20 december 2009
De Evangelielezing is: Lukas 1:57-80.
Waar de stilte doorbroken wordt door een lied, gebeurt, telkens weer, iets bijzonders. Daar gaat men aandachtig luisteren naar de inhoud van dat lied.
Waar geloofd wordt gebeuren onverwachte dingen, klinken onverwachte namen. Waar tradities tot verrassing èn tot ontzetting van mensen doorbroken worden, weet men het vaak plotseling niet meer. Daar ontstaat een verwarring die, naar pas later blijkt, heilzaam is.
Aan die onrust komt hier pas een eind wanneer de monden van de omstanders van verbazing openvallen, omdat de priester en profeet Sacharja opeens weer kan spreken; ja meer nog gaat zingen; gaat zingen over waar hij vol van is. Waar men zingend het geloofd beleeft, worden geheimen onthuld. Daar gaat het over de God van Israël, die opmerkelijke wegen met zijn volk gaat en ook merkwaardige wegen met zijn knecht Sacharja is gegaan. Hier lopen die wegen van bevrijding, goedheid en zegen niet, zoals gebruikelijk, uit op Mozes of op koning David, maar op DIT onverwacht ter wereld gekomen kind van Sacharja en Elisabeth. In DIT kind komen allerlei lijnen uit het Oude Testament samen. In DIT merkwaardige kind, dat op het grensvlak van Oude en Nieuwe Testament leeft, gaan allerlei profetieën in vervulling. Het programma voor het hele leven van Johannes de Doper zit al in dit lied van vader Sacharja. In dit lied klinkt verder door hoe Gods gerechtigheid zich breed maakt, omdat de Heer zich aan zijn verbondsafspraken houdt, zijn beloften vervult, zij het ook soms na lange tijd en onverwacht.
Bevrijding, redding, heil zijn de belangrijkste woorden in dit lied. Waar de Geest werkt komt dit vreugdevolle allemaal tot stand. Waar andere geesten het voor het zeggen hebben, is vaak sprake van het tegendeel, komt men niet verder dan onvrijheid, stagnatie en mensen de mond snoeren. Maar rond de God van Israël wordt mensen recht gedaan.
Sacharja heeft het al helemaal voor ogen: dat in ZIJN zoon de profeet opstaat, die de komst van de langverwachte Messias zal aankondigen. Johannes de wegbereider is HET teken dat God zijn volk genadig is. Johannes de voorloper is de langverwachte Elia. Omdat hij dat al helemaal voor zich ziet, begint Sacharja zijn lied door helemaal in de lijn van de Psalmen God te zegenen: ‘zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren’, omdat HIJ ons heeft welgedaan, omdat alleen HIJ ons bevrijdt van wat niet goed is voor een mens. Daarom kan een mens niet buiten God, want waar anders vindt men zoveel goedheid? Is er rond Berlusconi of andere populisten sprake van echte, diepgaande bevrijding? Horen we daar niet vooral holle kreten? Terwijl hier, in dit lied, bij uitzondering, woord en daad samenvallen, de onderlaag niet vertrapt wordt onder de dreunende laarzen van de bovenlaag.
Sacharja brengt zijn Godsvertrouwen niet toevallig onder woorden in een lied. Sacharja zingt zijn geloof uit en zingt ons zo het geloof in. Ook deze profeet trekt in zijn lied grote lijnen door de geschiedenis. Hij ziet de geschiedenis als één voortgaande geschiedenis van bevrijding, één blijde boodschap, dankzij Hem die vanaf het begin wat duister is wegduwt om plaats te maken voor het licht, de Heer die geweld verafschuwt en er alles aan doet om ruimte te maken voor vrede.
Alleen vergeving en barmhartigheid creëren veiligheid en geborgenheid. Alleen vergeving en barmhartigheid creëren ruimte voor iedereen. Uit de terreurvrije ruimte van Gods goedheid wordt niemand buitengesloten. Johannes zal daarmee een nieuw begin maken, bij de Jordaan, vanaf je doop, die een leven lang heilzaam doorwerkt, tot heil van anderen, tot heil van jezelf.
Sacharja kent het geheim van Gods goedheid en gerechtigheid. Hij beseft wat dat voor mensen betekent. Daarom kan hij er alleen maar enthousiast en aanstekelijk over zingen in de hoop dat de omstanders het geweldige dat hier speelt ook gaan begrijpen, ook anderen tot inzicht komen dat DIT alleen de weg ten leven is, die unieke weg waarop God ons voorgaat.
Met zijn lied daagt Sacharja de omstanders uit het ook met Gods goedheid, het ook met vergeving en barmhartigheid te durven wagen, omdat andere wegen nier naar het ware leven leiden, maar slechts doodlopende wegen zijn. Alleen via vergeving en barmhartigheid komt een mens verder. Alleen door de wijste te zijn en te vergeven, alleen door barmhartig te zijn, verspreid je licht in het bestaan van mensen. Waar naastenliefde geen kans krijgt maken slechts hardheid en verbittering zich breed. Daar gaan geen harten meer open. Daar stroomt geen liefde meer. Dan groeien mensen uit elkaar. Is het leven dan nog wel goed?
Johannes en Jezus zien wat er aan mensen schort en waar mensen onder lijden. Daarom slaan zij ANDERE wegen in, kweken zij voortdurend begrip. Steeds opnieuw, omdat begrip, duurzame liefde, barmhartigheid en gerechtigheid helaas slechts moeizaam tot stand komen, met vallen en opstaan. Zonder vergeving en zonder geloof komt het niet zover dat mensen elkaar vasthouden, samen op weg gaan naar het geheim van Kerst. Johannes licht daar al een tipje van de sluier van op, laat ons al iets zien van wat komen gaat, waarvan wij het moeten hebben.
Durven wij Johannes en Jezus te volgen en het met hun zogenaamde softe middelen te wagen in het leven? Of kiezen wij voor een andere, waarschijnlijk dodelijke insteek? Gaan wij achter Johannes aan en lichten ook wij in ons leven een tipje van de sluier van het geheim van het Kerstkind op of zingen wij niet met Sacharja mee en laten wij ons niets gelegen liggen aan die woorden van vertrouwen uit dit lied? Blijft vergeving, blijft barmhartigheid alleen maar theorie, dan doen wij medemensen tekort en doen wij daarmee God tekort. Dan is het tevergeefs Kerst geweest. Amen.