Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

2 januari 2011

lezingen: I Korintiërs 1: 4-9
Jesaja 60:1-6
Matteus 2:1-12

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vandaag valt er wat te zien: de magiërs die afgelopen zaterdag – kerstochtend – nog verspreid in de kerk stonden, zijn in de stal aangekomen. De ster heeft hen naar het pasgeboren kind, de koning van de joden, geleid. In de overlevering heten ze Caspar, Melchior en Balthasar. Ze bieden hun geschenken aan: goud, wierook en mirre. Driekoningen is een bijbelverhaal dat tot veel folkore en verhalen aanleiding geeft.

Vandaag valt er nog meer te zien. Ik vond een schilderij, waarop het met de wijzen iets anders aan toe gaat. Wijzen die niet geven, maar wijzen die ontvangen.

Het is een negenluik van de Duitse schilder Emil Nolde, dat dateert uit 1911-1912. Het is een groot schilderij van ruim 2 bij bijna 6 meter. Het negenluik heet het leven van Christus. Het meest opvallend is het grote middendeel met de kruisiging. Links en rechts zijn kleine afbeeldingen uit het leven van Jezus: Aan de linkerkant de geboorte (links boven), de aanbidding van de wijzen (links onder), de 12 jarige Jezus in de tempel (rechtsboven), het verraad van Judas (rechtsonder). Aan de rechterzijde zien we de vrouwen bij het graf (linksboven), de opstanding (linksonder), de hemelvaart (rechtsboven)
en de ongelovige Thomas (rechtsonder).

Emil Nolde wil met zijn schilderijen de diepere zieleroerselen van de mens oproepen en hij beweegt zich in zijn werk op de grens van het groteske. In krachtige ruwe penseelstreken met contrasterende, soms zelfs lelijke kleuren wordt het dierlijke, maar ook het goede en het religieuze uitgebeeld. Dat is voor Nolde de voedingsbodem voor de komst van het Licht op aarde. Midden in een aardse, primitieve, boerse omgeving laat hij Christus verschijnen. Zijn verlossende boodschap raakt de mensen, waardoor zij bezield raken. Jezus is bij Nolde nooit alleen. Hij wordt omringd door mensen, hij verschijnt als een baken, een reddend licht te midden van het arme volk, dat door zijn komst in extase raakt.

Emil Nolde is niet een heel populaire schilder. Hij laat zich in zijn schilderwerk leiden door zijn instinct, door vurige vroomheid. In zijn extatische Christusfiguren, zijn groteske figuren met hun tronies, zou het ontbreken aan eerbied voor de openbaring, piëteit voor geloof en respect voor de kerk. Wie naar traditie en herkenbaarheid zoekt, moet niet bij Nolde zijn. Hij is té wild, té subjectief en juist daarom wordt hij ook weer door anderen gewaardeerd.

Op deze zondag waarop de magiërs uit het oosten centraal staan, licht ik er dit paneel uit:

Het kind is het middelpunt: dat kan niet missen. Maar het is niet Maria die het kind koestert en op schoot heeft. Eén van de wijzen heeft zich over het kind ontfermd, terwijl een tweede vertederd toekijkt, De derde wijze kunnen we niet eens zien, zo donker is het schilderij. Maria zit rechts, en aanbidt, geknield, het kind. Het lijkt de wereld omgekeerd.

In de verbeelding van Emil Nolde brengen de wijzen geen geschenken aan, maar het geschenk zit bij hen op schoot. De nadruk ligt op de menselijkheid van Jezus, op de ontroering en de vertedering die zijn geboorte bij twee van de drie wijzen teweeg brengt. Het bijzondere van dit kind: zijn goddelijkheid, vindt weerklank in het onverwachte: in de knielende Maria.

Dit schilderij kan ons – met de magiërs – op het spoor zetten van Jezus, en daarom laat ik het vandaag zien.

Hoe was het verhaal ook al weer? De ster die door de magiërs in het oosten gezien is, zet hen in beweging. De ster die aangeeft dat er een koningskind geboren is. Ze laten hun leven en hun bestaanszekerheid achter zich en gaan op weg. Ze hebben wel iets van Abraham. Volkeren komen naar Jeruzalem om de God van hemel en aarde te aanbidden, zo zag de profeet Jesaja het ook al.
Vreugde alom om een herbouwd Jeruzalem als oriëntatiepunt. De hele bewoonde wereld, alle windstreken doen mee. De wereld is veranderd, er is sprake van iets nieuws dat staat te beginnen.

In Jeruzalem is het kind niet, wèl koning Herodes die schrikt van dit bericht. Dit kind is voor hem een levensgrote bedreiging. Het is wat dat een groot koning zo in z’n rats zit vanwege een baby, maar ja die wordt door de magiërs wel ‘koning van de joden’ genoemd. De magiërs willen het kind aanbidden,
de macht over hun leven uit handen geven in handen van het kind, Herodes moet daar niet aan denken!

