17 juli 2022
Vanaf vandaag duiken we een aantal weken de Psalmen in. Met 150 Psalmen is het nog best een uitdaging om er één of twee uit te kiezen. Ga ik voor mijn eigen favoriet of voor juist een onbekende Psalm? Volgende week gaan we de muzikale kant op met de kortste Psalm die zeer veel verschillende bewerkingen kent. Vandaag hebben we er 2 voor de prijs van 1: Psalm 42 en 43.
Maar eerst nog even wat achtergrond bij dit zeer diverse Bijbelboek. Dat het zo divers is komt omdat de Psalmen in de loop van vele eeuwen zijn geschreven. De oudsten dateren uit de tijd van de koningen, maar er zijn ook Psalmen die duidelijk tijdens of zelfs na de ballingschap zijn geschreven.
• Lofliederen en hymnen, om Gods macht en kracht te bezingen
• Klaagpsalmen, zowel voor enkeling als voor volk,
• Boetepsalm, aandacht voor vroegere zonden
• Wijsheidspsalmen, doet nadenken over bedoeling leven
• Bedevaart liederen, te zingen tijdens de reis naar Jeruzalem
Verschillende van deze categorieën zullen de komende weken voorbij komen.
Toch worden al 2000 of zelfs 3000 jaar deze liederen in allerlei versies gezongen en gelezen. Vele gelovigen putten er kracht en moed uit, vinden herkenning voor dat wat ze meemaken in hun leven.
Het ene lied kan niet zonder het ander, zo wordt zichtbaar in de beweging die in het lied zit. In de voorbereiding las ik de Psalm en ontdekte ik hoe het misschien wel een dans is die uitgevoerd wordt. Ik zou het de dans van het leven willen noemen.
Die aanwezigheid is nu ver te zoeken zo is duidelijk. Misschien zijn er persoonlijke problemen waardoor hij zich door God in de steek gelaten voelt. Het kan ook zijn dat deze persoon op de een of andere manier niet welkom is in de tempel of door de afstand niet in staat is de tempel te bezoeken.
Maar het mooie gevoel is niet blijvend. Je ziet hem bijna weer ineen schrompelen terwijl hij met zichzelf in gesprek is: ‘Wat buig je je neer mijn ziel? Wat ben je onrustig?’ Helemaal teruggetrokken in zichzelf is er weinig dat hem troost en stevigheid biedt. Toch klinken er nog meer woorden: ‘Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die ziet en redt.’
Bonhoeffer werd aangesproken door deze psalm. In zijn brevier staan maar liefst 11 meditaties over Psalm 42. Bij dit vers schrijft hij indrukwekkende woorden. Zeker als je beseft onder welke dreiging hij leefde in Nazi Duitsland. Hij schrijft: ‘Hoop op God! Hoop niet dat alle dingen zich plotseling ten goede zullen keren, maar hoop op God. Zijn aangezicht, dat is Jezus Christus, zal mij zeker helpen.’
Om het nog erger te maken weten ander precies de zwakke plek. ‘Waar is dan je God?’ wordt er spottend gezegd. Dat is nu net de vraag die deze mens zichzelf stelt. God lijkt de grote afwezige in haar leven op dit moment, dus zij staat met lege handen.
Daar eindigt Psalm 42. Bij de grote klacht en wanhoop om een leven waarin God de grote afwezige lijkt. Bij een mens die met zichzelf en met God worstelt, maar ondanks alles God niet helemaal loslaat.
Soms zit meer er niet in. Is dit de beweging van het leven: opstaan en weer vallen.
Het is een gebed om bescherming en veiligheid. De bidder vraagt eigenlijk: ‘God, wilt U tussen mij en de golven van het leven in gaan staan? Wilt U ze voor mij opvangen, want ik ga steeds kopje onder.’ De bidder vraagt om licht, om waarheid als gidsen voor het leven. Om daarmee de steeds repeterende beweging van vallen en weer opstaan te doorbreken.
God wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Hij heeft beloofd voor mensen te zorgen en een rots en houvast in het leven van mensen te willen zijn. Aan die belofte mag je Hem houden. Zo komt er zicht op een toekomst die er zal komen: Weer met God verbonden zijn en zijn nabijheid voelen. Na een periode van moeite en zorgen, krachtiger in het leven staan dan voorheen. Daar mag je op hopen en vertrouwen.
Waar je zelf soms niet durft te hopen dat het anders wordt, kunnen anderen voor jou de hoop levend houden: Het zal anders worden, misschien niet gelijk, misschien niet morgen of zelfs niet in een half jaar, maar er komen andere tijden.
Bij die andere tijden is onze schrijver en danser nog niet. Voor de 3e keer klinkt het refrein. Nog steeds is de ziel teneergeslagen en onrustig. Alleen klinkt nu het tweede deel van het refrein meer mee. Hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.
Na alle bewegingen die we gemaakt hebben in dit lied, klinkt het minder wanhopig en eenzaam dan de eerste keer. Dat is wat hoop doet met mensen. Hen de moed en de kracht geven om door te gaan en zich uit te strekken naar de toekomst, naar de levende God. Zelfs als de situatie daar eigenlijk geen aanleiding toe geeft.
Zo biedt een lied herkenning en erkenning. Alle bewegingen van een mensenleven mogen er zijn en gevoeld worden zonder dat het altijd onmiddellijk opgelost wordt. Maar wat wordt er bewogen in die Psalmen en wat zit er in die beweging een kracht en een hoop. Daarom hoop ik dat deze liederen nog vele eeuwen gezongen worden om mensen hoop en kracht te geven.