Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

7 december 2008

Mededelingen namens de kerkenraad    Stil gebed

Na het voorspel van het intredelied gaat de gemeente staan

VOORBEREIDING

Onder kaarsenlied de twee kaarsen plus de Adventskaarsen aansteken.

Psalm van de zondag: Psalm 80:1, 2 en 7

Kyriëgebed:

Barmhartige God, ontferm U over mensen die uitgekeken hebben naar de geboorte van een kind, maar wier wens niet in vervulling ging. Ook jaren later is er de pijn. Veel mensen begrijpen daar niets van. Onbegrepen blijven is zo pijnlijk, rijdt steeds weer wonden open.
Heer, schenk troost.
Ontferm U over mensen die onzeker zijn. Waar anderen zich schijnbaar moeiteloos redden, staan zij aarzelend in het leven, omdat er te vaak tegenslag was. Het gevoel dat iedereen naar je kijkt is zo benauwend. Gunnen wij elkaar wel voldoende de ruimte?
Maak dat de ellende uit het leven van deze mensen verdwijnt.
Ontferm U over mensen, die troost nodig hebben, maar niemand hebben die hun problemen begrijpt. Mensen die diep in de put zitten, zich schamen, zichzelf het nodige verwijten, gebukt gaan onder het leven en daar depressief van zijn geworden.
Geef deze mensen geduld en de kracht om moeilijkheden te kunnen verdragen. Dat zij Uw nabijheid ervaren, Uw begrip, opdat zij verder kunnen.
Ontferm U over wie gebukt gaan onder nachtmerries over wat je maar niet kunt vergeten.
Schenk deze mensen eindelijk rust, zodat men ook het goede van het leven kan zien.
Ontferm U over kinderen die bang zijn, weinig zelfvertrouwen hebben, omdat zij te veel hebben moeten verwerken in hun jonge leven.
Dat zij overeind blijven. Dat zij op een goede wijze kunnen omgaan met hun problemen, niet nog meer beschadigd raken.
Heer, voor al deze mensen bidden wij U:

DE SCHRIFTEN

Gezongen groet

Gebed van de zondag: DB, 16b, 19b.

Project: Jonna en Karin zullen dit gesprek met de kinderen doen.
Collectebus op de tafel: verschoppelingen in Zuid-Afrika

