Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

6 februari 2011

6 februari 2011 zondag werelddiaconaat

lezingen:
Jesaja 43: 9-12
I Korintiers 3:9b-17
Matteus 5:13-16

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Getuige zijn, daar gaat het over vandaag. We waren er in het preekvoorbereidingsgroepje afgelopen maandag snel mee klaar: dit is het verbindende thema tussen de drie lezingen. Uit de mond van Jesaja en Jezus horen we het. Ook Paulus schrijft erover naar de gemeente in Korinthe. De hoorders worden ingeschakeld en benoemd tot getuige.

Getuige zijn is belangrijk! Zie maar hoe afhankelijk wij zijn van de journalisten als getuigen van wat er op het Tahrirplein in Cairo gebeurd. Ik kan niet overzien in hoeverre er sprake is van propaganda, of dwang door welke partij pro en contra dan ook. Ik zie wel hoe ingewikkeld het is voor een journalist om zijn werk te doen, als ik donderdagavond op de TV een Vlaamse reporter met een zaklamp ietwat verscholen achter de balkonbalustrade zie werken aan de rand van het inmiddels beroemde plein. En misschien is de situatie tussen het moment van schrijven – vrijdagochtend- en nu, zondagmorgen, al weer dramatisch veranderd.

Getuigen zijn nodig om de wereld te laten horen en zien wat er speelt, waar het om gaat. Als mensen daadwerkelijk gegrepen zijn door de boodschap, is de voortgang van het bericht moeilijk te stoppen. Zoals de Afrikaanse tamtam verder draagt, dan wij Europeanen voor mogelijk houden. Zoals je kunt proberen het gebruik van sociale media als Twitter en Facebook aan banden te leggen door internet te verbieden, maar dan wordt er wel een andere oplossing bedacht.

Getuigen zijn belangrijk en nodig. Waarvan of van wie getuig je dan? Wat is de inhoud van je boodschap? Waarvoor word je ingeschakeld? Waar moet je stem aan geven?

Hierin leggen Jesaja, Jezus en Paulus ieder een eigen accent. Jesaja benadrukt de enigheid van de God van Israel: “Ik, ik ben de Heer, buiten mij is er niemand die redt.” (Jes. 43:11) Voor de ballingen is dit de hernieuwde boodschap, terug naar waarmee Abraham geroepen was. Deze God is de enige, de onvergetelijke! De profetie van Jesaja heeft alles van een gloedvolle liefdesverklaring, blijvend en duurzaam.

Jezus spreekt zijn hoorders aan: zijn leerlingen en de anderen die om hem heen zitten en luisteren. Hiervóór staan de zaligsprekingen, waarin Jezus mensen ‘zalig’ noemt waarvan wij dat nu net niet zouden zeggen. Zij die treuren, hongeren en dorsten, zij die naar recht verlangen in hun hopeloze situatie. Juist deze mensen worden benoemd tot getuige – met een veelheid aan beelden: jullie zijn het zout van de aarde, het licht in de wereld, het licht dat stad en huis verlicht.

Zout is een smaakmaker, conserveringsmiddel, we kunnen het niet missen! Licht maken kost tijd en moeite. Wat dom zou het zijn om het te verstoppen. Als je eenmaal licht hebt, deel er dan van uit!

Wie zich afvraagt wat een korenmaat is, een maatbeker om koren mee te scheppen. Daar zet je geen licht onder. Dat wordt niets. In deze getuigen die in de zaligsprekingen aangesproken zijn, wordt het werk van God en Jezus zichtbaar: het komende koninkrijk van vrede en recht, waar je je leven kunt leven zoals God het bedoeld heeft.

Zo gezegd dringt Jezus’ boodschap door tot in de poriën van ons bestaan. Licht zijn, zout zijn
dat is ieder van ons, daarvoor hoeven we niet té gering over onszelf te denken: onze bijdrage, ons talent  – hoe klein of groot ook – doet er toe.

