Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

16 maart 2008

ds. Alida Groeneveld

Lezingen:
Nehemia 8: 1-3 en 8-12
Matteus 21: 1-11

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Deze zondag is de eerste dag van de goede of stille week. De week die het hart vormt van het christelijk jaar. Deze zondag is de zondag van de twee gezichten, van ‘heden hosanna’ èn van ‘morgen kruisigt hem’, van de vreugdevolle intocht èn de gang naar Jeruzalem die we ieder jaar maken, naar lijden, kruisdood en opstanding.

Twee personen vragen onze aandacht vanmorgen: Jezus en Nehemia. Allereerst Nehemia, de schenker van Artaxerxes die zich laat omscholen tot bouwer van Jeruzalem. Nehemia is onze man gedurende de veertigdagentijd 2008. Hij steekt de handen uit de mouwen om Jeruzalem op te bouwen tot een stad om in te wonen, een droomstad. Een breed scala aan medewerkers zet hij daarbij in, of ze nu officieel bestaan of niet – dat doet er niet toe. Nehemia verzamelt om zich heen de Tranenwerkers die in woord en daad laten zien dat verdriet je kracht kan geven te bouwen aan een betere wereld. De Beginners doen ook mee, mensen die zeggen: ‘Genoeg gepraat – aan de slag!’ Neem dan de Doorzetters, zij die volhouden, ondanks alle tegenslag en negatieve opmerkingen van tegenstanders. Dan zijn er nog de Teruggevers, zij die de rijkdom die er is, eerlijk verdelen onder de inwoners van de stad. Dan wordt de wereld weer zoals hij bedoeld is: een plek waar niemand honger lijdt of onvrij is. Vorige week waren er Thuiskomers nodig, mensen met als belangrijkste taak dat ze laten zien hoe goed het is om thuis te komen in de stad van je dromen. Vandaag vraagt Nehemia Feestvierders; in de stad van onze dromen vieren mensen feest: ze zijn blij met hun stad, met elkaar en met het leven.

Wat is er aan de hand: in de Waterpoort, midden in het dagelijkse leven wordt de Wet van God voorgelezen door Ezra, de priester. Het gehele volk, vrouwen, mannen, kinderen, staat te luisteren. In de tempel moeten de woorden van God ten gehore worden gebracht, maar vooral ook hier: op de straten en de pleinen en in de poorten van de stad. Als de wet, de leefregels van God, wordt gedaan,
is de herbouwde stad werkelijk een stad om in te leven en van te dromen. Ezra leest voor, vanaf een verhoging – van zonsopgang tot in de middag. Al die tijd is het volk vol aandacht. Nog voor de uitleg – zeg maar de toepassing heeft geklonken – beaamd het volk het gehoorde. Het is de erkenning dat deze wet van God de weg ten leven is, dat is fundamenteel. Niet pas ‘ja zeggen’ als je er mee kunt instemmen. Nee, primair het inzicht, de erkenning dat het leven onmogelijk is zonder deze levengevende woorden van God, onze afhankelijkheid ervan wordt heel duidelijk gemaakt. Vervolgens geven de levieten uitleg wat de woorden van God betekenen voor het leven van alledag. De hoorders ontvangen inzicht in de gehoorde woorden. De eerste reactie is er één van ontroering: leven in vrijheid is weer mogelijk, maar ook een besef dat het zo ontzettend moeilijk is
deze leefregels van God in de praktijk te brengen. Een begrip van zonde, onvermogen en inkeer. De wet van God is ook een confrontatie met het eigen onvermogen om heilzaam met elkaar samen te leven.

Ezra en Nehemia nemen deze gevoelens serieus, maar roepen tegelijkertijd het volk op een feestmaal voor de hele stad te organiseren. De vreugde van God is hun kracht. Waar mensen Gods wet horen, zullen hun voeten gericht zijn op de weg van het evangelie.

Het is feest, daarom zijn er vandaag feestvierders nodig. Gods woorden wonen weer in ons midden, de woorden geven ons levensmoed, levensvreugde – en dat willen we weten ook! Zulke feestvierders daar gaat het om, met het besef dat het leven meer is dan zwoegen en sjouwen. Dus geen feestvierders in de trant van hossers en zuipers, maar slimmer, doordacht en ook met het benul wat het effect op lange termijn van deze woorden van God zijn. Feest vieren vanuit het besef dat God weer temidden van zijn volk woont.

