Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

2 januari 2022

Zusters en broeders,

Aankomende donderdag is het 6 januari, van oudsher de dag waarop het ‘Driekoningenfeest’ wordt gevierd. Meestal wordt op deze dag of op de zondag die daaraan vooraf gaat het verhaal van de aanbidding van Jezus door de drie magiërs uit het oosten gelezen.
Vandaag hebben we dat andere verhaal gehoord wat ook bij dit feest, Epifanie zoals deze dag ook wel genoemd wordt, hoort nl. de doop van Jezus in de Jordaan.
Waarom dit verhaal een plek heeft gekregen is niet helemaal duidelijk want er zitten vele jaren tussen deze twee gebeurtenissen.
De aanbidding vond plaats vlak na de geboorte van Jezus. De doop vindt plaats als Jezus ongeveer 30 jaar is.
Van de tijd die daar tussen ligt weten we eigenlijk niets. Alleen bij Lukas vinden we het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de tempel.
We zouden nog wel meer over het opgroeien van Jezus willen weten, maar de evangeliën zijn zeer karig met hun informatie hierover.
Nu wordt Jezus ons getoond komend vanuit Galilea naar de rivier de Jordaan, naar Johannes. Deze Johannes, de Doper, is er vast van overtuigd dat het koninkrijk der hemelen naderbij komt en hij roept de mensen op zich te laten dopen tot bekering. De doop die Johannes beoogt is gericht op de bevrijdende komst van de Messias, op de totale en definitieve bevrijding die degene die na Johannes komt, de sterkere, zal voltrekken.
Het gaat bij Johannes om de doop als zichtbare uitdrukking van de wil tot ommekeer, waarbij het vroegere bestaan wordt afgezworen.
En dan te midden van al de mensen die afkomen op de gebeurtenissen die zich afspelen bij de Jordaan komt Jezus naar voren. Jezus komt naar voren als dopeling. Maar Johannes wil hem tegenhouden en zegt: ik heb het nodig door U gedoopt te worden en gij komt tot mij?

Alleen in het evangelie naar Mattheus krijgt Johannes de ruimte om zich zelf op deze wijze te poneren tegenover Jezus. Wij, als toehoorders, zouden geneigd kunnen zijn dit tegenstreven van Johannes als bescheidenheid te interpreteren. Toch denk ik dat het geen bescheidenheid is. Want als het wel zo was en als Jezus er op ingegaan was en zich niet zou hebben laten dopen door Johannes, dan zouden de hemelen zich niet geopend hebben, dan zou boven het water niet de Geest van God geweest zijn, dan was er geen stem uit de hemel geweest. Mattheus had dan zijn verhaal niet kunnen schrijven en wij zouden geen voorbeeld hebben. Het evangelie zou dan ook geen begin meer hebben, geen kader.
Maar Jezus gaat spreken, zijn eerste woorden in het Mattheusevangelie:
Hij zegt tot Johannes: laat mij mijn gang maar gaan, want op deze manier past het ons alle gerechtigheid te vervullen.
Met dat woordje ons betrekt Jezus ook Johannes in het goddelijk gebeuren. Het woord gerechtigheid is verwant met genade, weergaloze goedheid, triomferende trouw. Deze en dergelijke woorden zijn diep verankerd in de Schrift, dat wil zeggen in het hart van God. In deze doop wordt het hart ten diepste onthuld, de aloude gerechtigheid wordt vervuld.
In deze doop gaat Jezus ons voor, Hij gaat ten onder in de Jordaan, dat wil zeggen, Hij buigt voor het oordeel van God en maakt zich solidair met de zondaren en aanvaardt het oordeel van God ten koste van zichzelf. Want, zo staat er geschreven in Mattheus 26, al deze woorden van Jezus – vanaf het eerste over de gerechtigheid – worden bezegeld in het kruis.
Deze hele indrukwekkende gebeurtenis wordt van hogerhand bevestigd en bekrachtigd op een drievoudige wijze.
1. De hemelen openen zich,
2. de Geest daalt neer als een duif
3. er klinkt een stem.
Aan Jezus wordt bij Zijn doop eigenlijk al verkondigd: Jij zult niet voor je eigen zonden gedoopt worden, maar voor de zonden van de gehele mensheid.

Wat betekent deze doop van Jezus nu voor ons, in ons eigen leven en wat betekent het nu, anno 2022? Het is duidelijk dat het doopbevel van Jezus in Mattheus 28:19 in de lucht zou blijven hangen en willekeurig zou zijn, als het niet wortelde in heel het optreden van Jezus, zijn leven, lijden en sterven, wat in het begin van het evangelie wordt samengevat in Zijn doop. De dichter/dominee Willem Barnard formuleert het zo mooi als hij zegt: Doopgang is diepgang.
Dopen wil zeggen: tot uitdrukking brengen dat wij, u en ik, in een andere verhouding tot God komen te staan, soms zelfs dat we een ander mens worden, we worden wedergeboren.
Dit wordt in de paasnacht tot uitdrukking gebracht bij de hernieuwing van onze doopbelofte. Daarin beloven wij in het geloof te staan voor wat wij in de doop ontvangen hebben, dat wij bereid zijn het nieuwe leven dat wij door de doop ontvangen hebben te leven en dat wij God willen dienen in navolging van Jezus. Door de doop van een kind of een volwassene wordt een ieder weer geconfronteerd met zijn/haar eigen doop en de eigen doopbelofte.
De ouders van een kind dat gedoopt wordt beloven dan om hun kind te zullen voorgaan in het volgen van Jezus, hun kind te zullen vertellen wat dit volgen inhoudt en het te zullen opwekken om als het eenmaal groot is ook Jezus te erkennen als de Heer. In de doop van hun kind worden de ouders
be-tekent, er wordt hen een teken gegeven dat hun kind mag rekenen op de liefde van God – tot in de vergeving toe.
Ik denk dat de meesten van ons dit een hele moeilijke zaak vinden, want het is nogal wat wat er uitgesproeken wordt. Maar wellicht kan helpen dat wij het doopverhaal van Jezus zelf kunnen meenemen als steun in ons leven. Hij is ons voorgegaan in de doop en hij heeft bevestiging gekregen dat de liefde van God op Hem was. Juist die bevestiging kan helpen vandaag, hier en nu,
Zo mogen ook wij leven vanuit het besef dat door onze doop onze namen geschreven staan in de handpalm van God en dat Hij ons bij name kent.
In zijn doop is Jezus ons voorbeeld tot navolging, hoe moeilijk dat ook iedere dag weer is voor een ieder van ons.
Ik eindig met de woorden van Willem Barnard, zoals we die terugvinden in gezang 519:
Gij die de ster van David zijt
en wijzen roept en dwazen leidt,
Gij hebt in duister U gewaagd
en naar de rechte weg gewaagd.
Amen.