Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

11 september 2011

Gemeente van Jezus Christus,

Een jonge vrouw was weduwe geworden.
Op de begrafenis had iedereen welwillend
tegen haar gezegd dat ze:
Vooral moest bellen als ze iets nodig had.
Ze had geknikt, en ja gezegd,
maar eigenlijk was ze totaal ontredderd geweest
en leeg
en eenmaal thuisgekomen voelde ze niet de kracht om
de telefoon op te pakken,
laat staan mensen te bellen en te vragen om hulp.

Het was al avond geworden toen
de deurbel ging.
Een buurvrouw stond voor de deur,
met in haar handen
een dampende schaal lasagne.
“Ik kom niet om iets te vragen of te zeggen,
zei die buurvrouw,
maar je moet wel wat eten”.
Het had haar goed gedaan, dat simpele gebaar,
dat haar toen zomaar overkwam
op die avond zonder
dat ze erom had gevraagd.

Ik moest aan het verhaal van die jonge vrouw denken,
toen ik de tekst las
over de leerlingen,
die na de kruisiging van Jezus
het leven weer proberen op te pakken.
Uit de woorden die er staan,
krijg ik het idee
dat ze er doorheen zitten.
Ze zijn leeg. Op. Wat nu nog te doen?

Ik ga vissen, besluit Petrus.
Wij gaan mee, zeggen de anderen.
Het lijkt wel alsof ze hun oude leven
weer oppakken.
Dat leven van vissers. Van vis.

Zijn ze nu al vergeten
hoe ze met Jezus
vissers van mensen aan het worden waren,
en dat er een avond was
dat ze een beetje brood hadden en een beetje vis,
en dat dat alsmaar meer en meer werd
op het moment ze gingen delen?
En dat ze ervaringen hadden van geloof,
en van hoop,
en de meeste daarvan: de liefde?

Die nacht vangen ze helemaal niets,
alsof ook dat al niet meer lukt.
De fut is er uit, hun hart is leeg,
en hun netten ook.

Dan verschijnt er tegen de ochtend
iemand aan de oever.
Het is Jezus, maar de leerlingen herkennen hem niet.
He, hebben jullie soms iets te eten? roept Jezus,
na die lange nacht zonder resultaat.
Lekkere timing!
Woorden op een verkeerd moment niemand.
Nee! roepen zijn leerlingen,
ze herkennen hem niet.
We hebben niets te eten,
we hebben niets te geven.
Het is klaar.

Vandaag gaat het dan weliswaar over de liefde,
maar misschien hebben er vanochtend
ook al wel woorden
op het verkeerde moment geklonken.
“Alles is liefde” bijvoorbeeld is lastig mee te zingen,
als je hard aan het werk bent om
je huwelijk te redden,
of als je al in een scheiding bent verwikkeld,
of als je in de liefde steeds achter het net vist.
Liefde is een heel mooi en feestelijk thema,
maar het is geen eenduidig thema.

Want het dagelijks leven,
het dagelijks samenleven met elkaar,
kan juist heel ingewikkeld zijn.
Relaties kunnen slijten,
aan de tijd,
de vele jaren met elkaar,
of aan een druk leven.
En soms kan het lijken,
wanneer het begon weet je niet meer,
alsof je al een hele tijd
langs elkaar heen communiceert.
Met je partner, of
Je ouders, je kinderen,
Je buren of noem maar op.

De realiteit, dat dagelijkse leven,
vraagt veel van mensen.
En er kan een dag zijn,
dat je denkt:
Ik kan niet meer, ik ben leeg,
De koek, of de vis, is op.
Ik ben niet perfect!

Dat klopt.
De mens is niet perfect.

En dat geeft niet.

De bijbel heeft daar een mooi woord voor,
voor “dat geeft niet”.
Een woord dat rekening houdt
met die realiteit van het dagelijkse menselijke bestaan.
En dat woord is genade.

Genade is kijken de werkelijkheid,
de wereld zoals ze is, namelijk niet perfect,
en toch evenveel liefde voelen.
Als je met genade kunt kijken naar anderen,
ook als ze niet blijken te voldoen aan je verwachtingen,
verandert hard in zacht,
en kunnen relaties weer doorgaan.

En, misschien nog wel belangrijker:
door met genade naar jezelf te kijken,
kun je jezelf weer onder ogen komen.
Genade lucht op.
Het is een mooie vertaling van wat liefde is,
of kan zijn.
Want genade betekent:
je mag zijn zoals je bent.
En dan, ja dan pas
zie je opeens weer,
niet al je fouten, en dat wat er niet is,
maar wat er wel is
en hoeveel je eigenlijk in huis hebt!

Gooi dat net nog eens uit,
maar nu aan de andere kant, roept Jezus
naar diegene hij liefheeft daar in dat bootje.
De leerlingen doen het,
en trekken het net vol vis naar boven.
Van een leeg net en een leeg gevoel,
naar volle netten, vol leven, vol vis.
Pas dan herkennen ze hem,
die persoon op de oever,
En hoe hij naar hen heeft gekeken.

Het is Jezus!

Genade is hoe Jezus kijkt naar mensen.

En daarmee mensen herinnert aan hun potentie,
Aan al het leven dat er nog is,
Aan het leven dat nog voor hen ligt,
En aan de weg die nog kan worden gegaan.

Wanneer de leerlingen hun volle net
op de oever trekken,
staat Jezus daar klaar om ze te verwelkomen.

Kom eet iets, zegt hij.
Achter Jezus ontwaren de leerlingen een vuurtje.
Het brood en de vis staan al klaar.

Dampend als een schaal lasagne.

Amen.