Wij lezen uit Jeaja 40:1-11.
Lectrix (Anneke Labordus)
Evangelielezing: Johannes 1: 19-28
Zien zij het dan niet? Nee, Johannes, men ziet niet wie je bent en wat je wilt. Ook al ben je zo intensief bezig en is het zo duidelijk waar je voor staat, men ziet het niet. Omdat het beeld dat men van je heeft niet klopt, de beeldvorming niet overeenstemt met wie je werkelijk bent. Omdat wat je wilt afwijkt van wat men om je heen gewoon vindt. Vraagt men zich, net als op die poster van Loesje, dan nooit af of wat men gewoon vindt ook gewoon IS?
Johannes heeft het moeilijk. Hij krijgt niet de erkenning die hij verdient, omdat men geen raad met hem weet, hem nergens kan plaatsen. Straks zal die andere rare snuiter, waarvan Johannes zo veel verwacht, hetzelfde overkomen. Alleen NOG pijnlijker, omdat men dan meteen al nog harder, nog directer reageert. Al is het uiteindelijke resultaat voor Johannes en Jezus hetzelfde.
Hoe komt dat toch, dat mensen geen oog hebben voor de diepste beweegredenen van wie niet is zoals wij? Waarom verdraagt men toch zo weinig wie anders denkt dan anderen, laat staan wie anders IS? In het Evangelie gaat het constant over de vraag of wij ruimte durven te geven aan wie afwijkt van het in onze ogen normale patroon, of wij oog hebben voor Johannes, Zacheüs, Lazarus, Jezus, noem maar op. Al tweeduizend jaar horen we die boodschap. Maar wat haalt het allemaal uit, dat steeds weer van ons gevraagd moet worden: heb oog voor een ander, heb oog voor het bijzondere van de ander? Je kunt van een bijzonder medemens zoveel leren. Het is een fantastische ervaring als je zo’n bijzonder medemens ontmoet; dat gebeurt niet vaak. Doe er je voordeel mee! Sta er dankbaar voor open! Maar hoeveel moeite moeten zulke bijzonder medemensen niet doen om erkenning te krijgen? Meestal komt erkenning te laat… Een medemens met bijzondere gaven niet als zodanig herkennen is een gemiste kans. Wij doen onszelf tekort, als we geen raad weten met mensen als Johannes, want rond zulke bijzondere mensen zie je zoveel meer dan het gewone, krijg je een verrassend andere kijk op de dingen. WILLEN wij ons wel laten verrassen of houden we het liever bij de oude vertrouwde kaders? God schenkt ons bijzondere medemensen, steeds weer. God schenkt ons zo een verrassend andere kijk op de alledaagse werkelijkheid. Maar velen lopen daar schouderophalend aan voorbij. Hoe komt dat toch, dat wat afwijkt van het normale patroon vaak niet aanspreekt?
Wij worden gevormd door onze omgeving. Dat maakt het er niet gemakkelijker op om met GODS ogen naar de werkelijkheid te kijken, waardevolle medemensen als zodanig te herkennen, meer te durven zien dan anderen. Jaloezie, angst voor het onbekende weerhoudt ons ervan wie met zijn kop boven het maaiveld uitkomt als waardevol te zien. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Dat platvloerse zoekbeeld kost bijzondere mensen als Johannes en Jezus de kop. Wij zijn dus gewaarschuwd, vanuit het Evangelie.
Desondanks ziet men de betekenis van Johannes niet. Men komt niet verder dan een intriest welles-nietes-spelletje door voor Johannes uiterst pijnlijke vragen stellen. Straks, rond Jezus, zien we hetzelfde gebeuren. En dan zou Gods kind welkom zijn in ons midden… Weten we wel raad met God? Dat is de pijnlijke vraag die ons uitgerekend tijdens Advent wordt gesteld. Is Jezus’ komst wel een aankomst of houden we liever de boot af? Is Hij zo anders, dat wij ook met Hem geen raad weten? God – een gemiste kans; dat zou pijnlijk zijn. Wat zouden wij onszelf veel tekort doen!
Ja, ik weet het, het is ook allemaal niet gewoon. Maar waarom staat men zo weinig open voor ongewone mensen en dingen? Terwijl men anderzijds toch nieuwsgierig is, best van iets nieuws houdt. Meestal vindt men het nieuwste van het nieuwste zelfs meteen het beste. Is openstaan voor God dan zo moeilijk? Een man Gods als Johannes merkt pijnlijk hoeveel moeite dat mensen kost. Men blijft hem maar bevragen, zonder tot inzicht te komen waar het Johannes om gaat. Men kent de traditie waarin men zegt te staan blijkbaar niet, want anders zou men inzien dat Johannes de lijn van Jesaja voortzet. Terwijl de profeet Jesaja in die dagen opnieuw in is. ‘Zie, hier is uw God!’En ze zien het nog niet… Populair zijn wil blijkbaar nog niet zeggen dat men de boodschap oppakt. Vanwaar toch die merkwaardige verblindheid? Horende dood en ziende blind zijn is blijkbaar van alle tijden, maar wordt hier wel heel pijnlijk zichtbaar. Arme Johannes, hoe zal HIJ zich gevoeld hebben onder dat alles? Of hebben de mensen om hem heen ook daarvoor geen gevoel? Wat moet Johannes eenzaam geweest zijn, net als Jezus, net als God. Een eenzaam object van bevreemding, van spot; door kortzichtigheid. Hier begint dat traumatische spel van de vervreemding al, met Pilatus en Golgotha als pijnlijk hoogtepunt. Het wrede spel van het niet weten te waarderen, met Johannes en Jezus als slachtoffers.
Wat Johannes wil, blokkades opruimen, begint met openstaan voor meer dan het alledaagse, openstaan voor veranderingen, openstaan voor verrassingen. Niet alles verbeten vast willen houden, niet afhoudend reageren, maar verwonderd met God openstaan voor bijzondere medemensen. Niet geïrriteerd vragen ‘wie ben je?’, maar oprecht nieuwsgierig, vol verwondering de vraag stellen ‘en wie ben jij?’ Alleen DAN kom je uit bij HET Kind, als je de verwondering van een kind, dat heel nieuwsgierig die nog onbekende wereld verkent, hebt weten over te houden. Net als een kind verwonderd om je heen kijken en je voortdurend afvragen: ‘Hoe zal ik U ontvangen?’ Die vraag klinkt niet voor niets tijdens Advent, in de hoop dat wij diep verstaan, niet over die vraag heen zingen. Indien wij niet openstaan voor wie niet is zoals wij, kunnen we dan wel openstaan voor die rare snuiter die we God noemen? Kunnen wij dan wel rond Gods Zoon van de ene in de andere verbazing vallen?
God breekt met Kerst ons gesloten wereldbeeld open, opdat onze beeldvorming verandert, opdat het beeld dat wij van mensen en van de wereld hebben ruimer wordt. ‘Midden onder U staat Hij die gij niet kent’ is daarom de boodschap van Advent. ’t Is een vreemd’ling zeker, die verdwaald is zeker. Het Kind, dat tegen ons zegt:
‘Noem mij, bevestig mijn bestaan….
voor wie ik liefheb, wil ik heten’ (Neeltje Maria Min).
Amen.

GAVEN EN GEBEDEN

De eerste collecte is voor de diakonie, de tweede voor het orgelfonds.

Goede God, wij danken U dat U mensen troost als zij verdrietig zijn of het anderszins moeilijk hebben. Wij danken U dat U mensen troost, nabij bent, als het leven moeilijk is. Wij danken U dat U begrip hebt voor onze problemen, zodat wij niet alleen met onze angsten en zorgen hoeven rond te lopen.
Barmhartige God, wees met wie ziek zijn en veel geduld moeten opbrengen, wil er sprake kunnen zijn van herstel. U weet wat een mens dan ondergaat. Wij danken U dat wij steeds mogen terugvallen op Uw belofte dat U er altijd voor ons bent, omdat Uw naam Immanuël- God met ons – is.
Wees met kinderen die er alleen voor staan en daardoor heel kwetsbaar zijn. Dat er iemand is die naar hen omziet, geduld met hen heeft, hen wegwijs maakt in het leven, hen laat zien dat er ook goede mensen zijn, zodat er in het leven van deze kinderen meer is dan angst, onzekerheid, een ondraaglijke eenzaamheid.
Wees met Uw kerk. Dat mensen de weg richting U weer weten te vinden, beseffen hoe wezenlijk het is als mensen rekening houden met de weg die U ons wijst, zodat wij naar elkaar omzien, levend uit Uw goedheid elkaar aanvaarden. Dat wij weten door te dringen tot de waarden van rechtvaardigheid en goedheid. Dat Uw kerk hoop en moed schenkt, een uitgestoken hand biedt.
Wees met alle slachtoffers van geweld, mensen die voor het leven getekend zijn, al hun zekerheden kwijt zijn. Dat zij niet ten onder gaan, maar zich dwars door de moeilijkheden heen door U gedragen weten.
Wees in deze donkere dagen met wie eenzaam zijn, lijden onder het bestaan, de vreugde in hun leven zozeer missen. Dat de diepe vreugde over het Kind dat komt hen raakt.
Ontferm U over wie mager bedeeld zijn in het leven, moeizaam rondkomen, gebukt gaan onder geldzorgen, terwijl om hen heen de koopgekte woedt. Dat ook deze mensen deel van leven hebben.
Wees met wie net als Johannes naar recht en gerechtigheid streven, maar niet begrepen worden, genegeerd worden, geen eigen identiteit hebben. Geef deze mensen de volharding om ook door te gaan met hun werk als het tegenzit. Dat zij mogen zien hoe medemensen opfleuren doordat er eindelijk veranderingen ten goede optreden. Dat zij mogen zien hoe medemensen opfleuren doordat zij meer dan het gewone zien.
Ontferm U over het volk van Zimbabwe dat de beker van het lijden tot de laatste druppel moet drinken vanwege één man. Maak dat ook daar eindelijk het uur van de vrijheid daagt, opdat mensen weer deel van leven hebben.
Wij danken U dat wij zoveel mogelijkheden hebben om onze blik te verruimen. Wij danken U dat het geloof in U ons niet met een tunnelvisie opzadelt, maar ons dingen laat zien die verborgen waren. Langs allerlei wegen komt U ons tegemoet, bevrijdt U ons van wat benauwend werkt, stelt U ons in de ruimte.
Schenk ons dat bijzondere: een verrassende ontmoeting met een bijzonder mens, opdat er een wereld voor ons opengaat, onze horizon verrijkt wordt en wij onze grenzen durven verleggen, omdat er zoveel meer is. Geef ons de moed van het geloof om met UW ogen naar de werkelijkheid te kijken, opdat wij zoveel meer zien.
Wat ons bezighoudt, maar wij alleen U kunnen toevertrouwen fluisteren wij U in.
Heer, wij bidden U: gezongen respons
OV

Zegen.