ontvangt Jakob, de hielenlichter, en niet Esau.
Het is natuurlijk de vraag of Jakob hier uiteindelijk wat mee opschiet.
Of het wat deed met zijn gevoel van eigenwaarde.
U kunt dat vast wel zelf invullen.
Ik denk het niet.

Esau is vervolgens woest dat Jakob het eerstgeboorterecht heeft meegekregen met de zegen. Blijkbaar kon je zoiets toentertijd niet terugdraaien of zo.
Ik zou zeggen, leg de situatie uit. Maar goed.
Het is onomkeerbaar.
En Esau zint op wraak.
Daarom moet Jakob vluchten.
De start van Jakobs zelfstandige leven begint dus
met een vals verkregen zegen en een vlucht.
Lijkt me niet een lekkere reis.

Vandaag hebben we twee achtste groepers laten overvliegen.
Als mensen om hen heen hebben we hen toegezongen,
Hun ouders nog als steuntje in hun rug,
En de zegen meegegeven voor hun verdere reis door het leven.
Zo hopen we dat ze zich gezien, erkend en geliefd voelen.
Net als met bergpaadjes zal ook hun leven
kronkelen, berg af en ook weer op gaan,
met onverwachte hoeken en vergezichten.
Met momenten die als gemarkeerde stenen stapeltjes in hun geheugen zullen komen.

Als kind kun je dat wat je ontvangt aan goede wensen en toekomstdromen van volwassenen eigenlijk
nog niet overzien en dat is maar goed ook.
De toekomst is de toekomst.
Helemaal voor hen om uit te vinden.

Als volwassenen zijn we al meer gevormd en geslepen aan het leven.
Onze toekomst ligt voor een deel al achter ons.
Sommige dromen zijn uitgekomen, andere dromen zijn misschien al gesneuveld.
Vragen zijn er misschien wel, over wat er nog kan in de toekomst,
Of dat alle kaarten al zijn geschud.
Misschien wel gevoelens van schaamte over dingen in het verleden. Misschien herkennen we ons zelfs wel in Jakobs vlucht.

Wat ik mooi vind aan het verhaal van Jakob
Is dat jakob zo menselijk wordt neergezet.
Met al zijn jaloezie, met al zijn tekortkomingen
en zijn verlangen.
Maar hij is wie hij is en ook hem overkomen
Weer nieuwe en goede dingen.
Zo vindt hij op zijn vlucht een plek om te slapen.
De zon is al onder. Een van de stenen, nog warm van de dag,
gebruikt hij als ondersteun voor zijn hoofd.
Dan valt hij in slaap en droomt van een nieuwe toekomst.
Van nieuwe kansen, van kinderen en van een land om in te wonen.
Wanneer hij wakker wordt noemt hij de plaats Bet el.
Dat betekent huis van God. Een plek waar voor hem de hemel weer open ging.
Om zijn dankbaarheid en eerbied te tonen,
zet hij de steen die hem als hoofdsteun had gediend rechtop.
Zo markeert Jakob de plek waar voor hem de hemel weer open ging.
En zo gaat hij verder de toekomst in,
Op weg, een reis die hem bij zijn oom Laban, bij Lea en uiteindelijk bij Rachel zal brengen,
Bij nieuwe avonturen.
Zo hoop ik ook voor ons op onze weg,
Dat wij plekken mogen vinden zoals jakob
Waar de hemel weer open gaat
Dat we ons gezien weten, erkend en geliefd.
Dat wij die punten mogen markeren,
Als stenen stapeltjes,
Om daarna in vrijheid verder de toekomst in te gaan.
Amen