En dan, er is gebouwd, de handen zijn uit de mouwen gestoken, er is een collectief doel, maar hoe nu verder? Hoe blijf je bij elkaar, wat is het concentratiepunt? Van de nieuwe stad? Van de gemeente? Wat heb je eraan als het leven leeg en inhoudsloos is en blijft, zonder kern? Als het er allemaal kek, spic en span, nieuw en bling-bling uitziet, en je doet maar wat? Of je draait je programma af en dat is het dan? Als je die vreugde van Gods woorden niet kunt voelen en meemaken, niet de levenstuwende kracht ervan ziet. Dan is het feest een bezoeking. Juist in zo’n situatie is het belangrijk dat Gods woorden, de wet van God, uitgelegd worden, toegepast, geactualiseerd en bevraagd op hun zeggingskracht, niet alleen voor de hoorders van Ezra en Nehemia, maar ook voor ons hier en nu.

Wellicht geeft de muur nog wel de meeste punten om bij aan te knopen.
De muur als veilige beschutting biedt gelegenheid om intern allerlei vragen te stellen:
? wie wij die hier wonen?
? waar komen we vandaan?
? waar gaan we naar toe?

Zoals u weet, woon ik in een nieuwgebouwde stad, met een geschiedenis van zo’n 30 jaar, met mensen overal en nergens vandaan, die de verhuizing naar Almere vaak aangrijpen om een nieuwe start in hun leven te maken. Na een scheiding bijvoorbeeld, of verandering in seksuele geaardheid, een nieuw leven als asielzoeker, een nieuw leven als ex-gedetineerde, enzovoort. Dan zijn dergelijke vragen belangrijk, een gemeenschap bouwen is en blijft een lastige klus. Een proces van samengaan van 3 kerkelijke gemeenten is net zo’n ingewikkeld verhaal.

Wie de tijd neemt om wat verder te lezen in Nehemia zal ontdekken hoe het met het volk in de nieuwgebouwde stad verder vergaat. Anders dan je in eerste instantie zou denken! De stad is opgebouwd, Gods woorden zijn hardop voorgelezen en het volk viert het loofhuttenfeest. Het feest als herinnering aan de tocht door de woestijn, het feest in de hut met het open dak naar de hemel toe. Wat werkelijk van waarde is, is het onderweg zijn, het leven in een tent, zonder allerlei vastigheden en zekerheden.

Alle bouwactiviteiten van Nehemia worden gerelativeerd, niet om ze als onzin en onnuttig af te keuren, maar om de muren niet als absolute en laatste waarheid te zien. We leven binnen en buiten muren van de vrede die we ontvangen uit Gods hand.

Hoe leg je nu dan de verbinding met Jezus, de 2e persoon die vandaag onze aandacht vraagt? Jezus die vandaag intocht houdt in Jeruzalem. Jezus’ intocht is, zoals het voorlezen van de Wet door Ezra, een bron van vreugde. Het ‘amen, amen’ van het volk bij Ezra en Nehemia echoot na in het ‘hosanna, hosanna’. Het ‘hosanna, hosanna’ klinkt vandaag, op de eerste dag van de week. Op dag 6 ‘zie de mens’  De schepping gaat ten onder in de doodse stilte, het eeuwige zwijgen.  De mens wacht alleen het graf. Ja, àls God niet op de achtste dag opnieuw het woord had genomen. God heeft de stilte verbroken, zoals in de beginne toen hij het licht riep. Op die dag lopen we vandaag vooruit, vandaag struikelen we over onze voeten, scheuren we de takken van de bomen. Vandaag is het feest! We zwaaien met de takken alsof ons leven ervan afhangt. Eerlijk gezegd denk ik dat ook zo is. Zonder opstandingsleven is het met ons leven gedaan. De intocht van Jezus in Jeruzalem is een omkering.

Los worden ze gemaakt, de dieren en de mensen,
Het lastdier wordt een koningspaard,
de zwervers worden zangers die zwaaien met de vlag van Gods natuur.
Bij Hem gebracht,
bij Hém die banden breekt en boeien losmaakt.
Bij Hem gebracht om vrij te zijn,
te leven met Gods lof, met Gods zachtmoedigheid.
Maar kunnen we die vrijheid aan?

Vrijheid is geschonken vrijheid en vanuit dit besef komt de dienstbaarheid aan de ander op. Het vrijheidsbegrip staat de laatste tijd in het centrum van de belangstelling, met name vrijheid van meningsuiting. Is dat ALLES zeggen wat je voor de mond komt? Of heeft dat in bescheidenheid en dienstbaarheid ook iets te maken met vrij zijn, werkelijk vrij leven, ter ere van God? Jezus gaat ons deze week op deze weg voor, in alle overgave.

Moge wij Hem volgen deze week, en alle dagen van ons leven, amen.