17 april 2011
Gemeente van Jezus Christus,
Het is een vrolijke boel in Jeruzalem .
Een vrije dag voor veel inwoners,
het is een drukte van belang.
Overal zijn mensen,
het zonnetje schijnt,
er wordt gezongen.
Een soort Koninginnedagsfeer.
Ik moet u eerlijk bekennen
dat ik de tekst van vanochtend niet
kan lezen zonder te denken
aan wat zich nu meer dan een week geleden heeft
afgespeeld in Alphen aan de Rijn.
En ook, -als je het daar dan toch over hebt-,
de echo van Koninginnedag 2009.
Vrolijke, zonnige dagen,
die onbezorgd begonnen
vol mensen op de been,
maar omsloegen in zwarte
donkere scenario’s.
Door de acties van een gek kan de onschuld
van een gewone middag in één klap verdwijnen.
En daarna is het leven nooit meer hetzelfde.
Welke gestoorde figuur doet dat?
En waarom op plekken vol nietsvermoedende mensen,
zoals we ook verhalen kennen over scholen
in Amerika, in Duitsland.
Waarom daar, op plekken waar mensen gewoon bezig zijn, iets opbouwen, genieten, of feest vieren?
Ik heb daar veel over nagedacht de afgelopen dagen
en ben tot de afschuwelijke conclusie gekomen
dat ik het misschien wel begrijp.
Níet de daad op zichzelf.
Maar wel waarom daar.
Op plekken van onbezorgdheid en geluk.
Want wat als je zelf niet gelukkig bent?
Geen vrienden hebt.
Als je vastzit.
Opgeslokt door zorgen.
Beheerst door medicijnen,
Slaapmiddelen, prozac, seroxat,
Zoloft.
Begrijp me goed, dan nog is
zo’n daad zelf onwaarschijnlijk onbegrijpelijk.
Maar de wrangheid
van gevangen zitten in de donkerte van je eigen bestaan
terwijl er mensen buiten lopen,
en genieten, onbezorgd zijn
of in ieder geval onbezorgd lijken…
misschien begrijp ik die wel.
Twaalf jaar eerder, in 1999,
schoten twee Amerikaanse leerlingen
twaalf medestudenten en 1 leraar dood in Littleton Colorado,
en daarna pleegden ze zelfmoord.
Een dodelijk script vol
overeenkomsten met Alphen aan de Rijn.
In brieven en filmpjes die ze achterlieten
liet het Amerikaanse tweetal weten
dat ze hoopten dat hun daad
niet onopgemerkt zou blijven.
Ze fantaseerden zelfs over de documentaires en speelfilms
die zouden worden gemaakt
van de door hen gepleegde gruwelheden.
En zo is het ook gebeurd.
Los van alle verklaringen die zijn
te geven voor zulke daden
valt me dit op:
Dat er een wens is.
Een wens om gezien te worden,
hoe gruwelijk ook tot uiting gebracht.
Datzelfde meen ik te kunnen herkennen
bij Karst T en bij Tristan van der V.
en hun laatste onbegrijpelijke acties die
met die wens gepaard gingen.
U zult misschien denken, getsie,
laten we alsjeblieft ophouden
met het nadenken over de daden van zulke
figuren.
Die mensen zijn gewoon hartstikke ziek in hun
hoofd.
Besteed de tijd daar nou niet aan.
Daar word je toch zelf helemaal niet goed van!
“Wat is je naam?”, vroeg Jezus
ooit aan een verwarde jongen.
“Legioen”, antwoordde de jongen,
die zich in een spelonk had schuilgehouden,
en hij draaide met zijn ogen en wees naar zijn hoofd,
“Want we zijn met velen. Allemaal hier”.
Vandaag op palmpasen
is de sfeer goed.
Jezus wordt juichend verwelkomd door de inwoners
van de stad.
Als een koning.
En dat roepen ze ook:
“Hoera, Hosanna!
Zoon van David”, juichen ze,
als herinnering aan een koning van vroeger
die veel overwinningen had behaald.
Zou deze Jezus ook overwinningen gaan behalen?
Hen redden van die irritante Romeinen?
Zo zijn alle spotlights op Jezus gericht vandaag,
palmpasen, het begin van een week,
die ook wel stille week wordt genoemd.
Binnen deze week zal de sfeer omslaan.
Want de redding die Jezus brengt,
is niet de redding waar de mensen
van Jeruzalem nu om roepen.
Want Jezus zal de spotlights,
de schijnwerpers, omdraaien.
Zo speurt hij (al zijn hele leven) met een zoeklicht de mensenmassa’s af:
Wie is er niet?
Wie juicht er niet mee.
Wie ligt er thuis.
Wie is er weggezet, buitengesloten,
Wie is er vergeten
Wie ligt er te wachten
Terwijl er niemand komt.
Jezus draait de schijnwerpers om.
In zijn verhaal komt
diegene van wie wordt gezegd:
Hij is gek, ziek, hij moet worden
opgesloten, platgespoten.
weggehouden,
in het middelpunt te staan.
He Jezus, beginnen de mensen te morren.
Wat is dat voor redding?
Om te beginnen bij al die verloren zaken?
Je moet aan de slag met de jonge sterke mensen.
Maak een leger. Maak een kerk.
Laat die losers creperen.
Maar Jezus draait de schijnwerpers om.
Zo komen ook de mensen van hosanna
opeens zelf in een licht te staan,
Dat confronteert.
Als een soort röntgen is dat licht
Dat schijnt en opdiept
wat in een mens zit
Alle goede dingen
Maar ook alles wat niet goed is.
In dat licht blijkt dat verwarring ook opeens in
onszelf zit.
En we herkennen misschien zelfs
de rand
waarover je kan vallen
wanneer je de controle verliest.
De rand waarover iemand kan vallen
in paniek, in eenzaamheid,
in afwezigheid van iemand
die even stil staat en naar je naam vraagt.
Het hosanna verstomt.
In Alphen aan de Rijn
wilde iemand het leven niet meer.
En in zijn aanloop naar de dood
nam hij zoveel mogelijk van dat leven
mee.
Een gek.
Of iemand die we te laat hebben gezien?
Amen