Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

29 september 2013

Evangelielezing: Lukas16:19-31

Ondanks die tien heilzame richtlijnen voor een goed leven voor alle mensen, die God ons gegeven heeft, is er maar bar weinig veranderd in de wereld. Extreem rijk en zeer arm wonen nog steeds vlakbij elkaar en de nieuwe rijken kijken maar al te vaak amper naar arme medemensen om. Ook in deze gelijkenis is van medemenselijkheid weinig sprake, zoals in zoveel landen waar de sociale tegenstellingen groot zijn. Ook in dit beeldende verhaal dat uit het leven is gegrepen moeten de armen het maar zien te redden met de kruimeltjes. Kunnen rijke mensen dan echt niet meer missen?
Purperen gewaden: dure merkkleding, Armani, Burberry en Vutton, het is dus allemaal niets nieuws, maar van alle tijden dat er met de kledingindustrie veel mis is. Over hardleersheid gesproken.
De bedelaars zijn ook nu nog onder ons, soms vlakbij, al moet je je tegenwoordig wel eens afvragen of zij het nu echt zo zwaar hebben, of hun handicap niet gespeeld is. Zigeuners zijn daar al eeuwenlang handig in.
Maar Lazarus is echt aan het eind van zijn Latijn. Lazarus ervaart dat op straat leven maar al te vaak betekent dat je gezondheid hard achteruit gaat.
Te veel straathonden zijn er echt niet alleen in Boekarest. Lazarus heeft er ook last van. Kortom, de sociale contrasten zijn levensgroot. Dit is dus niet alleen maar een verhaaltje en zeker geen sprookje met een happy end. Deze gelijkenis gaat eerder over de alles en iedereen verslindende boze wolf, die hier nadrukkelijk aanwezig is, maar anoniem blijft. Om de privacy niet te schenden of omdat er zoveel hardleerse mensen rondlopen, elckerlyc dus?
Terwijl een medemens zich niet over Lazarus ontfermt, doen God en zijn boodschappers dat WEL. Wie vernederd is wordt verhoogd. Na het ‘Sein zum Tode’ van Heidegger is er toch nog gerechtigheid. Hadden we die gerechtigheid niet eerder vorm kunnen geven? Laten we dat niet te veel aan God over, terwijl Hij van ons vraagt dat zelf hier en nu te doen?
Tussen DE rechtvaardige, vader Abraham, en de eens rijke man gaapt een diepe kloof, die haast niet valt te overbruggen. De afstand tussen arm en rijk kan alleen overbrugd worden waar men uit Gods geboden leeft. Een andere oplossing voor sociale ongelijkheid dan de Thora is er niet. Hoe vaak men ook naar andere oplossingen heeft gezocht, veel zogenaamde oplossingen liepen op een mislukking uit, dat heeft DE eeuw van ideologieën en geweld wel aangetoond. Of wij er iets van geleerd hebben? Juist omdat het ontbreken van gerechtigheid een probleem is, hebben wij die eeuwenoude geboden zo hard nodig, moeten synagoge en kerk laten zien dat samen leven ook anders kan, zodat IEDEREEN tot zijn recht komt, geen Lazarus uitgezonderd. Een kerk die over de groeiende sociale ongelijkheid zwijgt is geen kerk voor anderen, staat niet, zoals de Thora, voor recht voor allen. Een wereldvreemde kerk verzaakt aan haar roeping kerk te zijn van Jezus Christus, die medemensen WEL met ontferming bewogen aanzag en daarnaar handelde. Ambtsdragers zijn er in navolging van Christus om ons bij de les te houden, ons bij de heilzame boodschap van wet en profeten te bepalen.
‘Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ellende heeft gekend’. Hadden jij en je familieleden zich aan de Thora gehouden, naar de profeten geluisterd, dan zou het zover niet zijn gekomen. Maar jullie waren hardleers, ziende blind en horende doof. Daar helpt geen tot nieuw leven gekomen dode aan. Hier en nu zal het moeten gebeuren, het nodige moeten veranderen. Hier en nu zal men moeten luisteren naar Gods goede woorden. Hier en nu, niet pas straks. Straks is te laat. Amen.