Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

14 april 2013

Lezing: Lucas 24:35-48

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Soms moet je wel eens omdraaien, tijdens een wandeling of een fietstocht. Geen TomTom die je de weg wijst, maar er zijn aanwijzingen dat je terug moet naar waar je vandaan komt, terug naar waar je begonnen bent. Letterlijk omdraaien.

Dat is wat de Emmausgangers doen: vorige week liepen ze gedesillusioneerd van Jeruzalem terug naar huis, terug naar Emmaus. Teleurgesteld omdat het leven van Jezus met wie zij zich zo verbonden voelden, op een fiasco was uitgelopen: kruis, dood, graf. En dan in eens die derde: de onbekende wandelaar legt hen – onderweg – de schriften uit: Mozes en Profeten. In Emmaus wordt hij als gast binnen gevraagd. Daar ontpopt hij zich als gastheer, breekt het brood, zegent het, en dan herkennen de Emmausgangers hem als de opgestane Heer. Dat is het moment dat de Emmausgangers zich omdraaien en terug gaan naar Jeruzalem, naar de andere vrienden van Jezus, met de boodschap ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt!’

Soms moet je omdenken, in je hoofd, met je verstand, in wat je altijd gedacht had een draai van 180 graden maken, radicaal de andere kant op. Op de deur naar mijn werkkamer hangt een poster met de tekst ‘begin niet bij het begin, begin nu’. Een omdraaitekst om mij te behoeden voor uitstelgedrag.

Omdenken, dat moeten ook de vrienden van Jezus na zijn dood. Dat is een proces niet alleen van het hart, ook van het verstand. Precies dat woord valt in deze lezing: verstand. Hij maakt hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Denken is niet verdacht als het om geloven gaat, integendeel. Als wij aangespoord worden God lief te hebben met heel ons hart en met heel onze ziel, met al onze kracht en met heel ons verstand, dan moet dat verstand ook mee kunnen komen en mee kunnen doen. Dan mogen de vragen van het verstand gesteld en gehoord worden, om verder te komen op de zoektocht naar de kern. De leerlingen zullen veel vragen hebben gehad, zo stel ik mij voor. Veel vragen over hoe nu verder? De verschijningen van de Heer vinden geleidelijk plaats: eerst de vrouwen, toen de Emmausgangers en nu is de Heer zelf in het midden van zijn vrienden.

Vragen te over: misschien hebben ze wel op het punt gestaan om alles wat ze tot nu toe geloofd hadden overboord te gooien, en maar gewoon naar hun oude leven terug te keren.
Het valt op dat Lucas hier de werkelijkheid van de Opgestane zo tastbaar neerzet: Hij is het écht, de Heer, hij leeft! Kijk maar, zie maar, voel maar, ze eten zelfs een gebakken visje!

Er is werkelijk een nieuwe tijd begonnen! Net als bij de Emmaüsgangers is het Jezus die in dit proces begeleidend aanwezig is. Hij legt hun geduldig en genadig de Schriften uit, net zolang totdat hen het licht opgaat. Net zolang totdat ze begrijpen dat ook zij op hun beurt opgenomen zijn in de beweging van God, die van elke ondergang altijd weer een doorgang weet te maken. Zij hebben het aan den lijve ervaren. Jezus zal direct na deze laatste verschijning ten hemel opgenomen worden. Zijn werk is ten einde. Zijn doorgang is volbracht. Nu ligt het in hun handen. ‘Jullie zullen hiervan getuige zijn, voor alle volken, te beginnen in Jeruzalem,’ zegt Jezus Het gaat door, met deze elf vrienden en hun metgezellen.

Het gaat door, ook met ons? Op deze dag waarom twee kinderen het teken van de doop ontvangen, kun je wel zeggen dat het doorgaat. Maar vanzelf gaat dat niet! Vragen te over, over geloven en dat inhoud geven in een omgeving waarin dat niet vanzelfsprekend is.
Vragen over wat goed is, wat is de juiste weg? De doop is het begin van een doopweg,
een levensweg, de Opgestane Heer achterna. Maar wat nu als je aan het dwalen slaat, of aanwijzingen over het hoofd ziet. Heb je de moed om om te draaien? Om terug te gaan naar waar het allemaal begonnen is: de kern – en wat is de kern dan? Ik zeg dan dit:

De Schriften vertellen ons het verhaal van leven en samenleven, met elkaar en met God. Het gaat over het visioen van een nieuwe wereld van gerechtigheid en vrede voor alles en allen,
over weerstand en verzet, over dolen en draaien, en over omdraaien en omdenken. Dat het deze God is die steeds weer de draad met mensen oppakt, en vasthoudt aan zijn belofte van koninkrijk. Deze God die het leven niet definitief kapot laat maken, die je niet door laat modderen op een doodlopende weg.

Ouders kunnen daar hun kinderen van vertellen, in de gemeente doen we dat aan elkaar, daar kunnen we elkaar op aan spreken. En soms is er zo’n onvermoede derde, aanwezig in ons midden, die ons met de verhalen uit de Schrift aanzet tot omdraaien en omdenken.

Amen