Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

17 juli 2011

Lezing uit de Thora: Deuteronomium 6:4-9

Nee, wij worden in Deuteronomium niet opgeroepen om er een eenheidsworst van te maken, want uniformiteit is altijd weer saai in plaats van aantrekkelijk, springlevend, creatief. Uniformiteit leidt maar al te vaak tot marcherende en schietende uniformen. Daarom wantrouwt de vreedzame God van Israël uniformiteit en propaganda. Daar moet God niets van hebben, omdat propaganda en uniformiteit robotten zonder een eigen wil van mensen maken, alleen maar slachtoffers maken.

Alleen de God van Israël als Heer erkennen leert je zoveel meer zien en werkt daarom ontmaskerend. Er is zoveel gebakken lucht in de wereld, zoveel wat in feite niets voorstelt, zoveel waarvoor je niet bang hoeft te zijn. God als Heer erkennen bevrijdt je van de angst die je zozeer in de greep kan hebben.

Wij worden in Deuteronomium opgeroepen om open te staan voor een uniek geluid, meer te horen dan die onbetrouwbare reclame voor van alles en nog wat. Dat unieke geluid herken je niet zo makkelijk, want het wordt maar al te vaak overstemd. God dringt zich immers niet op. Maar Hij laat zich vinden, in de stilte, in de schoonheid. Gods stem horen, God vinden temidden van een kakofonie van geluiden die dagelijks op ons af komen en beslag op je leggen, is uiterst moeilijk geworden. God dreigt overstemd te worden, verstikt te geraken temidden van de vele impulsen die op ons inbeuken. Waar herken je God nog? Waar vind je God?

Temidden van dat alles blijft het ‘Hoor, Israël’ vol vertrouwen klinken, tot in Auschwitz toe.

Terwijl allerlei goden en machten een onderworpen houding van ons eisen, vraagt God, heel bescheiden, of je naar Hem wilt luisteren, of je vriendschap met Hem wilt sluiten, of je één en al liefde wilt zijn en of je die liefde wilt uitdragen. God is geen dictator, Hij ziet mensen niet als object, maar als subject, als volwaardige partner, als medewerker, niet als knecht, maar als gelijke. Mag Ik in jouw leven komen? Wil je jouw leven met Mij delen? Liefde delen, niet beperkt, niet bekrompen, maar wereldwijd. Rond God is geen sprake van een tunnelvisie, maar van een brede, ruimhartige kijk op de dingen. Juist daardoor in staat zijn om keuzes te maken: te kiezen tegen wat niet goed is voor een mens, wat mensen pijn doet, verdriet doet, schade berokkent. Eén en al goedheid zijn, tot heil van mensen, daar gaat het God om. Omdat Hij van ons houdt, is Hij op zoek naar ons. Omdat Hij ons naar waarde schat, schakelt Hij ons in, met alle mogelijkheden, talenten en creativiteit waarover wij God zij dank beschikken. God heeft dus hooggespannen verwachtingen van ons!

Omdat God uniek is, betekent voor Hem kiezen dat je Hem niet kunt delen en ook andere hoge heren kunt dienen. In God de unieke Heer zien, de enige die ECHT de moeite waard is, betekent je niet gewonnen geven aan allerlei machten die ons helemaal in beslag kunnen nemen. Is de consumptiemaatschappij niet zo’n alles beheersende macht? Word je nu echt gelukkig dankzij meer, meer, meer of maakt concentratie op het ene nodige juist gelukkig, maakt ‘geef ons heden ons dagelijks brood’ het leven juist zo waardevol? In de loop van de geschiedenis hebben heel wat christenen bewust voor consuminderen gekozen, de gemeenteleden uit Jeruzalem waarover het in Handelingen 4 gaat voorop; later Franciscus van Assisi en Albert Schweitzer. De rijke jongeling, Ananias en Saffira konden dat niet opbrengen, omdat zij naast God nog een achterdeurtje hadden. Jezus en zijn leerlingen en vele kloosterlingen na hen kunnen wel bescheiden levend zorgvuldig omgaan met grondstoffen. Je concentreren op één ding, omdat je daarin iets unieks hebt beluisterd, is zo gek nog niet. Het leidt tot verdieping, dus tot verrijking van je leven.

Omdat God uniek is en daarom het alleenrecht wil hebben, moet je kiezen: niemand kan twee heren tegelijk dienen. Dan raakt een mens verscheurd. Dan wordt er aan te veel kanten aan je getrokken; dat houdt niemand vol. Bij het maken van een keuze moet je bedenken dat Mammon echt niet alleen geld of materialisme hoeft te zijn. Mammon is alles wat je van God en van medemensen weghoudt, alles wat ons als een Berlijnse muur van God en medemensen scheidt, alles wat belemmerend werkt om een ander echt te bereiken en via de ander God te vinden.

Dat God het één en het al is betekent dat Hij gerechtigheid nastreeft. Daarom wil Hij dat ook wij steeds het goede voor medemensen voor ogen hebben, dat ook wij uitstralen, daadwerkelijk gestalte geven dat God één en al ontferming is. Alleen wanneer wij leven tussen de polen van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid leven wij conform Gods bedoelingen, leven wij gericht op die Ene die wij alleen gehoorzaam kunnen dienen, vol vreugde, tot heil van medemensen, tot heil van deze kwetsbare aarde waarop te veel geweld woedt, voor te veel mensen het leven onbarmhartig hard is. Dat God het één en het al is, betekent dat wij ons niet gelaten neerleggen bij de gang van zaken, maar met God weten dat het anders kan en anders moet. Daarom vol hoop aan veranderingen ten goede werken, met het oog op een voor iedereen leefbare aarde.

Dat God het één en het al is, betekent dat alles met God te maken heeft. Dus ook het kwaad en de dood staan niet los van Hem. Dat is even slikken. Dat maakt het best ingewikkeld, want nu kunnen wij niets meer afschuiven op wat men wel ‘de duivel’ noemt. Een God die alles omvat zit veel ingewikkelder in elkaar dan wij denken. Kunnen wij ons wel een beeld, een voorstelling van God maken? Niet voor niets waarschuwt men in Israël daarmee uiterst terughoudend te zijn, want voordat je het weet heb je een karikatuur van God gemaakt, zit je met een verkeerd beeld van God opgescheept.

God, het kwaad en de dood staan niet los van elkaar, want God houdt ons ook in het kwaad en in de dood vast. Zelfs dan laat Hij ons niet los. Over vriendschap, over betrokkenheid, over trouw gesproken. Daar kan je je toch geen voorstelling van maken, dat God onder alle omstandigheden, wie wij ook zijn, wat wij ook hebben uitgehaald, voor ons instaat? Dat is toch ongelooflijk groots? Aan zo’n veelomvattende God mogen wij ons toevertrouwen. Dan heb je geen vertrouwen meer in andere machten die beweren ons leven te beheersen, ons leven in veilige banen te leiden. Dan heb je geen vertrouwen meer in horoscopen en in mensen die van alles en nog wat beloven – wat zij nooit kunnen waarmaken. Dan heb je alleen maar vertrouwen in deze Ene, in leven en in sterven. Dan heb je aan deze Ene genoeg en ben je alleen maar dankbaar dat deze Ene in je leven is gekomen. Amen.