27 februari 2011
Gemeente van Jezus Christus,
Een paar jaar geleden
zaten Tom en ik nogal krap bij kas.
We hadden wat studieschuld,
en alletwee nog geen vaste baan.
Het was elke maand een beetje,
de broekriem aantrekken zal ik maar zeggen.
Dus op een ochtend liep ik
Langs een kleine kiosk
en buiten hing (geloof ik) een poster met :
krassen, krassen, krassen, uitroepteken!
En ik dacht: hmm, ja, een kraslot.
Dat zou best wel eens handig zijn, zo nu.
Gewoon voor 1 keertje. Oh, al is het maar
even een paar honderd euro. Ik hoef
geen miljoenen. Maar net even.
Dus ik naar binnen, en ik kocht een kraslot
Van 7.50. Snel keek ik of ik wat gewonnen had.
Helaas, niets. Shit, dacht ik.
Maar, er waren heel wat geweest
vakjes om te krassen, veel kans.
En ik dacht al koop ik nog 1, nog eentje.
Dan misschien heb ik met al die nieuwe vakjes
nog een kansje,
Al is een maar een paar tientjes.
En zo ging het, en daarna
zelfs nog 1 keertje.
En, nou ja, toen moest ik mezelf echt
inhouden, en weglopen,
want anders had ik er nog 1 gekocht.
En terwijl ik naar huis liep
Dacht ik wauw dacht ik, en help, zo snel als dat gaat.
Nu wordt er in de kerk vaak over geld gepreekt.
Misschien kent u die riedeltjes.
Waak voor de mammon, de geldzucht, de geldduivel.
ik vraag me ook af of daarmee wel de
juiste boodschap wordt gegeven.
Ik geloof namelijk niet
dat onze motivatie om dingen te doen
zozeer voortkomt uit slechte bedoelingen.
Alsof we allemaal een soort boosaardige
wezens zijn die uit zijn op verderf.
Ik denk dat onze motivatie eerder
voortkomt uit goede bedoelingen.
We willen het juist graag goéd doen.
Goed zorgen voor ons gezin, voor onszelf.
Ik kocht die krasloten met het idee,
wat ruimte te kopen,
want ja, hoe moest dat nu als we nog heel
veel langer financieel wat onzeker zouden
moeten leven?
Dat zinnetje ‘hoe moet dat nou als…’
Dat speelt vaak een rol bij dingen die we goed willen doen.
Met ‘hoe moet dat nou als’, proberen we in de toekomst
te kijken.
Nee, beter gezegd,
Op het moment dat we ons dat afvragen
proberen we de toekomst voor te zijn,
En alles wat daar in die toekomst kan gebeuren.
Het is gek,
Maar op dat moment gebeurt er iets.
Want je maakt je afhankelijk.
Niet van wat je weet, maar van wat je nog niet weet.
Misschien gaat dat onbewust.
Er zijn immers zo veel dingen hartstikke onzeker in het leven.
Geen wonder dat we proberen dat wat
Onder controle te brengen.
Met geld kun je een heleboel dingen doen.
Een goed huis kopen,
Verzekerd zijn van een bepaald inkomen,
En daarna een pensioen.
Maar dat hoeft niet te betekenen
Dat het onzekere gevoel daarmee verdwijnt.
Dan weet je, ik leef niet vanuit vrijheid,
Maar vanuit angst.
Door het leven te gaan,
En je comfortabel te voelen
Met dat wat je niet weet,
-en dat is:
Alles wat de dag van morgen zal brengen-
Dat is best, zo niet hartstikke, moeilijk,
Misschien wel bijna onmenselijk.
Dieren lijken daar minder last van te hebben.
Mijn hond bijvoorbeeld,
die maakt zich ook nooit zorgen over
wat er morgen staat te gebeuren.
Sterker nog, mijn hond maakt zich niet eens zorgen over
wat er de komende minuut staat te gebeuren.
Dat komt natuurlijk omdat dieren,
in tegenstelling tot mensen,
helemaal geen besef hebben van gisteren of vandaag,
of morgen of over een week.
Kijk eens naar de vogels, merkt Jezus op.
De mensen die naar hem luisteren
kijken omhoog.
Daar vliegen de vogels
Ze maken buitelingen in de lucht.
Zo licht zoals ze zich laten dragen door
de wind.
Zo vrij.
Die zorgen zitten je in de weg,
En alles waar je je aan vast probeert te klampen,
Dat houdt je gevangen.
Zo kom je nooit van de grond.
Maak je geen zorgen voor de
dag van morgen, zegt Jezus.
Wie kan met al die zorgen een dag
aan zijn leven toevoegen?
Zoek liever eerst het koninkrijk van God
En zijn gerechtigheid.
Op de liturgietafel staat nog steeds
een hele zware rugzak.
Iedereen heeft er een op z’n rug.
Niet letterlijk,
Maar figuurlijk.
Een onzichtbare gevulde rugzak.
Afhankelijk van onze ervaringen
en ons karakter
is de rugzak gevuld,
en normaal gesproken gaat die
overal met ons mee.
We voelen zijn gewicht,
De ene keer meer dan de andere keer.
En heel soms is ie wel eens zo zwaar
Dat we er wat onder gebogen van
gaan lopen.
Maar vandaag mogen we op reis.
Op zoek naar het koninkrijk van God.
En juist voor die zoektocht
heb je deze bagage niet nodig.
Alles wat daar in die tas zit,
– alle ‘hoe moet dat nou’s’,
en alle dingen die we geprobeerd hebben
om de onzekerheden
(die wel degelijk heel reeel!)
zijn te bestrijden,-
mag je laten staan.
Zo zonder rugzak
kom je ineens wat rechter op te staan.
Je krijgt weer wat zicht op de weg.
Hè, hè.
En weer wat oog voor je de omgeving.
Ook voel je je
in eens weer een stuk lichter.
Je weet wel, alsof iemand
Een tijdje op je rug heeft gezeten,
En er dan opeens afspringt.
Bijna alsof je voor heel even
een beetje opstijgt.
Amen.