Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

18 oktober 2015

Lezing uit de profetie: Jesaja 29:18-24
Epistellezing: Hebreeën 4:12-16

Waar anderen niet over praten, wordt ons door God onthuld. Het onrecht waar velen, uit angst of onwetendheid, in vele landen over zwijgen, stelt de God van Israël WEL aan de kaak, opdat mensen zich gekend weten en niet ten onder gaan. Daarin gaat de unieke kracht van Gods Woord schuil: die scherpe bewoordingen die alleen profeten kenmerken en mensen moed op een betere toekomst geven. Zo baant God vastbesloten een uitweg uit alle onrecht en lijden, door mensen en machten die medemensen onder de duim houden te benoemen, ja met het zwaard te treffen, zodat hun fatale rol raakt uitgespeeld. God dringt dieper dan wie ook door in onze werkelijkheid, door achter de schermen te kijken, tussen de regels door te lezen en machthebbers te ontmaskeren door niets te verbloemen of te verzwijgen. Zo staat God als DE helper naast wie kwetsbaar zijn en geen helper hebben. Zo voelt God vol begrip mee met onze zwakheden. Ook Hij is immers door onrecht en geïntimideerde machthebbers op de proef gesteld. Hij kent wat wij doormaken dus uit eigen ervaring. Daarom kan Hij ons niet loslaten. Daarom neemt Hij het op voor wie machteloos zijn. Daarom hamert Hij op het tegendeel van onrecht en lijden: barmhartigheid en genade. Veel te veel mensen lijden immers onder een meedogenloos bewind. Al te veel mensen bevinden zich immers in een uitzichtloze situatie. Aan die onaanvaardbare, mensonterende situatie wil God een eind maken, opdat mensen deel van leven hebben. Dat kan alleen door je hard tegenover onderdrukkers op te stellen en door barmhartig te zijn voor wie geholpen en getroost moeten worden. Een andere uitweg dan genadeloos onrecht aan de kaak stellen en genadig medemensen helpen is er niet.
De profeet Jesaja ziet al helemaal voor zich wat er dan verandert, als barmhartigheid en genade het voor het zeggen krijgen in plaats van hardvochtigheid: hoe mensen dan op adem kunnen komen, hoe ingrijpend het leven van mensen verandert waar de God van Israël ten tonele verschijnt. Dan wordt het ongelooflijke waar: dan is het gedaan met hen die medemensen geweld aandoen in plaats van liefdevol met mensen om te gaan. Dan komt er een eind aan leugens en bedrog, aan propaganda en corruptie, aan een rechtspraak die niet deugt omdat ook rechters omkoopbaar blijken te zijn.
Wat wij ons amper kunnen voorstellen is in het Midden-Oosten, Rusland en grote delen van Afrika de alledaagse keiharde werkelijkheid, waar mensen tegenop lopen en onder lijden. Wat Jesaja om zich heen ziet is in tientallen landen helaas geen uitzondering, eerder regel. Logisch dat mensen die keiharde realiteit trachten te ontvluchten in de hoop elders een vreedzaam bestaan te kunnen opbouwen. Of die hoop in vervulling gaat, of hun dromen werkelijkheid worden, ik heb er zo mijn vraagtekens bij. De alledaagse werkelijkheid is immers overal weerbarstig. Je krijgt het nergens cadeau, maar zult er altijd voor moeten vechten, hoeveel dat ook van je eist. Rechten zijn altijd en overal alleen maar verworven rechten, moeizaam bevochten rechten, die zo weer ongedaan kunnen worden gemaakt waar zoiets vaags en abstracts als de economie belangrijker wordt geacht dan zoiets concreets als een mensenleven en een maatschappij die een samenleving is.
Jesaja heeft het door: dat machthebbers heel wat loze beweringen doen, zonder dat mensen dat vaak doorhebben. Jesaja wenst daar echter, in Gods naam, een eind aan te maken door er doorheen te prikken. Dan is de keizer maar naakt, maar de onderste steen zal boven komen, het onrecht moet wijken voor het belang van mensen en een leefbare samenleving.
