Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

20 september 2015

Lezingen:
Jakobus 3:16-4:3
Marcus 9:30-37

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Met deze woorden begin ik altijd mijn preken. Ook vandaag nu we als kerken in Weesp samen vieren
zijn we gemeente van onze Heer Jezus Christus. Er zijn verschillen: fundamenteel van aard of we spreken van andere gewoonten en gebruiken. Wat blijft, is dat we samen komen rond het evangelie,
het goede nieuws van dat koninkrijk van vrede, recht en gerechtigheid dat koninkrijk dat Jezus verkondigde. Daarom: gemeente van onze Heer Jezus Christus.

De evangelist Marcus laat ons vandaag meekijken bij het onderricht dat Jezus aan zijn leerlingen geeft. Het gaat over het Messiasgeheim, de aankondiging van het lijden van Jezus zelf en over de vraag van de leerlingen onderling wie van hen de belangrijkste is. Dit is geen eenvoudige kost bij elkaar, en ook de leerlingen, de inner circle, moeten het bij herhaling horen.

Op het onderlinge gekibbel van de leerlingen, waarmee ze niet bij Jezus komen overigens, neemt Jezus zelf het initiatief. Hij zet een kind in het midden. Het kind in Jezus’ dagen is niet klein, vertederend en schattig maar vooral klein en kwetsbaar. Juist in de kwetsbaarheid en kleinheid kan het kind ook ontwapenend zijn: ‘met de stemmen van kinderen en zuigelingen bouwt u een macht op tegen uw vijanden om hun wraak en verzet te breken’, zegt de dichter van Psalm 8. (Psalm 8:3)

Ik denk dan ook meteen aan de foto van Aylan Kurdi, het Syrische jongetje dat verdronk op de kust van Turkije. Door zo’n foto komen we in actie.Door deze foto komt de mensheid in actie – primair in de verontwaardiging. En spijtig genoeg: hij was niet de eerste die dood vond op zijn weg naar vrede, en ook niet de laatste.

Het kwetsbare kind is een verwijzing naar Jezus zelf. De macht van Jezus is anders: hij is niet de grote vrijheiddstrijder of de machtig prediker die roem en status verwerft. Het verwachtingspatroon van de leerlingen ten aanzien van Jezus komt niet daarmee overeen: Jezus heeft het niet over een mooie toekomst, hij spreekt over lijden, dood en een opstanding uit de dood. En dan wijst hij op die kwetsbare mens bij uitstek: een kind.

De hele geschiedenis van de mensheid door is het lot van kinderen altijd bepaald door belangen van volwassen. Denk aan het lot van kinderen in oorlogssituaties, of kinderen die met hun ouders moeten vluchten. Nergens zijn ze echt welkom – onze grenzen van bastion Europa gaan dicht. Een weeskind had het in de dagen van Jezus moeilijk. Vandaag de dag is dat voor bv. kinderen van wie de ouders allebei aan Aids overleden zijn, niet anders. Zij kennen het gevoel van grote eenzaamheid,
het gevoel er niet bij te mogen horen. Hun leven is overleven.

Jezus zet het kind in het midden en omarmt hem: een veelzeggend gebaar. Je bent omarmd, aangeraakt en gezien in al je lijden. Dat doet mij denken aan Jezus zelf: ook voor hem was geen plaats, en juist in hem krijgen we zicht op wie God is, wat God van ons verwacht. Zo gezien wordt dit kind in ons midden leraar voor ons allen. ‘Wie in mijn naam een kind als dit opneemt, neemt Mij op’ zegt Jezus aan het slot. Jezus identificeert zich hier met mensen aan wie geen eer te behalen valt.
Juist dat is de omkering van het Koninkrijk van God: aandacht geven aan de kwetsbaren.

Daarmee zijn niet alle wereldproblemen opgelost en verdwenen. Onze bijdrage doet er toe.
Het hangt niet van ons af. Het komt wel op ons aan!

Hoe dan aandacht geven aan de kwetsbaren vorm kan krijgen, horen we vanmorgen uit de mond van José Verweij. Ze is de oprichter van Gone Arty, de organisatie waarvoor we straks collecteren.

Gone Arty is een stichting die sinds 1998 producenten in Zimbabwe, Swaziland en Zuid-Afrika bestaanszekerheid wil bieden. Dat gebeurt door het importeren van kunst- en gebruiksproducten die in Nederland onder andere verkocht worden in Wereldwinkels, ook in Weesp. José is vandaag in de dienst aanwezig (uitnodigen naar voren te komen).

José en ik kennen elkaar sinds 1988. Zij woonde met haar gezin in het zendingshuis in Oegstgeest, in afwachting van hun vertrek naar Zimbabwe. Wij woonden daar ter voorbereiding op ons verblijf in Zambia. In onze Zambiaanse tijd hebben wij José ook bezocht in Zimbabwe.