Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

13 december 2015

Gemeente van Jezus Christus,

Een paar dagen geleden lag ik in mijn bed.
Het was net voor het slapen gaan en ik dacht:
wat gaat de tijd toch snel.
Het is alweer advent! Ik kon me niet voorstellen
dat er alweer een jaar voorbij was, maar het was echt zo.
De tijd moet langzamer gaan, dacht ik.
De weken vliegen te snel voorbij.

Het is niet zo gek dat die gedachten komen,
zo in de laatste minuten voordat
je je overgeeft aan de slaap,
die laatste minuten tussen waken en slapen
waar het leven in al zijn wonderlijkheid soms
extra helder naar voren komt.

Wat is het toch gek, denk je dan, weer een dag voorbij.
Wat is het toch gek, dit leven,
je wordt geboren, en ooit ga je ook weer,
je bent er maar zo kort, voor even.

Het lijkt wel of de tijd steeds sneller gaat als je ouder wordt.
Herinner je je vroeger nog?
De dagen als kind, het eindeloze spelen,
na school naar buiten en dan dwalen door de straten?
Een uur was als een dag, een dag leek een week,
de vakantie was een zee van tijd.

Hoe komt het toch dat de tijd zich zo samenbalt als we ouder worden?
Is het omdat we steeds minder toekomst hebben,
toekomst die zich uit kan strekken als
een luxe ruimte aan uren?
Is het omdat we steeds meer verleden hebben,
en ervaringen van de afgelopen jaren zich soms
in een paar seconden in ons hoofd kunnen afspelen?
Is het omdat we steeds meer verantwoordelijkheden hebben,
en dus minder kunnen genieten van het moment?

Is dat wat we als kinderen hebben, namelijk de eeuwigheid in een dag te kunnen
ervaren, is dat iets wat we definitief kwijtraken?

Wat verliezen we als we ouder worden?

Dat zal voor iedereen weer iets anders zijn.
Misschien de gedachte dat het leven voor altijd is
Dat je ouders er altijd zullen zijn,
of dat ruzie altijd goed komt.

Je raakt je naïviteit kwijt zeggen mensen.
Je wordt realistischer.

Naïviteit is nog niet zo’n gek woord hier.
Het komt van het franse naief, waarschijnlijk van het latijnse nativus, wat “geboren, geboortig, of oorspronkelijk” betekent.
Het heeft dus iets te maken met “beginner zijn”.
De blanco lei. Alles is nog mogelijk.

Is dat waarom bepaalde dingen lastiger worden als je ouder wordt?
Als je blanco lei wordt ingevuld door de tijd
en door alle personen en ervaringen die op je pad komen?
Misschien.
Misschien wordt het lastiger om lief te hebben, als je hart een keer is gebroken.
Misschien wordt het lastiger te hopen, als je te veel teleurstellingen hebt gehad.
En misschien wordt het ook lastiger om te geloven.

Je kunt van alles van het geloof zeggen, maar realistisch is het niet.
En de verhalen in de bijbel evenmin.
Zo lezen we deze adventsweken verhalen over vrouwen,
de een te oud (Elisabeth) om nog een kind te krijgen,
de ander maagd (Maria).
En ze raken allebei zwanger.

Ik moet bij naïef versus realistisch altijd denken aan een stuk
uit de laatste show van Herman Finkers Na de Pauze,
waarin hij vertelt hoe een leraar bij zijn ouders op bezoek komt.
Dat gaat zo:

En? Hoe gaat het met ons Herman op school?’
‘Nou, uw Herman heeft een bijzonder sterke fantasie. Maar maakt u zich niet ongerust, dat krijgen we er nog wel uit.’
Ik zat, vertelt Herman, moet u weten, in Almelo op een rooms-katholieke jongensschool.
En op die rooms-katholieke jongensschool werden we doodgegooid met dogma’s. Het dogma van: ‘1+1=2.’ Het dogma van: ‘iets is in wezen niets anders dan…’: bijv: ‘Een boom is in wezen niets anders dan een zuurstoffabriek.’
Die zuurstoffabriek benauwde mij en verstikte alle poëzie. Tot op een dag de kapelaan in de klas kwam.
De kapelaan vertelde ons: ‘Er is maar één God. En Hij bestaat uit drie personen.’
Ik dacht: Goddank, eindelijk iemand met wie je fatsoenlijk kunt praten.
De kapelaan barstte van de verhalen met ruimte. Zo zei hij: ‘God is het begin van alles. Voor God was er niets. En Maria is zijn moeder.’ Het was of mijn dichtgeknepen keel weer open ging en ik weer mocht ademhalen.
Tot zover Finkers

Ook ik heb jaren gekend waarin de realiteit van het leven
zich kwam opdringen,
waarin ik een oud geloof in God zoals ik dat toen ervoer verloor.

De laatste tijd lijkt het alsof er echter opnieuw iets ontstaat.
Alsof een nieuwe, meer doorleefde naïviteit wortel schiet.
De dood is nog steeds de dood,
en ook is er nog steeds ruzie in de wereld,
maar het lijkt alsof er zich door alles heen een sterker beeld ontwikkelt,
van wat werkelijk reëel is, en echt en waar, en belangrijk.
Of om Finkers nog eens aan te halen:

Maar wat is waar? Het oog ziet niet wat op het netvlies valt.
Het oor hoort niet wat het trommelvlies doet trillen.
Het ziet en het hoort wat in het hart ligt.
En fijnzinnigheid is altijd waar. Kwetsbaarheid is ook altijd waar.
Einde citaat

Meer dan ooit voel ik die nieuwe naïviteit op momenten waarop het leven
omgegooid wordt. Zoals bij de aanslagen in Parijs.
Opgeschud, ontgoochelt blijven we achter.
Hoe kan God dit toestaan? Vroeg iemand.
Maar het is juist dán dat iets in mij opstaat.
Iets dat ik ben, en tegelijkertijd mij ontstijgt. Iets van het licht.
Ik kan niet anders zeggen.
Iets dat weet: het licht is sterker dan het donker.
Uit te leggen valt dat bijna niet.
Je zou er van moeten zingen.

En dat is precies wat Maria vandaag doet.
Ze zingt, een lied:
heersers stoot God van hun troon
wie gering is geeft hij aanzien
wie honger heeft overlaadt hij met gaven
rijken stuurt hij weg met lege handen.

Ze zingt een lied waarin God waakt en zorgt
voor de meest kwetsbaren.
Dat dat wat ons maakt en tegelijkertijd overstijgt
dat licht in ons dat ons
dat dat kan doorbreken
juist op de meest kwetsbare plekken in de wereld en in ons eigen leven.
In de straten in parijs
In een ruzie tussen ouder en kind
in de paniek van ziek zijn
Is dat realistisch? Nee, helemaal niet.
Daarom is het ook niet te begríjpen.
Maria’s lied doet op deze zondag in advent een appel op de hoop en verwachting en het licht dat in ons leeft.
Het doet een appel op onze naïviteit.
Zoals we in deze weken van advent toegroeien naar de geboorte van een kind,
laat ook in onszelf weer groeien de onschuld die we verloren
aan het realisme van de
tijd en de werkelijkheid.

In die nieuwe doorleefde naïviteit worden oude verloren dingen opnieuw waar:
De eeuwigheid zit in een dag,
de liefde is er altijd
en
elk moment is een geboren mogelijkheid om opnieuw te beginnen.

Amen