21 december 2008
Gebeden en verkondiging zondag 21 december 2008
Vierde zondag van Advent – dienst van de doop van Sepp Leo Heijstee
Grote Kerk van Weesp
Ds. Stefan Dijkhuizen
Vooraf:
Kyrie-gebed:
Wij allemaal -zoals we hier zijn samen gekomen- hebben zo onze zorgen.
Over dingen die spelen in ons leven, of in dat van mensen vlakbij ons.
Zorgen om deze wereld en alles wat daarin steeds weer aan verdrietigs en onrechtvaardigs gebeurd.
In dit gebed voor de nood van de wereld leggen we het bij de Eeuwige neer. In het vertrouwen dat Hij het zal bedekken met zijn ontferming en het zal overkomen met de schaduw van zijn bewogenheid.
Laat ons bidden…
Liefdevolle God,
wij bidden op deze laatste Adventszondag voor Kerst, waarin wij op zoek zijn naar een beetje meer vertrouwen, en we in verwachting op U zijn, voor al die mensen wiens vertrouwen beschadigd is.
Door economische recessie, door dreigend ontslag en daarmee verlies van baan en zekerheid.
Door onverantwoord gedrag van mensen aan wie wij ons vertrouwen blindelings schonken. Door corruptie en discriminatie door overheden en machtige personen.
Heer, ontferm U, en leer ons vertrouwen op uw weg met ons. Zo bidden wij…
Rechtvaardige God,
wij willen bidden voor al die mensen die het vertrouwen in een andere, betere wereld zijn verloren. Door geweld, door onrecht. Door ruzie en jaloezie, en scheef gegroeide relaties.
Heer, ontferm U, en leer ons vertrouwen op uw weg met ons. Zo bidden wij…
Nabije God,
wij willen bidden voor onszelf, als wij niet meer kunnen of willen vertrouwen op onszelf. Wanneer ons iedere vorm van zelfvertrouwen ontbreekt en wij onszelf en daarmee vaak ook anderen tekort doen. Wanneer wij onszelf klein houden, en uit moedeloosheid en wantrouwen niet durven opstaan.
Heer, ontferm U dan over deze wereld en over ons.
Leer ons meer en meer vertrouwen op uw weg met ons, zoals al die getuigen die ons voorgingen in een weg met U, zoals vandaag David en Maria. Zo bidden wij…
Presentatie:
V: De doop is een teken waarin christenen van alle tijden en alle plaatsen elkaar en zichzelf herkennen.
De doop geschiedt met water, teken van ondergang en opstanding, teken van nieuw leven en dragende kracht.
Het teken wil zeggen: wij zijn van de Heer, Hem behoren we toe,
in zijn naam mogen wij leven.
In de naam van de Vader, die ons mensen heeft willen aannemen
als zijn kinderen, die in zijn liefde ons geeft, iedere dag opnieuw,
te leven uit de kracht van zijn Woord.
In de naam van de Zoon, die kwam op aarde, kind onder de kinderen, mens onder de mensen, onze weg kruisend, om ons te roepen tot dienst aan zijn Koninkrijk;
In de naam van de Heilige Geest, waarmee God ons wil raken, opdat ons leven en samenleven mogen worden vervuld van zijn Geest.
Levend in de naam van de scheppende Heer dopen wij.
En we roepen hem daarbij met zijn naam, die door dit teken zich verbonden mag weten met God, Hem dankend voor wat Hij ons geeft.
V: Want zojuist is hier in de kerk, in het huis van God, een kind naar binnen gebracht.
Ik vraag nu aan de doopouders om te gaan staan en te antwoorden op de volgende vragen:
Verlangen jullie dat jullie kind gedoopt wordt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest?
O: Ja, dat verlangen wij.
V: En met welke naam zal hij gedoopt worden?
O: Sepp Leo Heijstee
V: Mag dan deze naam voortaan geschreven staan in de palm van Gods hand.
Doopgedachtenis en belijdenis:
Gemeente,
straks zullen we getuigen worden van de doop van Sepp.
Voor allen die zelf ooit gedoopt zijn is dat ook een moment waarop we daaraan terugdenken. Om dat te bekrachtigen en onze eigen doop te be-amen belijden we daarom nu ons geloof en dat doen we zingend en staande, voor zover mogelijk.
