11 januari 2009
Twee ambassadeurs van God, Johannes en Jezus, die voor hun mensen via de doop de weg banen die naar God leidt. Anderzijds een gezant van God, Jona, die in het water valt, omdat hij zich van God afkeert, Gods opdracht niet wenst uit te voeren. Water kan je op andere gedachten brengen, tot bekering leiden en tot een doortocht naar het beloofde land leiden. Dat overkomt Jona, als al dat water hem hevig benauwt.
De doop leidt naar een andere wijze van leven, een leven in dienst van God. De doop brengt ons nader tot God. Dat wij gedoopt zijn doet ons, net als Luther, beseffen dat wij een kind van God zijn, bij God geborgen zijn. Dankzij de doop weten wij dat God ons niet laat vallen, dat onzekerheid niet het laatste woord heeft in ons leven, omdat in de doop de basis is gelegd voor een verbond voor heel het leven met de Eeuwige.
God is ons zelfs in de diepte nabij en redt ons uit dat benauwende water. Dat zet Jona aan het denken:
waar ben ik mee bezig?
hoe moet ik verder leven, nu God mij niet loslaat?
De doop als keerpunt, dat is de bedoeling van wegbereider Johannes, die zo enthousiast en uitdagend vóór de Messias uitloopt. Vanaf toen is mijn leven anders verlopen, dankzij die uitgestoken hand van God, die mij, net als Jona, aan het denken zette. Dat leidde tot een breuk met mijn verleden. Op de oude voet doorgaan zou verloren tijd zijn geweest.
Van tijd tot tijd heeft een mens zo’n moment van bezinning nodig
om dankzij God God zij dank tot bezinning te komen
om tot jezelf te komen en jezelf hervinden
om niet in vaste patronen te vast te roesten
om tot creativiteit te komen.
Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Wil ik zo wel verder? Is dat wel goed?
Voor zo’n inspirerend moment moet je de tijd nemen; niet gauw doorhollen. Is dat niet het mooie van de oude dag, dat je de tijd hebt om zo’n moment van bezinning intens te beleven? De tijd hebt om te bidden, de tijd hebt om na te denken over het leven, tijd hebt voor God en voor jezelf. Maar als je DAN pas aan dat verrijkende moment toekomt, moet je je afvragen of je niet iets verkeerd hebt gedaan, of je jezelf (en anderen) niet tekort hebt gedaan: door niet eerder de tijd te nemen om geïnspireerd door Gods Geest tot bezinning te komen.
Jona KRIJGT die uitgelezen gelegenheid. Hij is er diep dankbaar voor, want oog in oog met God krijg je de kans om na te denken, een doorstart te maken. Wie gunt je die kans, behalve God? Met God steek je de diepte in. Bezield door de Heilige Geest krijgt je leven, net als bij Jona, de nodige diepgang en zo kom je verder. Oog in oog met God komen te staan; Gods Geest als bron van creativiteit. Wat een weldaad! Wat een Godsgeschenk!
Johannes gunt zijn mensen eenzelfde hoogtepunt in hun leven. En wat doet Jezus anders dan ons via gelijkenissen tot bezinning brengen: wie ben IK in deze gelijkenis? welke rol speel IK? wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?
De door de Geest bezielde Jezus is vanaf zijn doop een bron van creativiteit en levenskunst. Hij is voortdurend mensen aan het creëren die God behagen. Mensen die herschapen plezier beleven aan een leven met God. Mensen die er behagen in scheppen om er te zijn voor anderen. Mensen van Gods welbehagen, die geïnspireerd door Gods Geest op een creatieve wijze leven, iets uitstralen. Mensen aan wie te zien is dat zij gedoopt zijn. Net als dat aan Jona te zien is na die doodsbenauwde ervaring in de diepte, op het beslissende dieptepunt van zijn leven. Of was het veeleer een hoogtepunt?
De doop is dus geen moment, dat snel vervliegt, even en weer voorbij, maar een BESLISSEND moment, een heilzaam startpunt, dat doorwerkt in heel je leven. Daarom praat Johannes zo indringend op mensen in. Laat deze unieke kans niet voorbijgaan! Kom tot bezinning! Leef met God! Dat is goed voor jezelf en tot heil van medemensen. Leven in navolging van Christus is in allerlei opzichten alleen maar goed voor een mens.
Toen Jona met doodswater gedoopt werd leerde hij pas echt bidden. Bidden en je bezinnen – een inspirerende combinatie. Pas als het water hem tot de lippen stijgt, krijgt Jona er weer oog voor hoe belangrijk de tempel, de kerkgang voor hem is, dan ziet hij in dat hij niet buiten God kan. Dan vraagt hij God in zijn gebed wat GOD met zijn leven wil, Uw wil geschiede. Wat moet ik doen, Heer? Wat moet ik doen?
Alleen samen met God vinden wij een antwoord op onze diepste vragen. Bidden en je bezinnen leiden tot hernieuwde creativiteit, tot een inspirerende doorstart.
Het besef hoeveel hij aan God te danken heeft inspireert Jona er toe om zijn leven te beteren. Zonder die merkwaardige doop, zonder bezinning, zonder gebed zou het niet zover zijn gekomen. Daarom hebben we het gebed zo nodig, als bron van inspiratie, als inspirerend moment van bezinning. Elke dag de tijd nemen voor God, stil zijn voor God, is allesbehalve verloren tijd. Het is eerder een verrijkend moment, dat ons boven de oppervlakkigheid van het gewone uittilt, tot diepgang leidt.
Wat hebben we God hard nodig om verder te komen dan het doodgewone! God en het geloof hebben we harder nodig dan we vaak beseffen. Wat is het toch goed dat wij over het levende water mogen beschikken, als bron van inspiratie, vanaf onze doop. Amen.