Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

27 september 2015

Iedereen moet met vuur gezouten worden. Zout is goed! Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zullen jullie het zijn kracht dan teruggeven? Zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkaar de vrede.

Gemeente van Jezus Christus,

Er is een verhaal over een koning met drie dochters.
Op een dag riep hij ze bij zich en vroeg aan hen:
hoeveel houden jullie van mij?
De dochters dachten even na.
Toen zei de eerste dochter tegen haar vader: ik hou heel veel van u,
u bent mij meer waard dan het zuiverste goud, en dat wordt al de koning der metalen genoemd!
De tweede dochter zei tegen haar vader: ik hou ook heel veel van u,
meer dan van de zuiverste diamant, het hardste materiaal op aarde, dat niet voor niets onverslaanbaar wordt genoemd.
De derde dochter dacht nog steeds na.
Tenslotte zei ze: ik hou van u zoals ik van zout hou.
De koning was even stil om na te gaan of hij het goed had gehoord.
“Zout? Zout, zei je? Uit mijn ogen! Hoe durf je mij te vergelijken met zout!”
De derde dochter droop af en verdween uit het land van haar vader.
Jaren later brak er een vervelende tijd aan in het rijk.
De handelsrelaties waren niet goed
en daardoor kwam er op een dag een tekort aan zout in het land.
‘Waarom smaakt mijn eten niet lekker? Het is niet te vreten’, riep de koning, ‘het proeft als een oude schoenlap.’
‘koning we hebben geen zout meer’, antwoordde de lakei zacht.
Toen begreep de koning het antwoord van zijn jongste dochter.
Ze had hem zonder dat hij het door had gehad
het grootste compliment ooit gegeven,
dat er zonder hem geen smaak in het leven had gezeten,
maar hij had het niet begrepen.

Tot zover het verhaal.

Als je geen smaak meer in het leven hebt,
dan kun je met al je goudstaven en diamanten zitten,
maar dan is er niet veel meer aan.
Smaak heeft te maken met pit, met zin erin, met
enthousiasme, met willen, met inspiratie.
Het omgekeerde daarvan is zoutloos, futloos,
geen zin hebben, vastzitten.
Zo kun je in je leven of in een situatie vast zitten,
er zit geen beweging meer in,
en de fut is er uit.
Waar moet je het nog vandaan halen?

Twee weken geleden vierden we als gemeente de startzondag,
de eerste zondag van het nieuwe seizoen.
En daar werd ons gevraagd naar onze inspiratie en onze dromen
voor de toekomst.
Op de post-its las ik na afloop van de dienst veel geschreven
teksten als: meer jongeren, meer jeugd in de kerk.
Het ontroerde mij, omdat ik er een verlangen in
lees naar beweging, naar vitaliteit.
Toch vind ik het gevaarlijk om die vitaliteit alleen maar
daarvan af te laten hangen of zelfs te verwachten.

Vitaliteit heeft namelijk helemaal niet alles met leeftijd te maken.
Ook jonge mensen van mijn leeftijd of nog jonger
kunnen futloos zijn.
Op of burn out.
Zij hebben soms juist ouderen nodig, als raadgevers,
om hen te leren om te gaan met het leven,
om hen te leren hoe je rust vindt.
Veel jonge mensen die ik bezoek lopen op
hun tenen, hollen van het een naar het ander.
Zoeken een plek om tot rust te komen,
om weer gevoed te worden,
meer dat dan om zelf de aanvoerder, of aanvoeder te zijn van
een plek op die zelf op zoek is naar zout, op zoek naar smaak.

Zorg dat je het zout in jezelf niet verliest, zegt jezus.

Maar waar is nog onze smaak, pit en zin?
Wat is ons zout?
Heeft het zijn kracht verloren?

Iedereen moet met vuur gezouten worden, zegt jezus.
Dat is misschien een lastige beeldspraak.
Het heeft iets te maken met de uitspraak ‘voor hete vuren staan’.
Vuur zuivert,
en door het vuur heen gaan is er gelouterd uit komen.
Je bent er doorheen. Je kunt weer verder,
met meer kracht dan daarvoor.
Alsof het vuur, de pit, nu in jezelf zit.

Vandaag nemen we afscheid van 5 ambtsdragers en een kerkrentmeester,
en bevestigen we er twee.
We zijn intens blij dat twee mensen zich met hun pit, hun zout, hun
energie en inspiratie willen inzetten.
Tegelijk klinken er stemmen, bezorgd en terecht, is dit genoeg,
en hebben we straks nog genoeg mensen die mee kunnen helpen?

Is dit dan het hete vuur waar de kerk in weesp, maar ook in andere
plekken, voor staat?
Het hete vuur van ‘hoe houden we de kerk nog draaiende’?

Daar lijkt het misschien op, maar vandaag wil ik u een andere kijk daar op geven.
En dat is de volgende:
Het gaat niet om de kerk.

Zelfs in deze dienst waarin we mensen gaan bevestigen
in ambten, zou ik willen zeggen:
het gaat niet om de kerk.

Kerk is begonnen met een handjevol mensen,
die geïnspireerd raakten door een man
die hen vertelde over wat het betekent om
echt vrij te zijn,
om de moeilijke maar waardevolle weg te gaan
van vergeving in plaats van verbittering,
om op zoek te gaan naar God,
en hij noemde zichzelf zijn Zoon.
Zo raakten die mensen geïnspireerd,
en begonnen zich af te vragen wat
deze Jezus had bedoeld met het koninkrijk van God.
Begonnen zelf verhalen te vertellen
en goede dingen te doen.
Te zorgen voor wie ziek was.
Eten te verzamelen voor wie het niet had.

Is dat kerk?
Zo zou je het kunnen noemen.
Maar het gaat niet om kerk.
Kerk is een middel en geen doel.

De afgelopen weken heb ik met verbazing en ontroering
gekeken naar de hulp die er is ontstaan rondom
de enorme stroom van vluchtelingen.
Zo veel mensen willen graag iets goeds doen.
En zo kwam het op gang, mensen zelf,
het rode kruis, de gemeenten, de kerken.

Kerk is een middel, naast en met alle andere helpers, op weg naar het koninkrijk.
Want wat is het koninkrijk?
Ik wéét het niet precies.
Maar soms voel ik het.
Als er recht wordt gedaan in een situatie van onrecht.
Als iemand iets durft wat voorheen voor die persoon moeilijk was.
Als er een woord klinkt waardoor iemand getroost wordt.
Als iemand een thuis vindt, bij zichzelf of bij een ander.
Het koninkrijk is niet de kerk.

Hier vandaag worden we opnieuw uitgenodigd
om het zout in onszelf aan te boren.
Aan de nieuwe ambtsdragers zou ik willen zeggen,
gebruik je ambt niet om hier dingen draaiende te houden,
maar om als een middel om goed te kunnen doen.

Waar is het zout in onszelf?
opnieuw tot leven te komen.
Zoals iedereen hier, ambt of geen ambt,
opnieuw smaak mag krijgen in het leven.
En de kans niet te verliezen om deel te nemen aan het leven.

De wereld staat in brand.
De anderen dat ben jij.
Voed jezelf
voed anderen
ga naar de ander op zoek,
ga naar jongeren op zoek als je contact daarmee wil.
Wat houd hen bezig,
deel verdriet, deel je wijsheid, deel je ergste zorgen,
deel vreugde
zing met elkaar een lied
zorg voor elkaar
en zoek God.

amen