21 juli 2013
Evangelielezing: Lukas 10:30-42
Ja, natuurlijk zijn er regels nodig. Wij leven nu eenmaal bij bepaalde gewoontes. Natuurlijk kunnen een priester en een leviet niet verontreinigd in de tempel aankomen, wanneer hun eindelijk de eer te beurt valt God te mogen dienen in Zijn huis. Natuurlijk moet je een gast onthalen, dus moet er ijlings eten klaargemaakt worden. Maar moet je je van tijd tot tijd toch niet eens afvragen of die regels die al zo lang in aanzien staan en daardoor gewoon zijn geworden wel goede regels zijn? Moet je nu altijd doen wat MEN vindt? Of kan het soms ook anders: origineler, inspirerend?
Maria kiest voor inspiratie. Niet alsmaar sloven, maar ook even de tijd nemen om te luisteren naar wat de Heer te zeggen heeft. Maria beseft dat een mens prioriteiten moet stellen, wil je meer uit het leven kunnen halen dan alleen maar de alledaagse tredmolen. Maria kijkt net even verder dan de alledaagse sleur. Daardoor gaat er een wereld voor haar open.
Natuurlijk roept dat kommentaar op. Conformisme wordt stilzwijgend aanvaard; maar originaliteit, afwijkend gedrag stuit op tegenstand, op opmerkingen, vaak domme opmerkingen. Maria hoort dat niet eens. Ze WIL haar tijd niet verdoen door naar dat alles te luisteren. Niet dat die mensen haar niet interesseren, maar er zijn nu eenmaal belangrijker zaken in het leven, zo heeft zij ontdekt. De Heer komt niet elke dag langs. Luisterend leven, een bestaan vol inspiratie, is een zeldzaam gegeven, dat je maar al te vaak moet bevechten op het gewone, alledaagse leven waarin weinig gebeurt dat ECHT de moeite waard is om aandacht aan te schenken.
Maria kiest voor die ene, Jezus. Die keus blijft niet zonder gevolgen. Luisteren kost tijd. Goed luisteren kost moeite. Dit hoor je zo zelden. Sta er dus voor open. Neem er de tijd voor. Zet daartoe de tijd even stil. Even niets doen. Nou ja, niets. Geconcentreerd kunnen luisteren is niet niets.
Maria is een onbegrepen eenling. Zelfs haar zus snapt haar niet. Zelfs haar zus probeert haar naar de gewone, alledaagse sleur toe te trekken. Alsof het DAARom gaat in het leven. Alsof ‘meer dan het gewone’ niet veel meer waard is.
Die priester en die leviet leven ook bij bepaalde leefregels. Omdat zij niet de moed hebben van de gebaande wegen af te wijken, kritisch door te vragen, maken zij slachtoffers: hebben zij geen oog voor wat mensen ECHT nodig hebben. Zodoende zien zij het enig nodige, het beste deel niet. Over bedrijfsblindheid gesproken! Dan heb je een boeiend vak en bak je er niets van: leef je aan mensen voorbij, kan je hun nood niet eens ontwaren. Ziende blind en horende doof. Wat een gemiste kansen! Wat een voorspelbaar leven op de automatische piloot. Een bestaan zonder verrassingen, zonder boeiende wendingen. Terwijl het de indruk moet wekken een bestaan vol van God te zijn, is het een leven zonder God. God, die altijd weer verrassend in het bestaan opduikt, onverwacht en daardoor vaak ongezien.
Ga je je met die vechtpartij bemoeien of loop je snel door, alsof je niets gezien hebt? Hoe ver gaat betrokkenheid eigenlijk? Waar houdt medemenselijkheid op? Of houdt medemenselijkheid nooit op, blijf je doorgaan waar anderen (vaak wijselijk) stoppen? Waar trekken wij grenzen, net als die priester en die leviet?
Die ene, van wie je dat niet zou verwachten, durft WEL verder te kijken dan conventies, is niet bang voor onheil. Hij stoort zich niet aan beklemmende regeltjes, aan vaak zinloze tradities, maar durft grenzen te overschrijden, eeuwenoude conventies te doorbreken. Hij houdt geen gepaste afstand, maar komt een medemens tegemoet, ook al loopt hij het risico dat de rovers nu HEM te grazen zullen nemen, zoals bij een vechtpartij ook zo vaak gebeurt. Het risico dat de verkeerde klappen krijgt is groot. Neem je dat risico of maar liever niet?
Deze Samaritaan loopt de nodige risico’s. Maar dat neemt hij op de koop toe.
Kan ik je soms helpen? Nee, ik laat je niet strompelen, maar laat je eerste klas reizen: ga maar op mijn ezeltje zitten. Daar is die voor. Dat de bekleding vuil wordt, is van later zorg. Barmhartigheid kent geen problemen en geen grenzen. Goedheid maakt zich niet druk om ‘wat zullen de mensen er wel niet van zeggen’? Lankmoedigheid heeft een lange adem en gaat daarom verder dan je zou verwachten. Deze barmhartige Samaritaan is een en al goedheid en gaat er daarom van uit dat anderen dat ook zomaar zijn en doen. Daarom vergt hij van de waard hem op zijn woord te geloven, dat hij nog eens langs zal komen en dan alle kosten zal betalen. Durft die herbergier dat risico aan te gaan, eventueel verlies te nemen? Wat telt hier zwaarder: de poen of het herstel van die gewonde man?
Niet alleen die Samaritaan, ook die waard is dus een goed mens. Hij schuift het bedrijfsrisico dat hij loopt zomaar aan de kant, gelooft een man van wie iedereen zegt, dat je die maar beter niet kan vertrouwen, en kiest, net als die Samaritaan, voor het welzijn van die ene, gewonde medemens.
Hulp verlenen is iets doen waarvan je nooit weet hoe het zal aflopen. Voor hulpverlening heb je meestal TWEE goede mensen nodig. Die Samaritaan vond zo’n goede medemens: een man die net als hijzelf nu niet bepaald in aanzien stond in zijn omgeving. Samen deden ze iets ongekends; onverwacht. Toeval? Zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten.
Hoeveel vertrouwen hebben wij in medemensen? Of staan wij liever klaar met het nodige kommentaar, net als Martha? Dan mis je wel een unieke kans om God te ontmoeten. ZELF onthoud je je die kans, door niet verder te kijken dan je neus lang is, alleen maar gebaande paden te bewandelen. Ongewoon handelen schept ongekende kansen: bijvoorbeeld God ontmoeten, in die ander. God is nu eenmaal niet gewoon, maar hoogst on-gewoon. Daarom houdt Hij van ongewone moed en creativiteit, omdat het om medemensen gaat die ONZE hulp nodig hebben. Amen.