Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

26 juni 2011

Evangelielezing: Mattheüs 10:34-42

Voortdurend horen wij politici zeggen dat wij keuzes moeten maken. Keuzes betreffende zaken die zich over vele jaren uitstrekken, problemen die je helemaal niet kunt overzien. Waar doe je goed aan? Kan je je pensioen wel goed regelen, als je 22 bent, want wie kan overzien wat er in 45 jaar gebeurt? Je weet niet eens zeker hoe je leven er over tien jaar zal uitzien.

En dan vraagt Jezus ook nog eens van ons keuzes te maken. Wij dachten dat wij bij Hem tot rust konden komen. Wij zijn al genoeg overbelast. En dan gaat het zelfs op zondagmorgen over keuzes maken. Je wordt er wel eens moe van, van al die eisen die aan je worden gesteld. Zelfs in de kerk krijg je niet de broodnodige rust. Dan maar Melisana of valeriaan of die bijzondere kruidenthee. Alsjeblieft, even rust.

Keuzes maken en daarbij zelfs tegen familieleden kiezen: staat dat niet haaks op de opdracht je naaste lief te hebben? Zulke ingrijpende keuzes: wat heeft dat met betrokkenheid te maken? En ik dacht nog zo dat God liefde was. Weer een illusie armer…

Vrede en naastenliefde lijken hier aan gruzelementen te gaan. Is Jezus ook zo iemand die keihard saneert? Tweedracht in plaats van de lieve vrede; zo hard kennen wij Jezus niet. Daar gaat ons positieve Jezusbeeld. Of was dat een te eenzijdig beeld: te lief, te zoetsappig? Meer droom dan werkelijkheid: weinig realistisch?

‘Hoor Israël, de Heer is onze God’. Juist omdat onze lieve Heer uniek is, verlangt Jezus van ons voor God te kiezen, Hem met al onze kracht en mogelijkheden lief te hebben, ook als dat afstand schept tot medemensen. Dat die afstand er is, kunnen we toch niet ontkennen? We gaan toch elke zondag alleen naar de kerk? Je man blijft thuis; hij wil niet met je mee. Hij heeft ook een keuze gemaakt: niet voor Jezus. Of praten we daar maar liever niet over? Eerst deed het pijn; maar later heb je het maar geaccepteerd. JIJ blijft naar de kerk gaan: alleen, zonder man, zonder kinderen. Je had het zo graag anders gezien…

Kiezen voor God maakt je nogal eens een eenzame buitenstaander doordat er geen ruimte is voor een compromis. Daar windt Jezus geen doekjes om. Wie prioriteiten stelt, creëert schaduwzijden, kan wel eens pijnlijke keuzes moeten maken. De unieke God van Israël als prioriteit roept weerstand op, onvermijdelijk. Die pijnlijke kant hebben wij in ons land lang kunnen ontlopen, maar is er in veel landen gewoonweg. Dat moeten we niet verbloemen, maar durven erkennen en dus niet over het harde lot van christenen in bepaalde landen zwijgen. Kiezen voor God kan je in een isolement brengen, ook in ons land, waar de media onder het mom van een liberale houding in godsdienst een gevaar zien. Terecht? Die vraag stelt men niet eens. Over gebrek aan nuancering gesproken… Is dat optimaal gebruik maken van vrijheid van meningsuiting?

Kiezen voor God betekent penibele discussies niet ontlopen, juist uit naastenliefde anderen soms de wacht moeten aanzeggen: nu ga je te ver, nu maak je de verkeerde keuze, want laat je medemensen te gemakkelijk vallen in plaats van hen liefdevol te benaderen, zodat zij zich veilig kunnen voelen.

Kiezen voor God, omdat het vandaag niet langer vanzelfsprekend is dat je naar de kerk gaat. Dat kan wel eens betekenen dat je veel doorzettingsvermogen moet opbrengen, omdat het niet aantrekkelijk is om in de kerk als jongere tussen allemaal ouderen te zitten. En dan toch blijven komen. Zoveel volharding dwingt bewondering af.

Kiezen voor God is rechtvaardig zijn, kiezen voor wie kwetsbaar zijn. Jezus maakt die keuze, steeds weer, en dat levert Hem niet alleen applaus op, maar ook tegenstand, juist uit een hoek waarvan je het niet zou verwachten. Is dat soms de oorzaak van deze harde woorden, deze zwart-wit-taal? Al ontbreekt ook hier niet de belofte: wie Mij durft te ontvangen, wie openstaat voor een ander, ontvangt God zelf, in de gestalte van een medemens, opdat de liefde het laatste woord heeft; niet de haat, niet de verbittering. Ondanks tweedracht afstand overbruggen, omdat God naar ons is toegekomen, in deze Ene, soms onbegrijpelijke Heer, deze unieke keuze die ons heeft gevonden, die aan het kruis voor ons heeft gekozen en ons daarom ontvangt als gast aan tafel. Amen.