Gesprek met de kinderen
Wie heeft zwemdiploma? Kun je dat halen zonder te zwemmen?
Kan Sepp een diploma krijgen?
Ookal is het niet een diploma wat hij krijgt, toch mag hij vanaf vandaag weten dat God met hem meegaat, ookal is het door het water heen.
Doopgebed:
Eeuwige God, wij zegenen U;
omdat U Noach uit de zondvloed hebt verlost,
Israël uit de Schelfzee hebt bevrijd
en Jezus uit de Jordaan hebt opgewekt.
Wil ook ons, bidden wij,
zò aan het licht brengen uit het water van de dood,
om op te staan tot leven waarin U welbehagen hebt.
Stort over Sepp, die in dit water gedoopt zal worden,
uw Heilige Geest uit, die zweeft boven de wateren,
de duif van de Jordaan,
zodat in hem de gezindheid van Jezus, onze Heer,
zelf zal gaan groeien. Amen
Doop en zegen:
V: Sepp Leo Heijstee,
ik doop je in de Naam van de Vader, – en de Zoon, – en de Heilige Geest. Amen.
Je bent een kind van God, getekend met het kruis van Christus.
De zegen van de Levende zal je omgeven en bewaren, van nu aan en in al je dagen. Amen.
Overhandigen van de de doopkaars:
V: Sepp, ik geef aan je ouders deze brandende kaars,
die ontstoken is aan het Licht van de opstanding.
Als een teken van hoop voor jou:
wees een licht in de wereld,
wees een vuur onder de mensen,
wees een vonk van Gods goedheid.
Dat daarom ieder jaar weer deze kaars mag branden op deze 21e december, jouw doopdag.
Gesprek met de kinderen
Vierde Advent, luikjes.
Op de vierde zondag wordt het verhaal verteld van de aankondiging aan Maria. Maria kende de engel niet en ze schrok erg toen hij bij haar kwam. Maar Maria had vertrouwen: Ze zei dat het zo moest gaan als de engel gezegd had.
Verkondiging:
Gemeente van onze Heer,
Wat maakt het dat je iemand of iets durft te vertrouwen?
Uit de antwoorden die de kinderen net gaven, blijkt wel dat iemand vertrouwen helemaal nog niet zo eenvoudig is. Het heeft alles te maken met het durven loslaten van het veilige en het bekende. Met jezelf in handen leggen van iets of iemand anders. En gek genoeg is zelfs het vertrouwen in jezelf vaak ook al een hele opgave. Er zijn toch maar weinig mensen die daar geen last van hebben.
Het is een open deur om te stellen dat ‘vertrouwen’ vandaag de dag een actueel thema is. Ik weet niet precies wat de kip of het ei is, maar het alweer maandenlang gebrachte nieuws over crisis en dalende aandelenkoersen, heeft inmiddels voor een diep wantrouwen gezorgd. Fabrieken staan stil, bezuinigingen worden aangekondigd en werknemers zijn bang voor ontslag. Leek het eerst nog wel mee te vallen, nu is er voor heel wat mensen veel reden tot ongerustheid, en zijn er grote zorgen.
Wat zou het mooi zijn als we in de kerk samen konden zoeken naar antwoorden, als we zouden kunnen leren om te leven vanuit vertrouwen. Maar dat valt niet mee, want naast de Finanzkrise –het Duitse woord van het jaar 2008- hebben wij sowieso al problemen met het durven vertrouwen van anderen. Dat wij meer en meer denken en leven vanuit de gedachte van volledige zelfbeschikking heeft veel bevrijding gebracht. Maar tegelijkertijd heeft dat er ook voor gezorgd dat woorden als afhankelijkheid en je toevertrouwen een negatieve klank hebben gekregen. Wij kunnen niet meer zo goed vertrouwen op een ander, wij moeten alles altijd helemaal zelf kunnen.
Wie vertrouwt er dan nog op God? Wie kan dat, als vertrouwen op een ander, op zelfs op jezelf al zoveel moeite kost?
Natuurlijk zijn er genoeg voorbeelden van mensen, misschien wel in je eigen leven of omgeving, die een sterk godsvertrouwen lijken te hebben. Maar wat maakt het nu, als een vervolg op de vraag die ik aan de kinderen stelde, dat je op God durft te vertrouwen? En wat is dat dan, vertrouwen hebben op God?
De doop, die zojuist bediend is aan de kleine Sepp, heeft ook alles met vertrouwen te maken. Want wat is het is anders, als je je kindje uit handen geeft aan het doopwater? Als je je kind toevertrouwt aan het teken dat staat voor een doorgang door de dood heen naar het leven. In sommige kerken gebeurt dat toevertrouwen ook echt bij de doop; de ouders geven het kind over in de handen van de voorganger, die het kind doopt. We laten ons kind dopen omdat we erop vertrouwen dat God met ons meegaat. Omdat het een teken is dat God al voor ons gekozen heeft.
Grote kans dat wanneer je een katholiek gelovige vraagt naar een voorbeeld van iemand die op God vertrouwt, dat hij of zij dan Maria zal noemen. Veel meer dan in de protestantse kerken is Maria een voorbeeld voor gelovigen. Is zij zelfs het voor-beeld voor de hele kerk, de gemeenschap van vertrouwelingen van God.
Het evangelie van vanmorgen vertelt hoe Maria ons tot voorbeeld kan zijn in het vertrouwen op God. Alhoewel de tekst nergens het woord zelf gebruikt, gaat het daar om. Vol met beelden uit het Oude Testament, en in directe parallellen met het gedeelte uit het boek van Samuël, horen wij hoe Maria zich durft over te geven aan Gods boodschap van nieuw leven. In de oude vertaling stond het er nog veel krachtiger dan die in de door ons gelezen. ‘En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.’
Het is de vraag waar Maria het vertrouwen vandaan haalt. En daarbij roept dat woordje ‘dienstmaagd’ bij ons moderne mensen misschien wel weer allerlei beelden van onderdrukking en ongelijkheid op. Wij zijn zo bang dat je toevertrouwen betekent dat je jezelf moet wegcijferen. En ook op het tweede deel van het woord, ‘maagd’, is reden voor alle misverstand.
In die zin kunnen wij denk ik ook niet zoveel meer met dat beeld van Maria zoals dat tijdens de lezing geprojecteerd werd, een muurschildering uit de 15e eeuw van Fra Angelico. Maria wordt hier voor ons afgeschilderd als de nieuwe Eva, in een serene, veilige en haast heilige omgeving. Haar godsvertrouwen lijkt zich te voltrekken in een prachtig poëtisch verhaal. Maar hoe beminnelijk ook, Maria komt er alleen maar mee verder van ons af te staan.
Het is ook onrealistisch, het krijgen van vertrouwen voltrekt zich niet in een heilige, serene sfeer. Vertrouwen op een ander, op God, op jezelf, het komt vaak pas met de jaren, langs weerbarstige wegen, vol hobbels soms. En bij Maria kwam het vertrouwen er niet zozeer door het wonder met een maagdenvlies, zo schreef iemand, maar toch echt via haar trommelvlies. Ze luistert.
Rembrandt schetst een heel ander beeld. De dynamiek spat er vanaf. Alledrie de reacties die Maria in het verhaal geeft, zijn zichtbaar: De schrik om de woorden van de engel Gabriël, ook al is hij een gabber-Gods. De vraag van ‘Hoe zal dat gebeuren dan?’ En tenslotte toch ook de nabijheid, de toewijding, die niet vanzelf kwam, maar die er wel is gekomen. Ze lijkt haar hand op die van de engel te leggen.
Maria mag vandaag voor ons opnieuw tot voorbeeld worden. Voorbeeld om te leven in vertrouwen op God. Niet blindelings, niet slaafs, maar als mens. Zij wordt als mens, als vrouw, volledig ingeschakeld om Gods goede woord te laten waar worden. Dat gaat niet vanzelf, en is gepaard met alle vragen, misschien ook schrik en twijfel. ‘Waar dan en hoe dan?’ Maar toch kan het niet op een andere plaats dan in mensen zelf -in ons- waar God aan het licht komt.
Vertrouwen. Op wie of wat? De Bijbel geeft –en ik weet niet eens of dat jammer is- geen antwoord op de kredietcrisis. Dat zijn immers maar menselijke kredieten, in de meest gruwelijke gestalten. De Bijbel geeft ons wel het ‘mij geschiede naar uw woord.’ Het betekent allereerst een luisterende houding, durven open te staan. Het betekent dat vragen en twijfels er helemaal bij horen, net als bij Maria.
In tegenstelling tot allerlei in en in ‘aardse’ woorden als roddel, leugen, media-hypes, waar we ons vaak blind aan toevertrouwen, is vertrouwen hier vooral het aandurven om Gods woord waar te laten worden. Geschiedenis te laten maken.
De evangelist Lucas heeft het consequent over Mariam in plaats van Maria. Hij refereert daarmee direct aan Mirjam, de zus van Mozes. Mirjam, die zong van de bevrijding aan de oever van de Rode Zee. Een lied over nieuw leven, over toekomst. Precies waar de doop ook voor wil staan: de toezegging dat God met je meegaat, voor je uit trekt, paden wijst waar geen wegen lijken te zijn.
Op de weg die voor ons ligt, in ons zoeken naar vertrouwen, roept de figuur van Maria op ons fiat aan God te geven. Laat het gebeuren, laat het worden naar uw Woord. Het zal een vruchtbare en geïnspireerde weg zijn. Amen.
Dankgebed:
In dankbaarheid voor zoveel goeds en liefdevols dat wij steeds weer om niets ontvangen, komen we aan het einde van deze dienst weer bij U.
In dankbaarheid voor nieuw leven. Van Sepp, maar ook om zoveel moois in dit leven van ons en van de mensen om ons heen.
We zijn dankbaar dat we vanmorgen weer om het doopvont mochten staan, en zo weer herinnerd werden aan uw trouw aan ons. Aan uw stem die ons door het donker heen in het licht roept, die door welke woeste waterstromen ook toch steeds weer van een overkant vertelt.
Wij zijn dankbaar voor de ouders Mirjam en Hans. Dat zij in vertrouwen en liefde hun kinderen mogen opvoeden, beschermen en begeleiden. Wees hen daarin steeds nabij.
Wij bidden vanmorgen in het bijzonder voor hen die door de geboorte van nieuw leven en het vieren van de doop herinnerd worden aan diepe pijn en verdriet.
Om leven dat niet mocht zijn of mocht ontstaan.
Om het moeten verliezen van een kind, vroeger of nog maar korter geleden. We noemen de namen van hen die juist in deze tijd voor Kerst en het einde van het jaar aan hun kind moeten denken dat niet meer is.
Mevrouw van Amstel. De familie Breijer. De familie Galesloot. De familie Schuurman.
En nog zoveel anderen, hier niet bij name genoemd. Heer, wees hen nabij, heel dichtbij.
Wij bidden U voor deze wereld die op alle manieren Kerst probeert te vieren als een feest van vrede en overvloed. Het kan de ongelijkheid, het wantrouwen van mensen in elkaar, het geweld en die alsmaar grote vluchtelingenstroom niet verhullen of wegmaken. Geef dat wij met het komend Kerstfeest ons niet blindstaren op ons eigen geluk alleen, maar de woorden van God-met-ons, vrede op aarde, werkelijk horen en bewaren in ons hart, en als het even mag, waarmaken in ons leven. Daartoe hebt U ons gemaakt, en zoveel kwaliteiten gegeven.
Wij bidden voor allen die in deze tijd moeten vechten voor hun gezondheid. Die Kerst heel anders hadden voorgesteld. Die alleen zijn, moeten zijn. Heer, wees uw mensen nabij.
In de stilte van dit gebed mag dat een plekje krijgen wat niemand voor ons kan of wil zeggen.
Heer, wees ons nabij en geef ons uw vrede!
Bidden we de woorden van Jezus, uw Zoon. Onze Vader…
Wegzending & Zegen
Gemeente, u gaat zodadelijk weer op weg naar huis, op weg een nieuwe week in, op weg naar het feest van Immanuel, God-met-ons.
Ga dan in vrede, in de verwachting van zijn komst.
De Heer zegene u en Hij behoede u,
De Heer doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig,
De Heer verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. Amen.