Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

12 oktober 2008

Ds. Wim Lamfers

Mededelingen namens de kerkenraad    Stil gebed

Na het voorspel van het intredelied gaat de gemeente staan

VOORBEREIDING
b
Intredepsalm: Psalm 81:1, 4, 5 en 8

Votum en groet.

Gebed van toenadering: DB, 775 nr. 34.

De gemeente neemt plaats

Na de respons na ons gebed om ontferming zingen wij als gloria: gezang 460:1, 2 en 3

Barmhartige God, ontferm U over mensen die worstelen met een verleden dat niet zonder problemen verliep, waarin dingen zijn gebeurd die het daglicht niet verdragen en een schaduw werpen over je bestaan. Dat dat verleden niet altijd maar doorgaat, maar er ook een tijd is waarin deze mensen genade mogen ervaren aan hun bevend hart.
Ontferm U over mensen, die net als Jozef onschuldig in de gevangenis zijn beland, omdat de rechtsstaat faalde, er in hun land wel heel merkwaardige aanklachten bestaan. Geef deze mensen het geduld om met die ingrijpende verandering in hun leven om te kunnen gaan. Laat ook voor hen het uur van de vrijheid dagen.
Ontferm U over mensen die gebukt gaan onder relatieproblemen, worstelen met de liefde.
Dat er verbetering in hun situatie komt, zodat men samen opnieuw gelukkige momenten kan ervaren.
Ontferm U over kinderen die niet lekker in hun vel zitten, omdat de wereld zo hard is en zo ingewikkeld in elkaar zit. Er komt zoveel op hen af. Dat zij overeind blijven.
Steun al deze mensen. Zij hebben het zo nodig.
Heer, voor al deze bezorgde mensen bidden wij U:

image001

 

 

 

DE SCHRIFTEN

Gebed van de zondag: DB, 481.

De kinderen gaan naar de kinderdienst

Wij lezen uit Genesis 39 de verzen 17 t.e.m. 22 Lectrix (Annelies Westra)
Zingen: Psalm 130.
Wij zingen na stilte en orgelspel na de preek: Psalm 80:1, 2, 3, 6 en 7.

