31 augustus 2008
ds. Wim Lamfers
Mededelingen namens de kerkenraad
Stil gebed
Na het voorspel van het intredelied gaat de gemeente staan
VOORBEREIDING
Intredepsalm: Psalm 105:1, 2 en 18
V: In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
G: Amen
V: Onze hulp is in de naam van de Heer,
G: die hemel en aarde gemaakt heeft.
V: Gebed van toenadering: DB, 775 nr. 35, als slot:
zodat wij uw kinderen zijn, vandaag, morgen, ja altijd, door Christus, onze Heer.
G: Amen
De gemeente neemt plaats
Na de respons na ons gebed om ontferming zingen wij als gloria: gezang 409:1, 2, 4 en 5
Barmhartige God, ontferm U over mensen die zich zorgen maken over hun gezondheid. Die is zo broos geworden. Je voelt je nooit meer honderd procent fit, te vaak moe. Zo was je vroeger niet.
Ontferm U over deze mensen, geef hun de kracht en het geduld om met die ingrijpende veranderingen in hun leven om te kunnen gaan.
Ontferm U over mensen die de zorg dragen voor iemand met psychische problemen. Die problemen zijn zo ingewikkeld: je weet nooit wat er onverwacht kan gebeuren. Die zorg kan je zo zwaar vallen. Hoeveel inkasseringsvermogen heb je zelf?
Sta deze mensen bij in hun bezorgdheid en draag hen door de moeilijkheden heen.
Ontferm U over mensen die zich zorgen maken over hun kinderen. De wereld om hen heen is zo hard en er komt zoveel op hen af. Kunnen zij de verleidingen wel weerstaan als men in de groep WEL meedoet? Waarom passen zij niet beter op?
Hoe kan je elkaar dan bereiken, vasthouden, diep verstaan, met raad en daad terzijde staan?
Sla bruggen waar dat nodig is en geef uitkomst.
Wees met mensen wier leven vernield is na dat ongeluk. Mensen die moeizaam revalideren, maar nooit weer de oude zullen worden. Mensen met diepe wonden.
Steun deze mensen. Zij hebben het zo nodig.
Heer, voor al deze bezorgde mensen bidden wij U:
Glorialied: Gezang 409:1, 2, 4 en 5
DE SCHRIFTEN
Groet
Gebed van de zondag: DB, 458a en c.
De kinderen gaan naar de kinderdienst
De gemeente gaat staan
De lezing uit Mattheüs 17:14-20 wordt aldus besloten:
Lectrix (Annelies Westra): Zo spreekt de Heer.
Gemeente: Wij danken God.
De gemeente neemt plaats
Lied: Gezang 75:1, 2 en 3
Twee weken geleden hoorden we hoe een moeder als een terriër vocht voor haar geesteszieke kind. Nu is het een wanhopige vader, die zich ten einde raad tot Jezus wendt. Ouders die een ziek kind hebben. Wat doet dat allemaal met hen? Hoe zwaar hebben zij het? Of hebben wij daar geen notie van? Hoe kunnen we hen dan begrijpen, als we ons niet kunnen verplaatsen in hun situatie, in HUN leefwereld?
Ook hier klinken de woorden die wij steeds weer in het Evangelie horen: ‘Kyrie eleison, Heer heb medelijden, ontferm U over mijn kind’. Opnieuw blijkt dat er veel ellende in de wereld is, ongekend veel leed. Hoe vaak worstelen mensen niet in het verborgene met een langdurige, ongeneeslijke ziekte, die de nodige problemen veroorzaakt en steeds weer angst oproept? Hoe vaak is dat alles weliswaar niet te zien aan mensen, maar wel heel bepalend aanwezig in hun leven?
Opnieuw staat er iemand voor Jezus, die hoopt dat er nu dan toch eindelijk redding zal zijn. Opnieuw gaat het over ingewikkelde psychische problemen die grote gevolgen hebben; gevolgen, waar je iemand heel moeilijk tegen kunt beschermen. Nu eens brandt deze jongen zich aan het haardvuur, dan weer ligt hij in een sloot. Pijn voelt hij altijd weer te laat. Dan is het onheil al geschied. Epilepsie gaat vaak gepaard met onvoorspelbaar gedrag, een onverwachte aanval, met alle pijnlijke gevolgen van dien. Je bent als ouder ten einde raad, want je hebt al zoveel mee moeten maken en het gaat om je kind, je vlees en bloed. Wat voel je je dan machteloos, hulpeloos! Machteloos moet je toezien hoezeer je kind lijdt. En jij lijdt mee…
Hebben die onvoorspelbare gedragingen van dit kind iets met de stand van de maan te maken of staat wat een mens overkomt NIET in de sterren geschreven? Velen geloofden ook toen van wel. Maar met de horoscoop kom je ook hier niets verder. Met bijgeloof kom je nooit ook maar iets verder. Wel met geloof! Wel met Godsvertrouwen! Wel met het verwachten van God!
