Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

25 december 2013, Kerst

Lezingen:

Lucas 2:1-20 (met de kinderen)
Matteus 1:18-25

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

In de preekvoorbereidingsgroep stelde ik vorige week de vraag welke zin voor de aanwezigen de belangrijkste zin in het kerstevangelie van Lucas was.
Een greep: ‘Eer aan God in de hoogste hemel’ zeg maar de engelenzang
En ook ‘vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer’
de boodschap van de engel aan de herders.

Wat betekent dan de geboorte van de Messias? De herders krijgen van de engel als teken dat ze een pasgeboren kind zullen vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een voederbak. Op zich is dat niet heel bijzonder, zo zullen er meer kinderen in doeken gewikkeld zijn, en gelegd in iets wat dienst kan doen als wiegje. Voor de herders is het bericht van de engel onverwacht, een boodschap die zo maar in hun bestaan komt binnenvallen, voor de herders en allen die ervan horen een verandering in hun leven. Dit kind is de Messias, de redder. De Messias wordt geboren als kind in alledaagse omstandigheden, delend in ons bestaan. De Messias wordt geboren in onze wereld die geen hemel op aarde is.

De evangelist Matteus vertelt ons een ander geboorteverhaal. Jezus wordt geboren uit een vrouw die nog niet eens getrouwd is – Maria. Er is het risico van een zogenaamd onecht kind. Jozef die manieren zoekt om van zijn verloofde Maria af te komen, zonder al te veel gezichtsverlies voor beiden.

In de hele stamboom van Jezus, waar we de afgelopen vier zondagen van advent van gehoord hebben zijn er steeds verstoringen, ongemakkelijke situaties of zeer pijnlijke geschiedenissen bij de voorvaders en voormoeders van Jezus. Ik laat ze u zien

 

Juda & Tamar – Hornace Vernet

Tamar die haar eigen schoonvader moet verleiden om toekomst – om kinderen – te krijgen. Ze laat lef zien om te overleven.

Rachab – M. van Heemskerk / G. van Groenning / H.J. Muller

Rachab de hoer uit Jericho die onderbuik en onderduik samenbracht, toen zij twee verspieders van Israel onderdak bood, hen liet ontsnappen via het rode koord en dat werd later ook háár redding.

Ruth en Boaz – Rembrandt van Rhijn

Ruth, de buitenlandse, die een plek krijgt in Israel.

Batseba – Cornelis van Haarlem

Batseba, genomen door koning David, iemand met wie gesold is, een figurant in haar eigen leven.
Stuk voor stuk zijn het geen verhalen om trots op te zijn en die je op familiefeestjes graag nog eens vertelt.

Vanaf het begin, vanaf zijn geboorte is Jezus gelijk aan allen die al vanaf hun geboorte een schande met zich meedragen. Zoals Koteswari, een meisje van tien jaar uit India. Haar vader krijgt als Dalit, iemand die tot geen enkele kaste behoort en daardoor wordt gezien als onaanraakbaar, geen enkele kans op een goede baan. Daarom moet Koteswari op het land werken om genoeg eten hebben voor het hele gezin. Als ze al een keer naar school gaat, wordt ze met de nek aangekeken.

Van zijn geboorte is Jezus gelijk aan allen die al vanaf hun geboorte een schande met zich meedragen. Omdat hun ouders in de Tweede Wereldoorlog een foute keuze maakten, bijvoorbeeld. Het speelt nog steeds een rol.

Jezus werd geboren in armoede, zodat wij niet bij onszelf kunnen denken: ‘hij is niet voor ons, wij zijn te min om bij God te horen.’ God zet zijn reputatie op het spel– voor ons. Niet te min om onder ons te komen wonen, om te worden als wij. Hij begint kwetsbaar als een kind, zo wil God bij ons zijn. Zo maakt God zich aan ons bekend, als Immanuel: God-met-ons, delend in onze wereld, delend in ons leven. Hierin laat God zien dat de wereld niet van God-los is. Onze wereld is en blijft Gods wereld. Het is God die afdaalt in onze wereld, God die mens wordt, totaal.

Ja maar…. die wereld is niet de hemel op aarde. Dat weten we maar al te goed.Maria, Jozef en het kind. Het verhaal is ons vertrouwd. Hoe vaak hebben we het al niet gehoord? Hoe vaak zien we het niet afgebeeld op schilderijen en kerstkaarten, of uitgebeeld door verklede kinderen? Dat vertrouwde, geliefde verhaal heeft echter ook iets verontrustends. Blijkbaar kunnen de belangrijke gebeurtenissen in het leven ons ook makkelijk ontgaan. Je zou er toch zo voorbij kijken, als er niet een engel op je afkwam om je uit de droom te helpen. De woorden van de engel moeten wel verbijstering teweeg brengen. Een redder geboren? Een vredesteken uit de hemel zomaar op aarde? Maar waar dan toch? Welke kant moet je uitkijken? En de verwarring bij Jozef? Maria zwanger? Wat nu?

Misschien komt het door de tijd van het jaar dat we vooral terugkijken. Terugkijken naar wat voorbij is, als een grote opluchting. Terugkijken naar wat voorbij is, en wat niet goed komt – verdrietig genoeg. Dan is Kerst geen feest, geen vrede, om te beginnen al niet in je hart, laat staan de rest. Je kunt zelfs niet open staan voor de vrede die God wil schenken. en je voelt je buiten staan – buiten de vreugde. Dat terugkijken kan iets beperkends in zich hebben: dat je je alleen met jezelf bezig houdt. Het is in deze – onze – wereld dat Jezus is geboren, vandaag Jezus: God redt, hij slaat een brug naar onze wereld. Dat betekent juist dat de redder ons van de andere kant tegemoet komt. Dat overstijgt onze persoonlijke gedachten. Alleen met deze redder uit de hoge in onze wereld kunnen we onze wereld te lijf. Zo wordt Jezus iedere dag geboren, in loopgraven, in vluchtkerken, op schuilplaatsen en vluchtelingenkampen

Als Jozef in de droom van de engel te horen krijgt welke naam het kind dat Maria verwacht later zal dragen, is dát de reden. Jezus: de Heer redt. In die naam wil God aan de mensen laten zien, waarom Jezus komt. Zijn naam laat zien wie hij is.

Wordt daar onze wereld nu anders van? In de geboorte van dit kind, in deze geschiedenis die hij deelt met ons, met mensen aan de rand, mensen die zich minder waard voelen, worden we uitgenodigd en uitgedaagd om dat programma dat in Jezus’ naam schuilt mee vorm te geven.

Of zoals Muus Jacobse dichtte:
Zolang God kind’ren in ons midden zendt, heeft Hij zich nog niet van ons afgewend.

Zo zijn er mensen die in India Koteswari en haar vriendjes en vriendinnetjes helpen, met voor- en naschoolse opvang, waar ze hulp bij hun huiswerk krijgen en waar ze ondersteund wordt om zekerder in het leven te staan.

Dat inspireert mij steeds opnieuw in het verhaal van dit kind, een redder voor ons geboren, in onze wereld dat het verhaal is van een mens die opstaat voor het leven van anderen.

Moge het zo zijn. Amen