Jesaja is niet bang uitgevallen. Hij stelt met de moed van het geloof onrecht aan de kaak om het lijden van mensen, dat hij net als zijn naamgenoot niet langer kan aanzien, te beteugelen. Er is al veel te veel misgegaan. Dit mag niet langer zo voortduren! Waar de heilige God van aartsvader Jakob wordt vereerd, zal men heilig, dat wil zeggen eerlijk met elkaar moeten omgaan. Daar is voor onrecht en onderdrukking geen enkele speelruimte. Daar heeft men alleen inzicht in wat GOED voor een mens is, dus NIET wat mensen in verwarring brengt, terecht klachten veroorzaakt. Dat unieke inzicht, dat alleen de Thora ons kan schenken, moet doorwerken in heel de samenleving, dus ook in Groningen, Rusland en het Midden-Oosten. Met minder neemt God geen genoegen, omdat het om mensen gaat.
Jesaja is ervan overtuigd dat het anders, beter kan en beter moet. Daarom spreekt hij vol hoop over een betere toekomst voor ALLE mensen. Daarom ziet hij het schijnbaar onmogelijke waar worden. Voor Jesaja is politiek niet de kunst van het haalbare mogelijk maken, maar het in veler ogen onmogelijke toch werkelijkheid laten worden. Dan worden zelfs blinde mensen ziende, komt een einde aan de verblinding, het niet willen zien, en krijgen mensen zomaar inzicht in hun situatie. Zelfs wie uit angst zijn oren had dichtgestopt hoort weer waar het om moet draaien in het leven en in de samenleving. Dat hoor je alleen waar de Thora wordt voorgelezen; nergens anders. Een gezonde samenleving kan daarom niet zonder synagoge en kerk, ook al denkt men van wel en vindt men het christendom een achterhaalde zaak. Maar getuigt juist DAT standpunt niet van verblinding, van gebrek aan inzicht? Opnieuw worden wij door een ziener opgeroepen onze oren en ogen goed open te houden om meer te kunnen zien dan het alledaagse gedoe. Wie oren heeft om te horen, die luistere scherp, want hier, rond de Eeuwige, gaat het om grandioze veranderingen ten goede, die geen enkele ideologie tot stand kan brengen. Weg duistere tijden! Weg sombere werkelijkheid! Op weg met de Eeuwige, geprezen zij Zijn naam, naar een volop humane toekomst in plaats van een onzekere toekomst.
Het is niet de enige keer dat Jesaja zijn mensen op sleeptouw neemt, moed inspreekt met behulp van veelbelovende woorden die mensen raken en fantastische beelden die mensen aanspreken. Steeds weer spreekt Jesaja mensen indringend toe, omdat lang niet iedereen doorheeft wat anders kan en moet, wil iedereen deel van leven hebben. Steeds weer moet Jesaja, net als straks Jezus, schetsen wat er gebeurt als God regeert en Gods wil werkelijkheid wordt, willen mensen eindelijk wakker worden en opstaan tot een nieuwe manier van leven. Steeds weer moeten profeten oproepen eindelijk wakker te worden, willen mensen door loze beweringen leren heen te prikken, niet langer alles te geloven wat men je op de mouw spelt. Achter de werkelijkheid kijken, spelletjes doorzien, is nu eenmaal niet eenvoudig.
Jesaja houdt vol, tegen de stroom in. Net als zijn naamgenoot Jezus is ook deze ziener die helemaal vol is van zijn vergezichten een eenzaam en lange tijd onbegrepen mens. Zulke zieners met visie hebben wij hard nodig. Mensen met visie zijn er vandaag de dag helaas te weinig. Zieners tonen ons vergezichten die veel verder reiken dan televisie en social media ons kunnen tonen. Zulke zieners zijn een gave van God waarvoor je alleen maar diep dankbaar kunt zijn. Moge God ons meer van zulke zieners geven, opdat wij optimaal leven, tot heil van een wereld vol verwarring, nood en strijd! Amen.