Zelfs in de buurt van Jezus, vlakbij Jezus kom je niet dichter bij genezing: de genezing komt niet tot stand dankzij Jezus’ leerlingen, tot wie deze vader zich eerst heeft gewend, maar alleen dankzij Jezus zelf. Hij is ook hier de diepste zin van de geschiedenis. Dat zit de discipelen niet lekker, dat zij niets konden uitrichten; maar dat zit ook Jezus niet lekker. De vraag van de leerlingen ‘waarom hebben WIJ hem niet kunnen genezen?’ is ook ONZE vraag, op het moment dat WIJ machteloos rond een ziekbed staan. Hun gevoelens van onmacht zijn ook ONZE gevoelens van onmacht, als wij met ernstige ziekte worden geconfronteerd. Konden wij maar net als Jezus helpen, denk je op zo’n moment in je onmacht en je wanhoop. Konden we maar….
Maar er verandert niets. Onze macht is beperkt, uiterst beperkt. Dat zit ons niet lekker, gesteld als wij zijn op die ene zieke. Konden wij maar…
De ziekte woekert intussen voort. Weer een sterfgeval in de familie. Al die pijn die dat bij je oproept. Konden we ook DAAR maar vanaf komen, van al dat verdriet, dat je leven zo overhoop gooit. Maar ook dat lukt ons niet… Ziekte en verdriet zijn ONS de baas.
Net als eens Mozes wordt ook Jezus er moe van er altijd maar weer te moeten zijn voor mensen. Maar Jezus wordt vooral van ONS moe, meer nog dan van al die om hulp bedelende mensen. Waarom is het geloof van veel mensen om Mij heen toch zo klein? Waarom is hun Godsvertrouwen zo gering? Jezus stelt ons hier een pijnlijke wedervraag als antwoord. Waarom is ons Godsvertrouwen maar zo klein? Blijkbaar nog kleiner dan een mosterdzaadje. Dat stelt niet veel voor. Ons geloof is blijkbaar nog kleiner,dat wij niets kunnen uitrichten.
Geeft Jezus hier die gebedsgenezers gelijk, die ons hetzelfde verwijten? Zij genezen mensen. Mensen lopen zomaar over het toneel, zonder stokken, zonder rolstoel. Dat zouden WIJ niet teweeg kunnen brengen. Ik denk niet dat Jezus het daarover heeft. Rond Hem zie je nooit zulke tijdelijke genezingen. De Heiland heelt diepere wonden.
Jezus’ woorden zijn veeleer een uiting van teleurstelling. Nou ben ik zo dichtbij jullie en al zo lang; en wat haalt dat nu in hemelsnaam uit? Jezus kan het geringe effect van Zijn optreden, al die tegenwerking en tegenspraak niet langer verdragen. Het wordt ook Hem te veel. Mag ook HIJ zijn hart eens luchten, ook al siert dat ons niet?
Intussen blijft het probleem bestaan, blijft de vraag overeind: waarom HIJ wel en WIJ niet? Hoe zit het met ons geloof? Is dat slechts bijzaak in ons leven, niet meer dan versiering, of is dat de centrale drijvende kracht in ons bestaan? Jezus zet ons hier wel het pistool op de borst!
Want hoeveel tijd besteden wij per week aan ons geloofsleven? Meer dan twee uur per week? Komen we wel aan bidden toe met al die verplichtingen die we hebben? Maar hoe kan het geloof ooit groeien zonder er tijd in te investeren? Moet het geloof ons dan zomaar komen aanwaaien, terwijl wij in andere zaken WEL veel tijd stoppen? Moet God dan ALLES doen? Staan wij ECHT open voor God en voor onze medemens of draait ons leven vooral om onszelf?
Hoe groot is ONS gebrek aan geloof? Waarom wint de wanhoop het rond een ziekbed altijd weer van ons Godsvertrouwen? Waar is ons geloof dan opeens? Wat doen we dan met het geloof? Of heeft het ons juist dan niets te bieden?