Heel geslepen praat Potifars vrouw alsmaar op Jozef in om hem voor zich in te nemen. Maar even geslepen maakt zij zich van de mooie jongen af, als hij niet doet wat zij wil. ZIJ baant voor Jozef de weg naar de gevangenis. Geen wonder dat het boek Spreuken vol staat met waarschuwingen voor de vrouw met wie je vreemd kan gaan.
Het hele verhaal wordt opvallend nuchter verteld, zoals de toon van veel Bijbelverhalen nuchter is. Niks geen overbodige opsmuk of sensatie. Opvallend is ook dat, net als in het verhaal over Jezus en de overspelige vrouw, ook hier niet wordt gemoraliseerd. Geen opgeven vingertje te bespeuren, geen donderpreek te horen. De feiten spreken boekdelen. Dat is al meer dan genoeg. Ook in Spreuken wordt in algemene termen gewaarschuwd. Ook daar vervalt men niet in moraalprediking. Mogen we in die gedurfde opstelling een oproep beluisteren om vooral terughoudend te zijn met moraliseren?
Het liegen, dat in dergelijke situatie steeds plaatsvindt, wordt WEL benoemd. Dit verhaal is een midrasj, een heel beeldende uitwerking van Leviticus 19:11: ‘je zult niet liegen en je medemens niet bedriegen’. Waar wordt gelogen en daardoor vertrouwen wordt beschaamd en ondermijnd raken mensen diep beschadigd, lopen mensen een trauma op. Liegen als het tegendeel van naastenliefde. Liegen als DE tegenpool van een God, die je altijd kunt vertrouwen.
Ondanks zijn inzet, ondanks de door hem bereikte resultaten blijft Jozef ‘die Hebreeuwse slaaf’. Een vreemdeling kan je altijd weer gemakkelijk uitstoten. Dat beseft ook Potifars sluwe vrouw maar al te goed. Jozef is een vreemde onder zijn broers en is dat hier opnieuw. Dat is de eerste doorlopende lijn in Jozefs leven. Heel zijn leven is Jozef net als Jezus een vreemde vogel. Steeds weer krijgt hij niet de erkenning die hij verdient, hoezeer Jozef zich ook inzet voor anderen, die hij steeds weer vooral als medemensen ziet, ook als zij van hem vervreemd zijn. Jozef blijft een buitenbeentje, die steeds weer pootje wordt gelicht.
Ook outcast Jozef belandt onschuldig in de gevangenis. Rechtvaardig, onschuldig en toch onder de misdadigers gerekend, net als de ware Jozef, Jezus, ook zo’n outcast. Beide worden, hoewel zij rechtvaardig en onschuldig zijn, het slachtoffer van een gerechtelijke dwaling. Een dictatuur is geen rechtsstaat. Dat schept veel onzekerheid in een mensenleven. Eerst hoog opgeklommen, nu diep gevallen en straks weer opstijgend tot grote hoogten. Maar die weg omhoog is ook voor Jozef een moeizame kruisweg. Hoeveel mensen zitten er onschuldig in de gevangenis, net als Jozef, ook vandaag de dag, o.a. in Egypte? Ook Jozef is gevangen genomen, omdat iemand maar wat schreeuwde en wat beweerde, een stem verhief vol leugenpraat. Die leugens werden niet op waarheid beproefd, met alle gevolgen van dien.
Zelfs in de gevangenis, een allesbehalve aangename verblijfplaats, ervaart Jozef Gods genade: naast ellende begunstiging, diepten van ellende èn verlossing, omdat de Heer ook in de gevangenis met hem is. Water en genadebrood worden voor Jozef tot brood en wijn. Ook in de sores ervaart Jozef Gods liefde, Gods nabijheid, Gods genade; in de put èn in de gevangenis. Juist als je onschuldig in de gevangenis zit, is God er voor je, zo horen we steeds weer: van Dostojewski, Bonhoeffer, Solsjenitzyn en Steinhardt; niet de eerste de besten. Het verblijf in de gevangenis als hoogtepunt in je geloofsleven, ondanks alles een tijd vol genade.
Opnieuw wint de rechtvaardige Jozef vertrouwen. Opnieuw krijgt hij een goede baan. Dat is de tweede doorlopende lijn in Jozefs leven. Ook in het huis van bewaring is Jozef de betrouwbare leidinggevende aan wie al wat hij onderneemt gelukt, omdat hij zich niet op de weg van de zondaars begeeft, maar het rechte pad aanhoudt. In het huis van Potifar èn in de gevangenis is deze rechtvaardige medemensen tot zegen, bijvoorbeeld als dromenduider. Ook in de ellende leeft Jozef als een kind van God: tot heil van anderen.
Net als Potifar kijkt ook de gevangenisdirecteur Jozef niet op de vingers, maar vertrouwt hij die merkwaardig rechtvaardige knecht ten volle. Vertrouwen als tegendeel van de leugen. Vertrouwen zorgt ervoor dat mensen veel inzet aan de dag leggen. Dat God hem vertrouwt, geeft Jozef de moed om niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar zich ondanks tegenslag en tegenwerking te blijven inzetten voor het goede. Jozef blijft er op vertrouwen dat God het uiteindelijk goed met hem zal maken, dat hij uiteindelijk zal worden beloond voor zijn betrouwbare inzet. Dat is de derde doorlopende lijn in Jozefs leven. Dat Godsvertrouwen wordt niet beschaamd, zoals Jozef later mag ervaren, omdat God garant staat voor die doorlopende lijnen in je leven.
Jozef, de tsaddiek, de rechtvaardige, laat zien dat een mens met de moed van het geloof veel aankan, veel leed kan dragen, omdat de droom van het Koninkrijk nooit van hem wijkt. Ondanks alles wat hem overkomt, blijft Jozef het van recht en gerechtigheid, blijft Jozef het van God verwachten. Daarom geldt ook voor Jozef uiteindelijk: ‘Kom vriend, hogerop’. Van gevangene tot onderkoning. Gods wegen zijn wonderbaar. Het kan wonderlijk lopen in een mensenleven dankzij het licht van Gods genade. Amen.

Mevrouw van Bendegem gedenken:
Afgelopen woensdag overleed in Oversingel 95 jaar oud mevrouw van Bendegem-Herden.
Gistermorgen is zij begraven op de begraafplaats Rhijnhof te Leiden, de plaats waar zij lange tijd gewoond heeft. Dankbaar gedenken wij een wijze, bescheiden vrouw.

Wij besluiten onze gebeden met het zingen van het LUISTER HEER… (DB, 648 nr. 85):