Wij lezen uit het Psalter: Psalm 119:97-105
Wij lezen uit de Thora: Exodus 20:1-17
Wij lezen uit de profetie: Jesaja 55:10 en 11

De Psalmist zingt een loflied op de Thora, omdat hij blij en dankbaar is dat God ons de nodige richtlijnen voor een goed leven heeft gegeven. Wij hoeven het dus niet zelf allemaal uit te zoeken; een hele opluchting! Opnieuw een teken dat God ons niet aan ons lot overlaat, maar ons aan alle kanten helpt om iets moois, iets goeds van het leven te maken.
In Zijn heilzame richtlijnen raadt God ons een aantal handelingen af door ons aan te raden om bepaalde grenzen niet te overschrijden, omdat niemand daarmee gebaat is. Opnieuw een teken dat alleen de God van Israël niet zozeer boven ons staat als wel naast ons staat. God denkt met ons mee, Hij handelt steeds in ons belang en wil vanaf het prille begin, heel principieel, dat iedereen een goed en veilig leven kan leiden. Daartoe vraagt Hij in Zijn geboden van ons om respect op te brengen voor medemensen. Dan wordt ook ONS territorium niet bedreigd, maar kunnen wij vrij en blij onbezorgd leven.
In Zijn leefregels legt de God van Israël ons niets dwingend op. Hij legt ons wel het nodige na aan het hart om ons te behoeden voor het kwaad dat een mens schaadt. Niet doen, daar wordt niemand beter van. Niet aan andermans bezit komen, medemensen niet schofferen. Aan ons de keuze of wij wat in deze goede raad van God zien of niet. Aan ons de keuze of wij al dan niet karakter tonen. Aan ons de keuze of onze hebzucht groter is dan ons verstand.
Onze vrije wil wordt dus volledig door God gerespecteerd doordat Hij ons de vrijheid geeft om het goede te doen, om een hechte band met medemensen op te bouwen en van een maatschappij een samenleving te maken. Zonder de heilzame invloed van Wet en profeten komt er geen gezonde samenleving tot stand, want wie Gods waarden respecteert leeft volgens waarden en normen die mensen alleen maar goed doen, nooit in ons nadeel zijn. Daarom hecht Israël zoveel waarde aan Gods Thora, Gods heilzaam onderricht, dat ruimte in ons leven schept, zodat het binnen de omheining van de Thora goed leven is. Een veilig afgebakend terrein waaruit indringers met kwade bedoelingen worden geweerd, op veilige afstand worden gehouden. In Israël is geen ruimte voor onrecht en dictators.
Met Zijn o zo fundamentele geboden probeert God vooral inzicht bij ons te kweken in hoe je het best met elkaar om kunt gaan: vreedzaam en betrokken in plaats van berekend en afstandelijk. Psychologisch inzicht en ethiek maken ons zoveel wijzer, zorgzamer, verstandiger, evenwichtiger. Zoveel inzicht roept alleen maar waardering voor je behoedzame houding op. Je bent er dus bij gebaat als je deze leefregels respecteert. Daarom zingt deze Psalmist, dankbaar voor zoveel gaven van God, zijn loflied op de Thora.
God probeert ons steeds weer te behoeden voor het kwaad. Mijd daarom elke handeling waarvan je van tevoren kan weten dat die slecht is en tot niets leidt. Denk niet dat jij slim bent en de dans wel zult ontspringen. Er bestaan nu eenmaal geen uitzonderingen op doordachte regels, dus ook niet op de leefregels die je alleen maar vooruit willen helpen, je ontwikkeling willen bevorderen in plaats van blokkeren. Het zijn geen VERboden, maar GEboden, raadgevingen, aanwijzingsborden. Je kunt dus niet meer zeggen dat je de juiste richting niet kent.