Jezus zet ons aan het denken. Dat is niet voor de eerste keer. En Hij vraagt wat van ons. WAT Hij vraagt is niet gering. Hij vraagt van ons niet tegen problemen als tegen een berg op te kijken, maar problemen op te lossen. Jezus vraagt van ons vol goede moed op God, vol Godsvertrouwen bergen te verplaatsen. Ook dat kunnen we. We spelen met bergen als met pionnetjes, als we het geloof dat zo groot is als een mosterdzaadje hebben. Godsvertrouwen geeft zelfvertrouwen. Godsvertrouwen geeft moed, veel moed. Met de moed van het geloof kan een mens heel veel aan, ja zelfs heel veel veranderen. Amen.
Stilte
Orgelspel
Lied: gezang 427:1, 2, 6, 7 en 8.
Wij zamelen onze gaven in voor de kerk en voor de diakonie
Tijdens de collecte komen de kinderen terug uit de kinderdienst
Op zondag 24 augustus overleed 93 jaar oud Anna Maria van Alphen-van Capelle. Mevrouw van Alphen, die aan de Hugo de Grootlaan woonde, leefde elke zondag met ons mee via de kerktelefoon.
Voor haar zoon en diens gezinsleden, die zoveel voor moeder deden, betekent dit heengaan een ingrijpende verandering. Vrijdagmiddag hebben wij mevrouw van Alphen begraven op Carspelhof. Wij gedenken dit meelevende gemeentelid vol dankbaarheid.
Voorbeden, stil gebed en Onze Vader:
Barmhartige God, wij danken U dat U ons nabij bent met Uw troost als wij het moeilijk hebben na een pijnlijk verlies. Wij danken U dat wij dan terug mogen vallen op Uw toezegging dat U er altijd voor ons bent, in en na dit leven. Wees met al die mensen die worstelen met het raadsel van de dood, met de leegte om hen heen. Geef hun kracht en de nodige moed op het leven, opdat er in hun leven meer is dan verdriet.
Wij danken U dat U voor ons openstaat, ook als wij te weinig openstaan voor U. Dat U niemand laat vallen, ook als wij geen tijd voor U hebben. Wij danken U dat U consideratie heeft met wie U nodig hebben. Dat U iedereen vol liefde aanziet en helpt.
Wees met de mensen die worstelen met epilepsie, daaronder lijden, belemmerd worden in hun mogelijkheden, blootstaan aan angsten voor het ongrijpbare, het onverwachte. Mensen van wie engelengeduld wordt gevraagd, omdat er geen uitzicht is op verbetering van hun situatie. Maak het ook met deze mensen goed, zodat de vreugde het in hun leven wint van de zorgen.
Wees met al wie zorgen voor medemensen met psychische problemen, daar veel geduld bij moeten opbrengen. Geef deze mensen de nodige wijsheid, takt en volharding. Geef zorgverleners inzicht en geduld om er volop te kunnen zijn voor wie het niet alleen redden en dat soms jarenlang.
Je hebt geboeid naar de Olympische spelen gekeken en je zou zelf zo graag. Wees met al die kinderen die niet de kans krijgen om zich uit te leven in een sport en met al die kinderen die mateloos
moeten presteren, meer dan goed voor hen is. Maak dat kinderen zich evenwichtig kunnen ontwikkelen. Geef kinderen de moed om karakter te tonen, de kracht om op een goede wijze lastige problemen in het leven aan te kunnen.
Wees met mensen die aangewezen zijn op de hulp van de diakonie of van de voedselbank. Dat schaamte hun er niet van weerhoudt om hulp te vragen. Dat wij hen als diakonie bereiken, omdat U er voor mensen bent en wij er namens U mogen zijn voor anderen.
Wees met al die mensen in Rusland die naar meer demokratie verlangen, maar lijdelijk moeten toezien hoe machthebbers dat verlangen frustreren. Dat politici daar eindelijk tot het inzicht komen dat het niet in het belang van Rusland is om een eigenzinnige weg te gaan. Dat politici daar eindelijk oog krijgen voor de frustraties die er bij omliggende volken leven vanwege een pijnlijk verleden.
Wees met al die mensen die Uw kerk in stand houden. Zich alom inzetten, creatief nieuwe mogelijkheden benutten, intens betrokken zijn bij het onderhoud van kerkgebouwen en bij het onderhouden van kontakten met medemensen. Dat zij zich door U gedragen weten bij hun werk.
Wat ons bezighoudt, maar wij alleen U kunnen toevertrouwen fluisteren wij U in.
Heer, wij bidden U: LUISTER HEER… Onze Vader
De gemeente gaat staan
Slotlied: Gezang 426: 1 en 2.
Wegzending en zegen: