Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

10 november 2013

Gemeente van Christus,

Onze kerk koos dit jaar een jaarthema:
Lef hebben.
Waarom kiest de kerk voor dit thema, vroeg iemand mij.
Goede vraag.
Misschien is dat juist wel wat we dit jaar gaan ontdekken.
Want wat is lef eigenlijk?

Moed?
Durf?
Iets zonder angst aangaan?
Of juist iets doen óndanks je angst?

Deze jeugddienst staat ook in het teken van dit thema
En we kozen daarbij de gelijkenis van de talenten.
Het is een vreemd verhaal over een rijke man,
die zijn geld in beheer achter laat bij zijn drie knechten.

Nu is de vraag:
Is dit een verhaal over lef?

Laten we eens kijken wat er gebeurt:
De eerste knecht krijgt het meeste geld, 5 talenten,
de tweede iets minder, 2, en de laatste het minst, hij krijgt er eentje.
Daarna gaat deze man op reis, en hij laat zijn knechten achter zonder toezicht.
Ze hebben dus volledige vrijheid.

De eerste twee knechten doen er hun ding mee,
Ze bedrijven handel en binnen de kortste keren is hun
bedrag verdubbeld.
De derde knecht doet iets anders. Hij begraaft zijn talent in de grond.
Veilig en wel zou hij het dan weer op kunnen graven als zijn meester thuis zou komen.

Dan, na een hele lange tijd staat er in de tekst, komt eindelijk de man weer terug.
Met veel plezier hoort hij de verhalen en belevenissen aan van de eerste twee knechten.
Hij geeft ze complimenten en
nodigt ze uit voor het feestmaal.

Maar dan de derde knecht. Daar gaat het mis.
De derde knecht komt bij hem en vertelt:
Mijn heer, ik wist dat u streng bent. En daarom heb ik het talent begraven. Zodat ik er zeker van kon zijn dat ik het in ieder geval terug kon geven.
En zo, dus, hier: hebt u het terug.
En hij geeft zijn meester het talent.
Dan blijft het stil.
Er volgt geen compliment.
Sterker nog, gek genoeg,
dat waar de knecht eigenlijk bang voor was en koste wat kost wilde vermijden gebeurt: zijn meester wordt boos en teleurgesteld.
Nee, je hebt het niet goed gedaan.
Neem dit talent van hem af, en geef het aan die eerste knecht.
En ga uit mijn ogen.

Maar wat gaat er nou mis?
Is het echt zo erg wat die derde knecht deed?
Hij kreeg alle vrijheid.
Maar wat bezielde hem om dat talent te begraven in de grond?

Het antwoord daarop staat eigenlijk in het verhaal zelf.
Daar blijkt: Angst is zijn motief.
Hij is bang. voor zijn meester.
Of beter gezegd, hij is bang voor het oordeel van zijn meester over hem. En hij wil het niet fout doen!
Juist niet.
Misschien is dat wel wat hier gebeurt.
Deze derde knecht bekijkt zichzelf door de ogen van zijn meester, door de ogen van de ander dus,
en niet door eigen ogen.

En daarbij wordt angst zijn raadgever.
Wat zou hij wel niet denken van mij?
Wat als ik het verkeerd doe?
Het beeld dat de derde knecht van zijn meester heeft
in zijn hoofd hoéft niet op waarheid te berusten.
Er staat nergens in de tekst dat hij reden moet hebben om bang te zijn.
Het is een beeld dat hij zelf heeft gecreëerd.

Ik vind dat wel iets herkenbaars.
Dat je van te voren in gaat vullen wat de ander denkt
Hoe de ander is.
En als we eerlijk zijn, vaak zijn dat in ons hoofd negatieve beelden.

En zo gebeurt het ook bij deze derde knecht.
Door zijn angst komt hij niet tot de creativiteit die de eerste twee knechten wel ontwikkelen.
Hij blokkeert.

Er gaan blijkbaar dingen verloren
op het moment dat je de ogen van de ander
of het oordeel van een ander leidend laat zijn voor je eigen acties of je eigen gevoel.
Je kunt dan gemakkelijk blokkeren.
Wat zouden mensen vinden?
Wat zouden ze er van denken als ik zus of als ik zo?
En dat is jammer, of in termen van de bijbel, zonde.
Want dan blokkeer je.
Er komt niet uit wat er in zit.

In veel uitleggingen van de tekst wordt de rijke man
als beeld gebruikt van God of Jezus.
En het moment van de terugkeer van de rijke man
als het moment van terugkijken op ons eigen leven.
Wat hebben we ervan gemaakt.
Daarbij speelt het beeld dat wij van God hebben een rol.
Zitten we met het gevoel dat we het steeds niet goed doen?
Of voelen we alle speelruimte die we gekregen hebben?
En maken we daar gebruik van?

De tekst zou een aansporing kunnen zijn
om de vrijheid aan te pakken die je hebt gekregen om er wat van te maken.
Van je leven, van jezelf,
met alles wat je hebt gekregen.
Eigenlijk geeft de tekst aan hoe moeilijk dat is.
Het kan lastig zijn met die vrijheid om te gaan.
Je bent in wezen verantwoordelijk voor wat je hebt gekregen.
Om er iets mee te doen.
Het lukte de derde knecht niet,
en aan het eind wordt
die verantwoordelijkheid dan ook
van zijn schouders genomen en bij de eerste knecht erbij gelegd.
Misschien voelde dat uiteindelijk wel als een opluchting voor die derde knecht, ik weet het niet.
Maar eeuwig zonde is het wel.
Omdat hij niet heeft kunnen genieten van de tijd die hem is gegeven en het niet met beide handen heeft kunnen aanpakken.

Misschien moet je, om te kunnen genieten van die vrijheid en ze ten volle te gebruiken,
loslaten wat je denkt dat anderen denken.
Vul het niet in.
Durf jezelf te zijn met jouw talenten.
Zo ziet volop leven er uit,
Of in andere woorden,in de geest van God.

Amen