24 december 2013, Kerstavond
Evangelielezing: Johannes 1:1-5, 14-18
Bent U ook zo moe van al dat gesjouw met al die zware boodschappentassen voor de Kerstdagen? Boodschappen doen voor twee dagen is geen sinecure! Ik heb me wat afgesjouwd, zeg! En dan krijg je als je de kerk binnenkomt al weer een boodschappentas. Ook weer boordevol. Dat kind daar in dat hoekje wordt helemaal bedolven onder al die boodschappen. Arm verfomfaaid kind, daar onder die verstikkende hoeveelheid boodschappen in die tas.
Het lijkt wel een dakloos kind of een straatkind, dat enigszins warm probeert te blijven in een boodschappentas; of misschien is het wel een vondeling. Net als het Kerstkind geen normaal dak boven je hoofd. Een verschoppeling in een stal en straks aan een kruis. Wat wil je ook met zulke ouders? Het hele dorp sprak er schande van, van die dikke buik van Maria en van die tegendraadse boodschap van die rare snuiter Jezus die dacht namens God te kunnen spreken.
Maar wat een rare boodschappen zitten er in die tas! Liefde in plaats van een kalkoen. Geluk in plaats van een rollade. Vertrouwen in plaats van een fles wijn. Moet je het daar mee doen, twee Kerstdagen lang?
En op al die boodschappentasjes die in de Kerstboom hangen staan ook al zulke merkwaardige wensen. Het zijn veeleer gebeden. ‘Ik hoop dat God met Kerst vrede brengt in dat arme Syrië’.
‘Ik hoop dat God met Kerst mensen die het moeilijk hebben kracht geeft’. ‘Ik hoop dat God met Kerst…’ er is voor mijn zieke ex-schoondochter. Kanker is zo pijnlijk, zo ontluisterend.
Logisch dat het Christuskind zo druk was met mensen genezen. Ook toen hoopte men op een wonder, op vrede, op kracht om het leven aan te kunnen. Er is niets nieuws onder de zon.
Nog steeds is er ogenschijnlijk meer haat en geweld dan liefde, vergeving, vertrouwen, vrede. Een kwetsbaar kind opent ons de ogen voor kwetsbare medemensen. Liefhebben, vertrouwen schenken, troosten, daar gaat het bij de Vredevorst steeds weer over. Zijn leven lang is Hij hulpverlener, schenkt Hij mensen wat een mens het meest nodig heeft: troost. Jezus schoot steeds in de roos. Goedheid, genade en waarheid, daar zitten mensen op te wachten, daar verlangen wij naar, daarvoor komen wij hier samen, rond dat ene, zo bijzondere Kind, in de hoop DAT van Hem te mogen ontvangen. Want een leven zonder genade, zonder Gods hulp, is leeg en kil. Een God die op ons betrokken is maakt het verschil, want een leven zonder liefde en goedheid is zo pijnlijk leeg, levert alleen maar een boodschappentas vol trauma’s en problemen op.
Op zoek naar liefde en vooral troost komen wij toch weer bij het Kerstkind uit. Niet dat we nu elke dag met God bezig zijn; dat is te veel gevraagd. Maar indien WIJ niet dichtbij God leven, dan komt God naar ONS toe, om ons nader tot Zijn Kind en daarmee nader tot elkaar te brengen.
God komt naar ons toe, indien wij naar God toe leven, net zo leven als het Kerstkind: liefde geven, medemensen vertrouwen schenken, bruggen slaan, te midden van problemen vreugde brengen. Dat doe je met behulp van genade, goedheid en waarheid, in DIE volgorde. Want waar de waarheid voorop staat, waar mensen zo goed weten wat de waarheid is, daar wordt het maar al te vaak bekvechten en fanatiek oorlog voeren. Maar waar genade en goedheid voorop staan, daar staat men voor elkaar open, daar luisteren mensen intens naar elkaar, net als Jezus belangstellend naar mensen luisterde, daar vangen mensen elkaar op, in navolging van Christus. Daar zijn mensen, net als Jezus, op zoek naar de waarheid door een dialoog aan te gaan met anderen in plaats van mensen met een andere visie de mond te snoeren. Dan vinden mensen elkaar. Jezus is op zoek naar waarheid door een verhaal te vertellen in plaats van zelfverzekerd stelling te betrekken. Die zoektocht maakt mensen wijzer, wijzer met elkaar. Het Kerstkind is met ons op zoek naar goedheid en waarheid door ons een reeks voorbeelden van warme betrokkenheid te geven, in de hoop dat wij daarmee enthousiast aan het werk gaan.
God is wel de weg naar het ware leven, maar Hij dringt ons niks op. Het Kerstkind komt heel bescheiden in ons leven. Daar gaat aantrekkingskracht van uit. Daar komt mens op af: op troost, op naastenliefde, op waar onvoorwaardelijk, heel betrokken, hulp wordt geboden, een boodschappentas vol hulp; een boodschappentas vol goede gaven die wij nodig hebben om samen iets goeds van het leven te kunnen maken.
Royaal doet God ons een aanbod. Nu is het aan ons iets met Zijn geschenken te doen, voor medemensen. Het Kerstkind deed het nodige in zijn leven met de talenten die Hij van God had gekregen. Om dat warme gevoel, dat wij rond het Kerstkind krijgen, te delen met anderen, krijgen wij met Kerst een boodschappentas vol Godsgeschenken cadeau. Alsjeblieft, doe er iets mee, iets goeds, iets wat mensen nodig hebben, iets waardoor mensen elkaar hervinden, iets dat vrede tot stand brengt. Amen.