Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

3 februari 2013

Evangelielezing:Lukas 4:14-30

Zolang Jezus dingen zegt die in goede aarde vallen, mag men Hem graag horen in Nazareth. Maar zodra Hij verder kijkt dan de neus van zijn toehoorders lang is, zodra Hij richting anderen kijkt, over grenzen heen kijkt en die barricades zomaar slecht, is de liefde voorbij. Het is niet de enige keer dat wij vanuit de Bijbel horen dat onze actieradius akelig beperkt is. Wanneer Gods liefde grotere kringen beschrijft dan wij gepast en gewenst achten, is het over met de liefde. Dan blijkt steeds weer dat liefde en haat angstwekkend dichtbij elkaar kunnen liggen, haat zomaar in alle hevigheid kan ontvlammen. Bij een afwijzing barst de hel los, stelt men zich niet langer de vraag ‘hoe zal ik U ontvangen?’, maar laat men zich ongegeneerd gaan. Ook hier is het geschilpunt de visie op allochtonen. Staan wij open voor vreemdelingen, niet-Joden als die weduwe bij Sidon en Naäman, of vinden wij onszelf veel en veel beter?
Waar komt die overgevoeligheid toch vandaan? Wat anders is komt ons altijd weer vreemd voor in plaats van normaal. Waarom kunnen wij niet ruimer denken, inclusief denken? Onze bekrompen houding wordt sterk bepaald door onze omgeving. Zijn wij zo weinig zelfstandig, zozeer een kind van onze tijd, dat wij niet eens een EIGEN mening hebben? Voordat je een afwijkende mening durft te hebben, voordat je dissident bent, is er heel wat met je gebeurd, heb je een diepgaand groeiproces doorgemaakt op weg naar zelfstandigheid, volwassenheid. Die weg was niet altijd eenvoudig, maar wel meer dan de moeite waard. Kon je anderen die vrijheid, dat ruime denken maar geven! Maar dat lukt zelfs Jezus niet, blijkens wat hier gebeurt in Nazareth. Doorgroeien, verder leren kijken is vooral een persoonlijk groeiproces, meestal geen groepsproces. Vaak verloopt het groepsproces veel langzamer dan het groeiproces dat JIJ doormaakt. Dan moet je je irritatie beheersen. Zelfbeheersing als een goede leerschool. Ook dat leert Jezus ons hier.
Het is niet de enige keer dat Jezus in het nauw wordt gedreven, maar dit gebeurt nu wel door mensen die beter zouden moeten weten. Zij kennen Hem immers, van jongs af aan. Of MENEN wij vooral dat wij de Heer kennen? In hoeverre klopt ons Godsbeeld eigenlijk met de werkelijkheid? Hoeveel verdragen wij van God en wat accepteren wij NIET van Hem? Job worstelde al met die vraag. Zullen wij het goede uit Gods hand ontvangen, maar het kwaad niet? (Job 2:10).
Hier komt het kruis al in zicht. Zo vroeg al in Jezus’ leven. Eerst was er die pijnlijke afwijzing in Bethlehem en nu in Nazareth opnieuw. Het zal niet de laatste keer zijn dat men Jezus niet moet. Je zal je hele leven weten wat er boven je hoofd hangt. Dat lijkt mij een allesbehalve prettig gevoel. Jezus’ DNA is de kruisdood, een uitputtingsslag. Blij vooruitzicht dat ons streelt, maar niet heus. Een leven vol dreiging, dus een eenzaam bestaan. Je moet dat maar aankunnen en dan ook nog niet kwaad worden op je tegenstanders. Over levenskunst op hoog niveau gesproken.
Jezus laat zich niet kennen. Hij loopt majesteitelijk dwars door die tierende mensenmassa heen en vertrekt. Er zijn vast wel anderen die WEL naar Mij willen luisteren, WEL openstaan voor mijn boodschap. Aan jullie heb ik daarom geen boodschap.
Jezus is dus meer dan dat eigenwijze jochie van Jozef en Maria. Hij is de Heer, die boven dergelijke vernederende situaties staat, hier en straks bij Pilatus zijn eigen, ongekende gang gaat. Niemand houdt Hem tegen. De macht van Zijn tegenstanders is dus uiterst beperkt. Bekrompenheid en een beperkt machtsbereik liggen ook hier onthullend dichtbij elkaar. Jezus’ tegenstanders stellen, als het er op aan komt, weinig voor. Geldt dat alleen van JEZUS’ tegenstanders of ook van andere tegenstanders? Jezus leert ons hier ons niet te laten intimideren wanneer wij gelijk hebben, Gods Woord ons gelijk geeft. Jezus leert ons hier net zo onverstoorbaar te werk te gaan als de profeten, die ondanks tegenstand zich niet het zwijgen op laten leggen.
Een samenleving zonder dissidenten is een armoedzooitje: zo’n samenleving mist iets essentieels: een heilzaam tegengeluid, zoals Jezus dat hier laat horen. Die tegenstem klinkt vaak tegen dovemansoren, is alleen bestemd voor fijnproevers. Jezus kweekt zulke fijnproevers met behulp van gelijkenissen.
Wat horen wij tussen de regels door? Of zijn ook wij doof? Of zijn ook wij in feite tegen Jezus van Nazareth? Ook na 2000 jaar christendom heeft Jezus meer tegenstanders dan fans. Dat geeft te denken. Nazareth is blijkbaar overal aanwezig, zit diep in ieder van ons. Amen.