13 januari 2008
ds. Stefan Dijkhuizen
Gemeente van Jezus,
de stenen waar ik het net met de kinderen over had, en ook de stenen die uitgedeeld zijn, 25 kilo bij elkaar, zijn door de invloed van water zo gevormd. Sommige tot een hele glad steen, andere met een vreemde vorm en soms ook met hele mooie kleuren. De stenen hebben dat water als het ware nodig gehad om zo te worden. En toch is iedere steen weer anders. Afhankelijk van tijd en plaats hebben ze na lange, lange tijd uiteindelijk deze unieke vorm gekregen, en wie weet hoe het nog met ze verder gaat.
Vandaag horen we op deze eerste zondag na Epifanie dat Jezus zich laat dopen in de Jordaan. Johannes voorspelde in de eerste verzen van dit hoofdstuk al dat Jezus zou komen; die tekst lazen we nog met Tweede Advent. Maar dat hij zichzelf zou laten dopen, dat had Johannes niet verwacht. Dat wilde hij eigenlijk ook helemaal niet. Jezus hoefde toch niet gereinigd te worden door het doopwater, nee, dan eerder Johannes zelf, en al die mensen die op zoek waren naar God en zijn gerechtigheid.
Maar toch kiest Jezus ervoor om ook diezelfde weg te gaan als de mensen daar aan de Jordaan. Ook Jezus laat zich in het water dat vormt en polijst, dat wast en slijt, dopen, net als al die anderen. ‘Laat het maar gebeuren’, zegt hij. Dat zijn Jezus’ allereerste woorden in het evangelie. ‘Laat het maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.’ Die weg van recht en vrede kan dus alleen maar gegaan worden als Jezus ook onze weg gaat. Waar hebben we het anders over als we praten over God-met-ons?
De drie stenen die ik van mijn werkkamer meebracht, hadden ook in de Jordaan kunnen liggen. Net als al de stenen die bij de deur werden uitgedeeld.
Maar wat voor Jezus daar in de Jordaan opgaat, gaat net zo op voor alle stenen in wat voor rivier dan ook; ze worden door het stromende water omgevormd en meegenomen, soms in woest water, dan weer in een rustige stroom waar nauwelijks iets lijkt te gebeuren, maar toch. Het water is nodig om de uiteindelijke vorm en bestemming te geven.
En wat zo dan voor deze stenen geldt, geldt ook voor onze gemeente, met al die verschillende mensen. Hoe verschillend elke steen ook is. Hoe anders van vorm en kleur, en welke weg je ook gaat in de tocht die het stromende water met jou in dit leven voorheeft.
Ik geloof en hoop dat al die verschillende stenen samen tot bouwstenen kunnen worden. Juist vandaag, nu we weer met elkaar in gesprek gaan. Welk profiel is er voor onze gemeente? Met welke profielen geven we samen vorm aan deze kerk? Kunnen we, in alle verschillen, toch leven en gevormd worden door datzelfde water?
En wat is daar dan voor nodig? Jezus laat in ieder geval zien hoe het gaat beginnen, daar in die eerste hoofdstukken van het evangelie: een weg van recht en vrede, een weg van solidariteit, een weg van vertrouwen. In elkaar en in God. Wat is er dan nodig, voor ons als bouwstenen die we zijn?
Hier voor op de tafel staat een lege glazen bak. Er liggen stiften. Voor wie het wil, kun je hier iets op jouw steen schrijven, een woord. Iets waar we op kunnen bouwen, iets wat we nodig hebben, iets dat ons ons doel voor ogen houdt als gemeente van Jezus Christus, in de stroom van deze tijd. Leg je steen met daarop jouw wens, jouw ideaal of jouw bede dan in deze bak en bouw zo mee. Of neem hem mee naar huis, en bewaar hem als aandenken aan dat stromende water, dat we allen nodig hebben.
Terwijl Christine speelt, is er tijd om iets op te schrijven, of om daarover in gesprek te gaan. We nemen er een ruime 5 minuten voor. Als goed begin, net als Jezus ooit als mens onder de mensen begonnen is. Want zo wordt Gods weg ook gaandeweg onze weg. Amen.
Ik leg de eerste steen erin, waar ik het woordje ‘moed’ heb opgeschreven.