Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

24 maart 2013 – Palmzondag

Lezing uit het Oude Testament: Sacharja 9:9 en 10
Lezing uit het Nieuwe Testament: Lukas 19:29-40

Met iemand die je arrogant, vanuit de hoogte benadert, krijg je geen contact en zeker geen diepgaand contact. Wat je ook probeert, het stuit allemaal af op een ondoordringbare muur. Ten einde raad geef je de moed op.
Daarom wachten mensen op iemand die naast hen gaat staan, één met hen is, er voor HEN is, een mens net als wij. Daar word je helemaal warm van binnen van. Daar neem je wat van aan. Dan is er sprake van vertrouwen, van diepgaand contact.
Om tot op het laatst intens contact met medemensen te hebben, komt Jezus niet fier te paard de hoofdstad binnenrijden, maar rijdt Hij op het vervoermiddel van de gewone man de stad van de vrede binnen. Op het eerste gezicht onderscheidt Hij zich niet van anderen: net zo’n arme drommel. Heel gewoon, niks geen babbels, maar wel iemand die veel te zeggen heeft. Daardoor geniet Hij gezag, door wie Hij is en wat Hij doet; niet door macht en geweld, maar door de Geest die Hem bezielt, door wat Hij uitstraalt, hoe Hij naar mensen kijkt. Zittend op een ezeltje rijdt Hij op ooghoogte, kan Hij hen allemaal aanzien, recht in het gezicht kijken. Dat is opvallend bij de Heer, dat alle mensen zonder onderscheid aanzien bij Hem genieten, niemand uitgezonderd. Steeds is Hij er, voor ALLE omstanders. Voor iedereen heeft Hij aandacht: een goed woord, een helpend gebaar. Ook voor die moordenaar aan het kruis. Niemand valt bij Hem buiten de boot.
Steeds weer gaat de Heer ontwapenend, behulpzaam, liefdevol te werk. Ook daarom geen strijdros, maar een ezeltje. Dat is veel vertrouwenwekkender dan bereden politie te paard. Ontwapenend in het leven kunnen staan, terwijl alom om je heen de dreiging alleen maar toeneemt, je dood in zicht is; je moet het maar kunnen. Over levenskunst, over een diepmenselijke benadering gesproken. Jezus legt die kunst om van het leven iets goeds te maken continu aan de dag, richting allerlei mensen. Jezus selecteert niet, Hij is er voor iedereen. Dat is het mooie: dat Hij er op het juiste moment is voor wie Hem nodig hebben. Voor Zacheüs, Nicodemus, de Samaritaanse vrouw en Lazarus. Over inzicht in hoe je hulp moet verlenen gesproken.
Ontwapenend in het leven staan en zo vredestichter zijn. Wie vreedzaam is heeft geen wapens nodig, weet dat geweld NOOIT iets oplost; die zit dus niet op een JSF te wachten. Die weet dat al dat geld ergens anders heen moet, omdat alleen onderwijs mensen verder helpt. Daarom geeft Jezus voortdurend, heel beeldend, heel begrijpelijk onderwijs. Onderwijs in wat leven is. Onderwijs in op wat voor manier je veel kan betekenen voor je medemens. Onderwijs in waar wij niet altijd bij stilstaan. Onderwijs met behulp van een ezel.
Een merkwaardige leraar. Een merkwaardige vorm van wijsheid. Maar zou Hij ons met gewone werkvormen aan het denken hebben gezet? Nu zet Hij ons al zoveel jaren aan het denken, ja al eeuwenlang. Wie doet Hem dat na?
De Heer dringt niets op. Hij legt ons alleen het nodige na aan ons hart. Over nederigheid en bescheidenheid gesproken. Je moet niks; je mag. Je mag er zijn voor wie gewond langs de kant van de weg ligt. Of waar het in deze week, de Stille week, over gaat: je mag iemand niet in de steek laten. Naast iemand knielen: kan ik je soms helpen? Niks opdringen, wel iets aanraden.
Zo sticht Jezus vrede tussen mensen, laat Hij zien dat Joden en Samaritanen, Nederlanders en medelanders door één deur kunnen. Alleen HIJ sticht vrede tussen de volken. Zoals Hij dat doet, doet dat geen profeet Hem na, al staat deze Ene, deze unieke, duidelijk in de traditie van de profeten. Dat profetisch geluid is een onmisbare traditie voor wie goed wil doen en voor wie structureel geweld wil kunnen ontmaskeren. Bekleed met de gerechtigheid van de Thora, waar Hij uit leeft, komt deze ezel de stad binnen waar men profeten doodt. Tot op het eind blijft Hij in geweldloosheid geloven. Tot op het eind gaat het Hem om: uit de waarheid leven, dus leugens en geweld uitbannen. Tot op het kruis gaat het Hem om: liefde geven, onvoorwaardelijk. Daardoor stelt Hij zichzelf kwetsbaar op. Daardoor kan Hij er zijn voor wie kwetsbaar en hulpbehoevend zijn.
Niet ‘mijn koninkrijk voor een paard’, maar ‘het Koninkrijk bereik je alleen door het van een ezel te verwachten, door voor een ezel te durven kiezen’. Zonder lef, zonder de moed van het geloof, zonder te geloven in vrede, barmhartigheid en goedheid, gaat het Koninkrijk aan je neus voorbij. Dan heb je die man op dat ezeltje wel voorbij zien komen, maar ben je niet net zo diep door Hem geraakt als die Samaritaanse vrouw en Zacheüs. Opzien naar het kruis en diep geraakt worden, daar gaat het om in deze dagen. Daar oefenen wij ons in, in deze stille week. Amen.