Deskundigen hebben snel de gewenste informatie: in Bethlehem moeten ze zijn. En als ze het kind gevonden hebben, wil Herodes graag op de hoogte gebracht worden. Hij wil ook aanbidden. Dat dacht ik toch niet: Herodes wil aanbeden worden. Hij speelt een vuil spel van macht, dood en geweld.

De ster leidt de magiërs verder op hun weg, naar Bethlehem. Daar bieden ze het kind geschenken aan. Goud, als symbool van macht, aanzien en prestige, wierook dat staat voor overgave en gebed. Mirre: geurige olie om de doden te balsemen. Volgens de overlevering is het de zwarte koning die mirre schenkt: hij die weet heeft van het lijden ‘nobody knows the trouble I’ve have seen’ Herodes¸ Jeruzalem en ook de geschenken zijn indicatoren dat het leven van dit koningskind een lijdensweg zal blijken te zijn. De engel van de Heer grijpt in, middels een droom de magiërs laten Jeruzalem links liggen en gaan via een andere weg terug. Tot zover het bekende verhaal rond de geboorte van Jezus en het begin van de periode waarin hij begint met zijn tekenen.

Het is een verhaal vol contrasten: de oprechte zoekende wijzen tegenover de sluwe Herodes, de ware koning van Gods volk die gezocht, gevonden en aanbeden wordt tegenover de valse koning die voor zijn voortbestaan afhankelijk is van de Romeinse bezetter. Het kleine kind tegenover een groot vorst.
Jeruzalem tegenover Bethlehem: het licht van God is geaard op een nieuwe plaats, een nieuwe makum, een nieuw Mokum, het kind Jezus voor wie de volken zich zullen buigen.

Jezus treedt op in het gewone leven dat onder beslag staat van Gods licht. God is in Jezus zichtbaar geworden, mens geworden, dat vieren we met Kerst. God heeft zijn verborgenheid verlaten, zijn licht en luister, zijn glans en glorie voor ons ontsloten.

De schilder Emil Nolde maakt duidelijk wat het geschenk is, of beter nog: wie het geschenk is. Het is niet dat het kind rijk wordt door de geschenken van de magiërs, maar het is precies andersom: de rijkdom ligt bij de magiërs op schoot! De wijzen blijken in staat om met lege handen te ontvangen. De handen van de wijzen worden gevuld door dit kind.

Of zoals Paulus het zegt: ‘door hem, dat is het kind Jezus Christus, bent u rijk geworden’. (I Kor. 1:5)
Verderop in de brief aan Korinthe voorziet Paulus dit wel van een kritische noot. De rijkdom van de geschonken gaven is niet iets om je op te laten voorstaan, zoals bepaalde lieden toen en daar deden.
Hij benadrukt dat het geschonken gaven zijn, door God zelf en dat dit een verantwoordelijkheid inhoudt. En alles valt in het niets, als er geen sprake is van liefde.Als je het doet, omdat het goed op je CV staat, omdat het past in ‘voor wat hoort wat’, maar zonder bezieling en liefde, dat houd je het niet lang vol, en komt het niet oprecht over.

Voor vandaag valt alle licht op het kind, het kind verschijnt onder ons. Hierin raken hemel en aarde elkaar, en komt God ons medemenselijk nabij. Het is een waagstuk, in het kind de rijkdom te zien.
Het is een waagstuk om te durven te ontvangen, met lege handen te komen, als een bedelaar, en deze lege handen door God zelf te laten vullen. Ik moest denken aan de maaltijd van de Heer, waarin we ook met lege handen komen die door Christus zelf gevuld worden. Vandaag is de gevulde rijkdom het pasgeboren kind.

Het is tegelijkertijd ook een relativering: we hoeven het dus niet allemaal zelf te vullen en te organiseren, we moeten vaak zo veel, en dat doen we onszelf nog aan ook!

Durven we het erop te wagen onszelf in het schilderij te zien, met de rijkdom van het kind Jezus op onze eigen schoot, het geschenk, de rijkdom die wij in Jezus ontvangen, de gaven die ons geschonken zijn. Het gaat om een leven in de geest van Jezus, door hem bezield en geïnspireerd, levend uit de gaven van de Geest, levend uit de verwachting van het koninkrijk van God dat komt.

Dat zijn de magiërs op het spoor, daaraan willen zij hun leven wijden. Als rijke mensen gaan ze terug, langs een andere weg. Door de rijkdom van het kind zijn ze andere mensen geworden. Aangeraakt door het Godsgeschenk: Jezus Christus.

Moge dat ook ons inspireren op onze weg door het nieuwe jaar 2011.

Amen