Goede God, wij danken U dat U mensen troost schenkt, nabij bent, als de dood rondwaart.
Barmhartige God, wij danken U dat U mensen nabij bent met Uw troost als zij het moeilijk hebben; dat zelfs in de gevangenis Uw licht en genade zich breed maken. Wij danken U dat wij steeds terug mogen vallen op Uw toezegging dat U er altijd voor ons bent, zo waar Uw naam Immanuël- God met ons – is.
Wees met al die mensen die worstelen met het raadsel van het onrecht, met de leegte om hen heen, met de eenzaamheid temidden van gevaren. Geef hun de kracht om het vol te houden en de nodige moed op het leven.
Omgeef wie ziek zijn met Uw bescherming. Dat zij herstellen, weer volop kunnen leven.
Laat ons bidden voor wie geen medische hulp in de buurt is. Mensen die vaak te laat in een ziekenhuis aankomen. Dat medische zorg meer aandacht krijgt dan de aankoop van wapens of de alom woekerende zelfverrijking. Dat mensen ervaren dat U niemand laat vallen uit Uw hand, maar iedereen vol liefde aanziet en helpt.
Wees met medemensen in Malawi. Dat zij hoop putten uit substantiële verbeteringen in hun omgeving, uit een handreiking die naar genezing leidt.
Wees met wie aangewezen zijn op de hulp van de diakonie of de voedselbank. Dat wij hen bereiken, omdat U er voor mensen bent en wij er namens U mogen zijn voor wie Uw hulp nodig hebben.
Agnes: Wij bidden U, o God, voor de miljoenen mensen in Afrika, voor wie de bodem niet voldoende voedsel opbrengt en voor wie honger gewoon is. Hoe beschamend zijn onze economische zorgen, waar 15 cent per dag een kind van voedsel kan voorzien.
Wij vragen U om wijsheid voor de ontwikkelingswerkers om onze bijdragen zo te gebruiken, dat de mensen in Kameroen en elders zelfredzaam worden.
Behoed ons voor de hoogmoed van onszelf beter voelen en het beter weten.
Bewaar ons ook voor de moedeloosheid dat het toch allemaal niets helpt.
Laat uw gebod van naastenliefde ons leiden.
Wees met allen die zich voor Uw kerk inzetten, creatief bezig zijn, intens betrokken zijn bij het lot van medemensen. Dat zij zich bij dat alles door U gedragen en geïnspireerd weten.
Wat ons bezighoudt, maar wij alleen U kunnen toevertrouwen fluisteren wij U in.
Heer, wij bidden U: LUISTER HEER… (DB, 648 nr. 85)

Wij zamelen onze gaven in voor de kerk en het werelddiakonaat. Maar voordat wij dat gaan doen vertelt dokter Erdi Huizenga ons iets over de gang van zaken in het Mua-ziekenhuis in Malawi, een projekt van onze ZWO-commissie.
Op 19 oktober collecteren wij voor het projekt van onze ZWO-commissie in Malawi.

Gezongen Credo

Bidden wij ons tafelgebed:
U komt onze dank toe, Heer onze God, overal en altijd,
omdat uw redding is verschenen in Jezus, onze Heer.
In Hem komt uw heil binnen handbereik, werd Gij zelf onze naaste en onze vrede.
Gezegend zijt Gij, God onze Vader, en gezegend is Jezus,
die in ons leven is verschenen als het licht op ons pad, dat niets of niemand kan doven.
Laat uw Geest zijn woorden vervullen, nu wij doen wat Hij ons opdroeg:
in de nacht van de overlevering heeft Hij een brood genomen, U gezegend,
het brood gebroken en aan zijn discipelen gegeven en gezegd:
‘Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor U gegeven wordt. Doet dit tot mijn gedachtenis.’
Daarna nam Hij de beker, zegende U opnieuw, liet de beker rondgaan onder zijn leerlingen en zei:
‘Drinkt allen hieruit. Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor U en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls gij hieruit drinkt, om mij te gedenken.’
Zend uw Geest van liefde,
opdat wij net zo dienstbaar leven als Jozef en Jezus,
rechtzetten en heel maken,
behoedzaam omgaan met elkaar,
zorgvuldig omgaan met de natuur,
opdat Uw naam wordt geheiligd en zo iets zichtbaar wordt van Uw Koninkrijk.
Versterk in ons de hoop en de liefde, zodat wij vrede stichten, een teken van hoop zijn.
Breng allen bijeen in het Rijk van uw vrede, waarnaar wij onderweg zijn met allen die wij aan U opdragen:
hen aan wie wij vreugde beleven,
hen over wie wij ons zorgen maken,
hen die ons zijn voorgegaan naar U.
Gezegend zijt Gij, onze God, die is en die was en die komt.
U komt alle heerlijkheid toe door Uw Zoon, die ons tot onze troost leerde bidden: Onze Vader

Wij wensen elkaar de vrede van Christus toe

Lopende viering, Musica sub communione afgewisseld door Gezang 364:1 – muziek –
Gezang 364:2 – muziek – Gezang 364:3 – muziek

Dankgebed:
Wij danken U voor Uw aanwezigheid in ons midden,
voor Uw betrokkenheid bij ons bestaan,
dat U ons net als Jozef door de moeilijkheden heen draagt,
dat Uw barmhartigheid en goedheid elke morgen nieuw zijn.
Daarom loven wij dankbaar de Heer en vergeten wij niet één van zijn weldaden.
Amen.

Slotlied: Gezang 223: 1, 2, 3, 4 en 7.