Doe wat IK wil, volbreng wat IK gebied. Dat zegt God niet, omdat Hij Zijn wil per se wil doordrijven, maar omdat dat het beste is voor alle mensen. God denkt inclusief, terwijl andere goden, net als ideologieën, alleen maar exclusief denken: mensen uitsluiten en uitbuiten, alleen maar slachtoffers maken.
Met Zijn leefregels werpt God een verhelderend licht op ons bestaan met zijn wirwar aan mogelijkheden. Opdat wij tot goede keuzes komen, laat Hij Zijn licht schijnen op de ingewikkelde situatie van ‘hoe geef ik mijn leven zo vorm en inhoud, dat het een voor ALLEN goed leven is?’ Omdat het Hem gaat om fundamentele levensvragen en dito keuzes, neemt God ons ook hier bij de hand en leert Hij ons zo te leven, dat ons leven de moeite waard is, voor onszelf èn voor anderen. Het gaat God altijd weer om een zo groot mogelijke actieradius van goedheid en zegen.
Voor de zoveelste keer leert God ons elke vorm van egoïsme en egocentrisme af. In het goede leven gaat het om nabijheid, altruïsme, medemenselijkheid. Daarom hebben openheid in plaats van een verborgen agenda, en betrokkenheid in plaats van een klein wereldje hier het laatste woord. God zet in de Tien Woorden de luiken wijd open, zodat wij verder kijken dan onze neus lang is en net even meer doen dan men gewoon vindt. Dat tandje hoger, dat net even beter, is alleen maar boeiend, inspirerend en heilzaam. Wij worden hier niet overvraagd, maar komen pas tot ons recht als wij volgens deze heilzame richtlijnen vorm en inhoud geven aan ons leven. Daarom zingt deze Psalmist, dankbaar voor zoveel goede gaven van God, zijn loflied op de Thora.
Met deze leefregels brengt God rust in ons bestaan, maakt Hij een eind aan de onrust van opgejaagd wild zijn, altijd maar weer een mogelijke prooi zijn van de firma list en bedrog, altijd er op verdacht moeten zijn dat anderen je een hak zetten. Met deze leefregels bakent God een veilig terrein af. Binnen de omheining van de Thora is het goed toeven, voor alle mensen.
Opdat een mens een goed en gerust leven kan leiden gunt de sabbat ons de heilzame rust die een 24-uurs-economie ons pijnlijk onthoudt. Hoe dom kunnen mensen zijn om elkaar die rust NIET te gunnen.
God behoedt ons voor de afgod economie, die ons alleen maar een eenzijdige kijk op de werkelijkheid geeft die op allerlei terreinen onzekerheid teweegbrengt in plaats van rust en vrede. Wanneer mensen alleen maar interessant zijn zolang zij kunnen werken, waar mensen met het grootste gemak worden afgeschreven, is er iets niet goed, worden mensenrechten geschonden. Een mens leeft niet om te werken. Arbeid is niet het hoogste doel in het leven. Je werkt om volop te kunnen leven. Je moet dus ook de gelegenheid hebben om op adem te kunnen komen. Alleen Gods heilzame richtlijnen stellen ons daartoe in staat. Daarom is het oliedom je niet aan deze zo bijzondere richtlijnen te houden.
Gods geboden maken ons duidelijk dat het God gaat om een optimaal gevuld bestaan, om welzijn voor alle mensen. Welzijn begint met geen grenzen overschrijden, waardoor de ander zich belaagd, in het nauw gedreven voelt. Welzijn begint met geen macht of geweld gebruiken, maar je spontaan in dienst stellen van anderen door liefdevol, diakonaal te handelen. Pas dan voelen mensen zich bij je op hun gemak, veilig en geborgen.
Dankzij Gods volk Israël krijgen wij de kans om bij het licht van Gods geboden te leven. Daarom zingen wij dankbaar voor zoveel goede gaven dit loflied op de Thora met de Psalmist mee. Amen.