Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

4 december 2011, 2e zondag van advent

Lezing uit het Oude Testament: Rechters 9:6-21
Epistellezing:21 Petrus 3:8-14
Evangelielezing: Johannes 1:19-28

Wuiven boven de anderen uit. Je ver verheven voelen boven de rest van de wereld. Zelfgenoegzaam zweven boven de werkelijkheid. Machthebbers overkomt het, steeds weer. Omdat zij nooit worden weersproken, te vaak een applausmachine van een stelletje claqueurs om zich heen hebben of omdat zij, net als Abimelech, qua karakter niet geschikt zijn om op een verantwoorde wijze om te gaan met de aan hun toevertrouwde macht, met het aan hun geschonken vertrouwen. Macht hebben verandert een mens. Macht corrumpeert helaas maar al te vaak. Het moeten wel sterke benen zijn die de weelde kunnen dragen. Wie heeft zo’n sterk karakter? Niet de zojuist gekozen koning, Abimelech, wel zijn broer, de dissident Jotam.
Jotam laat ons via een gelijkenis de grenzen en de gevaren van de macht zien, opdat ons de schellen van de ogen vallen, wij tot inzicht komen, er niet net als zoveel anderen intuinen. Een gelijkenis kan ons wel eens meer onthullen dan ogenschijnlijk heldere krantentaal.
Abimelech speelt rol van de sterke man. Maar een zogenaamde sterke man is vaak niet meer dan een schreeuwlelijk. Veel geschreeuw, weinig wol. De keuze van Abimelech maakt duidelijk dat een verkeerde keuze snel gemaakt is, want wie ziet door al die bomen het bos nog? Wie kan de beste politicus voor deze situatie ontwaren? Politiek is vaak een schaakspel vol onzekerheden, een schimmig, onduidelijk gebeuren, een boom in de mist (plaatje 2). Het is daarom lang niet altijd even duidelijk wat een goede keuze is, want voor al die bomen valt wel wat te zeggen: de een heeft dit voordeel, de ander heeft dat te bieden. Maar welke boom is nu het symbool van een vorst met een menselijk gezicht (plaatje 3)? Niet een vorst die over mensen heerst, maar een vorst die zich in dienst stelt van zijn medemensen. Geen sterke man die met harde hand regeert, geen heerser die mensen vermoordt. Wel een machthebber die net als Jezus mededogen heeft met mensen. Wel een bestuurder die als een goede Herder over het welzijn van mensen waakt.
Misschien komt die goede koning wel als een dief in de nacht. Niet om ons te overvallen en te vermoorden, maar om het goede, om gerechtigheid te bevorderen: mensen recht te doen, er voor te zorgen dat Gods goedheid zichtbaar wordt. Maar van een godvruchtig leven is bij Abimelech, mijn vader was ook al koning, dus ik ook, niets te merken. Hij is net als Gideon een geweldenaar, terwijl een goede koning juist het geweld moet beteugelen, in toom moet houden. Gideon, Abimelech; is erfopvolging wel de beste optie? Is een vredevorst niet een veel betere keuze? Siert de bescheidenheid van Johannes de Doper een vorst niet veel meer dan brutale krachtpatserij? Abimelech kent niet de bescheidenheid van het ‘wie ben ik dat ik dit doen mag?’ Abimelech kent zijn plaats niet, weet niets van, juist als koning, afhankelijk zijn van de Koning der koningen: regeren bij de gratie Gods, aan de hand van Gods geboden, Gods richtlijnen voor het welzijn van allen.
Nee, Abimelech zal wat krom is niet recht buigen. Hij zorgt meteen al voor een valse start. Abimelech heeft de Geest van God niet. Hij is veeleer een boze geest, die voor veel kwaad zorgt. De Geest van wijsheid en liefde is bij hem ver te zoeken. Hij is niet de juiste man, de boom geplant aan waterstromen die op tijd goede vruchten geeft, waarover de eerste Psalm zingt, opdat mislukkingen uitblijven en gerechtigheid doen alle ruimte krijgt.
Welke koning gaan wij vol vreugde tegemoet? Kiezen wij voor de goede Koning, de Heer der heren, of kiezen wij voor heersers en politici die wel een grote mond hebben, maar er niet veel van terecht brengen? Kunnen wij door het mistige geheel van reclame en propaganda heen kijken of verdwalen wij in de mist van populaire, maar holle kreten? Brengt onze favoriet vrijheid voor allen of alleen maar voor een select gezelschap? Beseffen wij wel hoe ingewikkeld een land besturen is, hoe langzaam veranderingen ten goede tot stand kunnen komen?
Abimelech gaat weinig bedachtzaam te werk en laat juist daardoor zien hoe snel het fout kan gaan, hoe bedrieglijk iemand zich kan voordoen en hoe snel zich een totaal ander heerschap kan ontpoppen. Het leek zo mooi. Maar nu is het te laat en zitten we met de gebakken peren. Deze kwade genius wandelt niet met God, loopt niet in Gods spoor, maar gaat eigen wegen, dwaalwegen. Zo hoort een heerser niet te zijn! Zo moordt alleen een Farao potentiële concurrenten uit. Zoiets doet men niet in Israël! Daar weet men beter, omdat men dankzij God weet heeft van wat goed is voor een mens.
Is daarom het goede niet veeleer in vertrouwde handen bij die kwetsbare dissident, die de moed heeft om te protesteren tegen zoveel onrecht en geweld? Jotam vertelt ons geen fabeltjes, maar staat met beide benen op de grond, stevig geworteld in Gods aarde, zoals een goede boom betaamt. Aan wie voor recht en gerechtigheid opkomt, kan je je NIET bezeren. Zo iemand slaat geen wonden, maar heelt wonden, net als die goede Herder, de barmhartige Samaritaan.
Een goede bestuurder geeft, net als een goede boom, schaduw (plaatje 4 = plaatje 1). Dat voelt weldadig aan. Daar kom je van bij. Schaduw voor al die mensen die de hitte des daags niet kunnen verdragen, bescherming zoeken. Een vorst die alleen maar tegen anderen uithaalt, biedt geen schaduw, werkt alleen maar prikkelend, totdat dat vernietigend blijkt te werken. Zelfs de cederbomen op de Libanon gaan eraan. En die heb je juist zo nodig om de weldadige regen aan te trekken voor het droge gebied.
Wie geen goede volksvertegenwoordiger is, maakt meer kapot dan goed is voor land en volk. Die vindt zichzelf heel wat. Maar heeft zo iemand wel oog voor anderen, net als Johannes de Doper en het Kerstkind? Op alles verzeggend vuur zitten we niet te wachten. Wel op een zachte bries. Wel op de zachte krachten, die zeker zullen winnen, op het eind, uiteindelijk, als de Koning der koningen wederkomt om met ons Advent te vieren: Zijn goede toekomst, recht voor allen. Gezegend het volk dat zo’n koning kiest. Gezegend het volk dat een regering heeft die zorgvuldig te werk gaat, net als de goede Herder zorg draagt voor mensen. Amen.