Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

15 mei 2022

Stellingen voorafgaand aan de preek:
1. Ik voel mij lid van de wereldwijde kerk of ik voel mij lid van de Protestantse Gemeente van Weesp en Driemond
2. Ik heb meer met de rituelen of ik heb meer met woorden
3. Ik ga naar de kerk om bij te tanken of ik ga naar de kerk om God te eren
4. Een kerkdienst moet mij helpen om in contact met God te komen of een kerkdienst moet mij iets leren
5. In een kerkdienst wil ik getroost worden of in een kerkdienst wil ik veranderd worden
6. Ik wil liever meer stilte in een dienst of ik wil liever meer uitleg in een dienst
Gemeente van Jezus Christus,
In de afgelopen corona jaren konden we op zondagmorgen niet zomaar meer naar de kerk toe. Misschien was u gewend om elke zondag te komen, misschien af en toe.
Maar opeens konden we niet meer fysiek naar het kerkgebouw toekomen.
Gelukkig konden we thuis meekijken, we kunnen de livestream nu niet meer wegdenken, het was dé manier om toch met elkaar de zondagochtendkerkdienst erin te houden.
Toen de kerkdeuren wel weer open konden, was het voor de een vanzelfsprekend om meteen weer te komen, en voor de ander was of is het een hoge drempel om de stap weer te zetten.
Daarom leek het me goed om weer eens samen na te denken over wat die zondagmorgen met de kerkdienst voor u en ons als gemeenschap betekent.
Waarom ben ik lid van de kerk? En waarom ga ik op zondagmorgen naar die kerk toe, of waarom niet?
We hebben net wat stellingen gehad en bij één van die stellingen wil ik wat langer stil staan.
Een stelling die ik bedacht n.a.v. een vakantiefoto.
Als wij op vakantie zijn vinden we het altijd heel leuk om naar de kerk te gaan om te zien hoe het in een andere streek of ander land eraan toe gaat, dat ontroert me ook eigenlijk altijd, om op een andere plek een kerkdienst mee te maken en verbondenheid te voelen.
Voor corona en voor de kinderen reisden wij graag naar het Verenigd Koninkrijk en in het bijzonder Schotland. Toen wij daar waren en op een zondagmorgen de lokale kerk zochten, konden we hem nauwelijks vinden, hij was nogal verstopt.
Wel hadden we in de hoofdstraat een kerk ontdekt, maar dat was wel een heel bijzondere kerk.
Ik heb er een foto van meegenomen:
Ga je naar de kerk om bij te tanken of om God te eren? Nou, hier wisten ze het wel. De st Johns kerk was omgebouwd tot tankstation. U begrijpt, ik moest even uit de auto om foto’s te maken en ik ben stiekem ook even naar binnen geglipt. En ja wel, het orgel was er nog en glas in loodramen

 

, maar verder, alleen maar auto’s.
Een gekke ervaring.
Maar goed, wel een inspiratie voor de stelling dus. Bijtanken of God eren.
Natuurlijk is een stelling bedoeld om een tegenstelling te creëren. En bij deze tegenstelling klinkt het al snel als goed of fout: bijtanken of God eren, dan is God eren in ieder geval het vroomste antwoord.
Volgens mij is daar nog wel meer over te zetten, maar er blijft spanning tussen de tegenstelling en daarom is het goed om na te denken over wat die eredienst nu precies is.
En daarvoor gaan we te rade bij Paulus. Hij schrijft aan de Romeinen over wat de ware eredienst is. In vers 1 schrijft hij: Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u.

Als Paulus dat woord eredienst gebruikt verwijst hij terug naar het bijbelboek Exodus. Waar het volk van Israel wordt opgedragen om na de bevrijding uit Egypte het Pascha te vieren. Zij moeten dan een dienst houden, en die dienst is een paasoffer. Een offer als dankbaarheid dat God de mensen heeft bevrijd uit de slavernij van Egypte.

