Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

3 augustus 2014

Lezing uit de geschriften: Nehemia 9:14-21

uit de brieven: Romeinen 8:31-39

uit de Evangeliën: Matteüs 14:13-21

Voor Jezus geen vacantie, want Jezus krijgt nooit de gelegenheid om even tot rust te komen, even bij te komen van alle vermoeienissen. Nooit laat men Hem met rust. Altijd zijn er wel mensen om Hem heen die aandacht vragen. Het is om moe van te worden. Maar in plaats van kribbig op mensen te reageren staat de Heer voor hun roep om hulp open, omdat Hij medelijden met hen heeft. Wie medelijden heeft voorziet in de nood, zorgt voor een oplossing van het probleem, kan niet lijdelijk toezien, maar helpt. Zo ook Jezus. Zieken worden genezen, zodat mensen weer perspectief, deel van leven, toekomst hebben. Wat dat betekent in een samenleving waarin genezing een uitzondering was kunnen WIJ ons, met al onze medische voorzieningen, amper voorstellen. Wat er hier door mensen heengaat aan verwondering en dankbaarheid blijft ons veelal verborgen, onbekend, omdat wij genezing vanzelfsprekend zijn gaan vinden, regel in plaats van uitzondering.
Om de Heiland heen wordt heel anders gereageerd dan door Jezus zelf: niet vol medelijden en begrip, maar afwijzend. ‘Stuur die mensen toch weg! We kunnen hier niets met hen beginnen’. Tja, als je zo reageert kan je weinig voor een medemens betekenen, sluit je je helemaal af voor andermans behoeften. Die reactie is weliswaar gericht op een hele praktische oplossing, maar medelijden werkt op een andere wijze door dankzij empathie, aanvoelen wat die ander doormaakt, meedenken met de ander om tot een goede oplossing te komen.
Geconfronteerd met deze kille reactie van Zijn leerlingen kaatst Jezus de bal terug naar de discipelen. Zo leert Hij hun anders te reageren: geduldig, zich helemaal verplaatsend in wat die ander bezighoudt. Invoelingsvermogen reikt verder dan een snelle praktische oplossing. Inlevingsvermogen geeft mensen de kans om iets te beleven wat zij nooit meer zullen vergeten. Trouwens, de discipelen zullen wat er toen is gebeurd ook nooit meer vergeten, getuige het relaas van alle vier de evangelisten. Receptiviteit, openstaan voor de noden van anderen, maakt indruk. Maar je moet wel leren om receptief, ontvankelijk in het leven te staan. Maar dan gebeurt er ook wat, met jou en met je medemensen! Vol empathie inclusief denken is daarom een verrijking van je bestaan, een extra dimensie in je leven, een toegift, een genadegave van God. Zover zijn de leerlingen van Jezus nog niet. Ook ZIJ moeten nog groeien in het geloof. Je bent niet zomaar op goddelijke hoogte! Dat is een heel groeiproces. Er is een hele ontwikkeling, een heel leerproces voor nodig, wil je, net als Jezus, op het niveau van het Koninkrijk leven.
Jezus leert Zijn leerlingen dat je met weinig tevreden moet zijn, dat je ondanks weinig hulpmiddelen TOCH het vertrouwen moet hebben dat het allemaal goed zal komen. Wie het kleine niet eert, is het grote immers niet weerd. Vertrouwen, ondanks het klaarblijkelijke tegendeel, draait het daar niet steeds opnieuw om rondom Jezus, God? Fiducie hebben, vertrouwen BLIJVEN houden, ondanks alles, want als God voor ons is, kan niets ons tegenzitten. Vanuit een sterk Godsvertrouwen durven terugvallen op Gods liefde. Vertrouwen dat het uiteindelijk goed zal komen; niet alleen Jezus, maar ook Paulus moet het zijn mensen aanleren. De Schrift alleen heeft mensen blijkbaar niet kunnen overtuigen; ook dit verhaal niet, ondanks Gods overvloedige, overduidelijk betoonde liefde.
Met weinig, met een mosterdzaadje beginnen, om vervolgens te ervaren dat onder Gods zegen dat weinige tot overvloed wordt, honger onverwacht verandert in een weldadig verzadigd gevoel. Meer dan vijfduizend mensen krijgen hier te eten! Maar liefst twaalf manden vol blijven er over, genoeg voor alle twaalf stammen van Israël, toereikend voor alle maanden van het jaar. De ware Jozef denkt in hele voorraden in plaats van tekorten. Nooit meer te weinig, nooit meer gebrek. Zo overvloedig is Gods genade! Jezus laat mensen niet aan hun lot over, maar schenkt hun een voorproefje van Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Recht voor allen, dus voedsel voor alle mensen, nu al.
Wat zullen die mensen raar hebben staan kijken! Rond Jezus val je van de ene verbazing in de andere, is er steeds weer iets bijzonders te zien. Dat je dat mee mag maken, dat is toch wel heel bijzonder!
Waar mensen de kunst verstaan om Gods goedheid door te geven, blijkt er voor iedereen genoeg te zijn. Daarmee schenkt God mensen een veilig gevoel, het gevoel onder alle omstandigheden geborgen te zijn, je nooit zorgen te hoeven maken, omdat er God zij dank voor je WORDT gezorgd.
Dat God, ondanks tegenwerking, zijn volk niet in de steek laat, maar BLIJFT voorzien van voedsel wordt rond Jezus, de tweede Mozes, opnieuw duidelijk, voor de zoveelste keer. Over trouw, over betrokkenheid gesproken! Jezus staat in een lange traditie van mannen Gods die tijdig voor voedsel zorgen en zo Gods liefde, Gods goedheid uitdelen, laten zien wie God voor ons is. Opnieuw een teken dat God omziet naar zijn mensen, hen niet prijsgeeft aan ellende, maar er voor ons is, omdat Hij voor ons heeft gekozen. Dat wordt, steeds weer, overduidelijk rond een hele reeks profeten: Mozes, Elia, Elisa, Nehemia, Jezus. Rond Gods ambassadeurs wordt zichtbaar, dat niets ons kan scheiden van God en van Zijn liefde voor mensen. Rond hen ervaren mensen, dat waar God doorwerkt in ons bestaan er onverwachte dingen gebeuren die een mens alleen maar vreugde bezorgen. Vreugde, omdat het Evangelie een vreugdevolle boodschap van heil en goedheid is, die ons uitdaagt om te leven uit de VREUGDE van de navolging van Christus. Amen.