Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

12 juni 2011

Lezingen: Handelingen 4:32-37, Galaten 5:22 en Efeze 5:8b en 9.

Dat Gods Geest actie teweegbrengt, doorwerkt, mensen ingrijpend verandert, is gelukkig niet alleen in Jeruzalem te zien, maar steeds weer, de eeuwen door. Steeds weer staan er mensen op die ons, geïnspireerd door Gods Geest, weten te raken: bijzondere mensen, mensen die iets uitstralen, mensen die zich onderscheiden van hun omgeving, mensen die je weten te inspireren. Wat zijn deze boodschappers van God voor mensen? Mensen die net als Jezus goedheid, gerechtigheid en waarheid belichamen. Mensen als Mahatma Gandhi en Martin Luther King.die hongeren en dorsten naar gerechtigheid in landen waar onrecht heerst en zo veranderingen ten goede tot stand weten te brengen. Mensen die naar waarheid streven in landen waar de leugen regeert en zo de alom aanwezige leugens van ideologie en propaganda weten te ontmaskeren. Mensen als Václav Havel die weten dat alleen de waarheid tot vrijheid leidt. Mensen als Albert Schweitzer die Gods goedheid om zich heen verspreiden. Stuk voor stuk uitzonderlijke mensen. Mensen waar we niet buiten kunnen. Mensen die wij nodig hebben als bron van inspiratie. Zonder hen zou de wereld armer zijn, het onrecht groter. Alleen waar zulke mensen invloed uitoefenen kunnen allerlei soorten mensen in vrijheid leven, is vrijheid niet beperkt tot een bepaalde groep mensen. Zonder recht en vrijheid voor allen geen vrede, wel onvrede. Zonder inspirerende mensen geen vooruitgang, wel stilstand, verstarring, een tunnelvisie.

Deze beweging van uitzonderlijke mensen wordt op Pinksteren op gang gebracht, nergens anders. Daarom is Europa een joods-christelijk product en kan Europa niet zonder de kerk. Want waar de Geest waait durven mensen meer dan anders. Waar de Geest inspireert zijn mensen tot uitzonderlijke daden in staat. Waar de Geest werkt is er weer hoop voor medemensen die zich in een uitzichtloze situatie bevinden. Omdat de Pinkstergeest daar mensen inspireert, is een voedselbank in de eerste gemeente in Jeruzalem de gewoonste zaak van de wereld. In de stad van Gods vrede is men een hechte gemeenschap, omdat men voor elkaar instaat, alles met elkaar deelt. Diakonaal handelen is typerend voor deze gemeente en onderscheidt deze hechte gemeenschap van andere samenwerkingsverbanden. Door voortdurend aan goede onderlinge verhoudingen te werken streeft de Geest er op basis van edelmoedigheid naar van een maatschappij een samenleving te maken.

De gemeente in Jeruzalem maakt duidelijk dat een gemeente zonder diakonaat geen gemeente is: een gemeente van Christus zorgt voor arme medemensen, schrijft mensen niet af, laat niet toe dat de rijken steeds rijker worden, dus de armen steeds armer. Een gemeente van Christus deelt de koek, heeft oog voor de totale samenleving en niet slechts voor ons soort mensen. Gods kerk is immers veelomvattend, vanaf het begin een wereldkerk, geen besloten club.

Opkomen voor arme medemensen is wel eens lastig, maar het maakt het christen zijn ook boeiend. Opkomen voor arme medemensen, diakonaal handelen, maakt mensen vindingrijk: waar geen oplossingen lijken te zijn, komen TOCH oplossingen tot stand.

Wil het zover kunnen komen, willen mensen getroost kunnen leven, dan moet er wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Dan moet streven naar goedheid, gerechtigheid en waarheid centraal staan. Dan moet men in staat zijn om kletspraat en zogenaamde oplossingen die geen oplossingen zijn te ontmaskeren. Een christen moet dus nogal kritisch zijn. Ook kerkmensen vinden dat wel eens lastig. Maar wat zou de gemeente van Christus zijn zonder lastpakken als Paulus, Luther en Bonhoeffer? Inspirerende mensen worden nogal eens als lastig ervaren. Veranderen, een ander mens worden, is ook niet eenvoudig. Maar daartoe roept de Heer der kerk ons wel op en daartoe is het wel Pinksteren.

De gaven van de Geest, die een ander mens van je maken, zijn stuk voor stuk lastig onder de knie te krijgen. Je BENT niet zomaar zachtmoedig. Zelfbeheersing verover je niet één, twee, drie. Vrede breng je niet even vlug tot stand. Pinksteren is dus een doorgaand proces, dat het nodige met mensen doet en dus het nodige van mensen vergt. Maar is een wereld zonder lankmoedigheid, zonder een lange adem en zonder vriendelijkheid nog wel een leefbare wereld? Vriendelijkheid en langdurige betrokkenheid doen ons niet voor niets juist zo goed.

Heeft uitgerekend het christendom niet met veel moeite een betere wereld tot stand weten te brengen? Geen volmaakte wereld, maar wel een humanere wereld, een wereld waarin mensen kunnen uitgroeien tot gave mensen. Als dat nu eens de ‘Übermensch’ van Nietzsche was: een ingoed mens, zoals Paulus beschrijft in zijn brief aan de Galaten. Een mens die er naar streeft zich de gaven van de Geest eigen te maken en zodoende een beter mens te worden voor anderen. Waarom heeft Nietzsche dat nobele doel niet voor ogen gehad? Omdat hij in macht en kracht geloofde. Daar gelooft de Geest nu net totaal niet in. De Heilige Geest gelooft in spirituele groei als bon van karaktervorming. Economische groei of krachtpatserij leiden eerder tot karaktermisvorming.

De Geest is allesbehalve een ‘softie’, maar gelooft wel in positieve, opbouwende, humane eigenschappen. Daarom zet God alle kaarten op de liefde, blijven groeien in de liefde. De Geest is vriendelijk. Daarom gaat het in de gemeente van de blijde boodschap om blijdschap. Met de nodige humor lopen de dingen soepeler, vinden mensen elkaar sneller. In Jeruzalem weet men die blijdschap handen en voeten te geven, heel concreet, tot heil van medemensen. In Jeruzalem weet men mensen blij te maken, omdat zij verder kunnen, niet worden afgeschreven, maar bij een voor allerlei mensen openstaande gemeenschap worden betrokken.

Door de werking van Gods Geest verandert er het nodige in de samenleving, vanaf Jeruzalem, blijkt diakonie zoveel meer in te houden dan de zogenaamde weldadige ‘pax romana’. Het is maar net hoe je over vrede denkt en daadwerkelijk vrede tot stand brengt. Amen.