Zoals het Joodse volk na de bevrijding een eredienst aan God aanboden, zo roept Paulus ons op om zelfs ons leven als een eredienst aan God op te dragen.
Vervolgens geeft hij instructies hoe dat leven eruit ziet, en dat zijn hele praktische instructies eigenlijk, goed om thuis nog even door te lezen.

Paulus trekt de lijn van bevrijding door naar ons. Zoals God het joodse volk heeft bevrijd uit slavernij, zo heeft Jezus ons bevrijd van schuld en dood door de nood en de schuld van de wereld op zich te nemen. Dat deed hij zelfs tot in de dood. Maar de echte bevrijding lag in zijn opstanding.
En die gang, van sterven en opstaan staat altijd centraal in de eredienst op zondagmorgen.
Denk maar aan Kyrie en Gloria, schuldbelijdenis en vergeving, het avondmaal, bidden, je klein maken en stil worden en dan als gezegende mensen weer opstaan en verder gaan.
Eigenlijk oefenen we op zondag met die eredienst om het doordeweeks zelf te zijn. Op maandag bent u zelf de eredienst, dat is wat Paulus zegt.
God eren of bijtanken. Volgens mij liggen die twee misschien toch niet zover bij elkaar vandaan als dat het lijkt.
Bijtanken kan namelijk een concreet gevolg zijn van God eren.
Naar de kerk komen om stil te worden, tijd te nemen voor God waar we door de weeks misschien niet altijd aan toekomen, tot inkeer komen, nieuwe wegen kiezen, hoop krijgen, woorden horen van bemoediging en maar ook woorden die recht doen aan ons falen… tijd nemen om God tot je te laten komen en zijn bevrijding te ervaren… op die manier is het bijtanken ook een wezenlijk gevolg van de eredienst op zondag.
Soms zijn er omstandigheden in ons leven waarbij God eren misschien wel te groot klinkt, als we heel diep zitten en verslagen zijn of als we vragen hebben en twijfelen, maar volgens mij is alleen al afstemmen op God, een manier om God te eren. Dat kan zelfs zonder woorden.
Bijtanken in de kerk is tot rust komen, maar ook: vanuit die stilte, door het zingen, door de woorden, weer bepaald worden bij wie God is, en door te weten wie God is weten we weer wie wij zijn; zijn schepselen, zijn kinderen. En dat geeft hopelijk bevrijding, opluchting, rust. In ieder geval genoeg voor één week.
Na de preek gaat de dienst verder met de dienst van het antwoord, zoals dat ook wel genoemd wordt. Na de dienst van het woord, komt de dienst van het antwoord. Hoe reageren we op wat gezegd is, hoe reageren we op wat uit de bijbel is voorgelezen en wat in de preek tot ons is gekomen.
En dat komt zo mooi naar voren in psalm 40, waar de dichter zich als ware aanbiedt als levende eredienst aan God. Hij is tot de ontdekking gekomen dat het God niet gaat om de letterlijke offers – dieren die op een altaar aan God geofferd worden – maar om de mens die zichzelf wil geven als dank. Hij schrijft: U hebt mijn oren voor u geopend, en nu kan ik zeggen: Hier ben ik, over mij is in de boekrol geschreven.
Of in de vertaling van Psalmen voor Nu:
Hier ben ik om voor u te leven
Uw boek gaat over mij. Hier ben ik.
Waar u mij hebben wilt, is mijn bestemming
De dichter komt door zijn ervaringen met God tot de uitspraak: Dat wat in de boeken geschreven staat over de bevrijding, dat gaat over mij!
Misschien is dat, los van alles wat er ook gebeurt in de eredienst, het doel van de dienst van het woord: de schriftlezingen en de preek. Om te ontdekken: dit gaat over mij.
Ons leven is één doorlopende eredienst. Wij komen hier in de letterlijke eredienst bij elkaar om God te eren, en daardoor bij te tanken.
Kunnen we zeggen: Hier ben ik, dit gaat over mij?
Dat antwoord geven we in het lied dat we zo zingen, we geven het antwoord ook door de collecte. En we geven het antwoord morgen, als we wakker worden en aan de nieuwe week beginnen.
Amen