Paulus legt de nadruk op het fundament, wat is de bodem van je bestaan, en daarmee ook van de inhoud van je getuigenis.
preek 2011-02-06-3
Jezus Christus is het fundament, door God zelf gelegd, hierop is Paulus’ boodschap en ook ons getuigenis gebaseerd. Met het fundament alleen zijn we er niet: het gaat erom om hierop verder te bouwen. Hout of goud, schrijft Paulus en daarna komt het vuur. Houten bouwwerken houden in het vuur geen stand, hoe het met edelmetalen zit, wisten we maandag niet goed, dan smelt uiteindelijk toch ook? Ik houd het vooralsnog op het belang van de intentie waarmee gebouwd wordt, is er sprake van toewijding en je toevertrouwen, of is het leuk en aardig voor de gelegenheid?

Verder bouwen heeft alles te maken met volwassen worden in het geloof, dan zal ook wel blijken of het een eendagsvlieg is of niet. Dit is in Korinthe wel van belang. In deze kosmopolitische stad op een kruispunt van handelsroutes waren er religieuze gemeenschappen te kust en te keur. Rijp en groen spoelde er aan, bleef een tijdje hangen, en bracht z’n eigen godsdienst mee. Het was helemaal niet gek om te zappen van de ene religieuze groep naar de andere, en als het niet meer leuk was, ging je weer verder: aanbod genoeg.

Volwassen worden heeft alles te maken met te ontdekken dat het niet altijd leuk, gezellig en gemakkelijk is. Of anders gezegd: je mag dan wel gegrepen zijn door het fundament dat Jezus Christus heet, er zijn momenten dat er voor jou barsten in het fundament komen, dat je door de vloer zakt. Vertrek je dan op zoek naar de nieuwe uitdaging? Of doe je dat niet? Of schuil je bij elkaar in de gemeenschap die samenkomt rond het fundament Jezus Christus? Op zoek naar vlammen van hoop, plaatsen om licht, brood en wijn te delen.
preek 2011-02-06-4
Ik hoop het laatste, dat we hierin van elkaar en aan elkaar kunnen leren en delen. Dat we moeite doen ruimte te maken voor Gods Geest in ons midden, dat God werkelijk onder ons kan wonen, dat we op onze manier meebouwen aan het koninkrijk van vrede en recht.

Zo stralen we het licht uit, en geven dan ook anderen de mogelijkheid mee te doen. Daarom zijn we getuigen.

In de naam van de Vader, en de Zoon en de heilige Geest, amen.

Normal 0 21 false false false MicrosoftInternetExplorer4

6 februari 2011 zondag werelddiaconaat

 

lezingen:
Jesaja 43: 9-12

I Korintiers 3:9b-17

Matteus 5:13-16

 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Getuige zijn, daar gaat het over vandaag. We waren er in het preekvoorbereidingsgroepje afgelopen maandag snel mee klaar: dit is het verbindende thema tussen de drie lezingen. Uit de mond van Jesaja en Jezus horen we het. Ook Paulus schrijft erover naar de gemeente in Korinthe. De hoorders worden ingeschakeld en benoemd tot getuige.

 

Getuige zijn is belangrijk! Zie maar hoe afhankelijk wij zijn van de journalisten als getuigen van wat er op het Tahrirplein in Cairo gebeurd. Ik kan niet overzien in hoeverre er sprake is van propaganda, of dwang door welke partij pro en contra dan ook. Ik zie wel hoe ingewikkeld het is voor een journalist om zijn werk te doen, als ik donderdagavond op de TV een Vlaamse reporter met een zaklamp ietwat verscholen achter de balkonbalustrade zie werken aan de rand van het inmiddels beroemde plein. En misschien is de situatie tussen het moment van schrijven – vrijdagochtend- en nu, zondagmorgen, al weer dramatisch veranderd.

 

Getuigen zijn nodig om de wereld te laten horen en zien wat er speelt, waar het om gaat. Als mensen daadwerkelijk gegrepen zijn door de boodschap, is de voortgang van het bericht moeilijk te stoppen. Zoals de Afrikaanse tamtam verder draagt, dan wij Europeanen voor mogelijk houden. Zoals je kunt proberen het gebruik van sociale media als Twitter en Facebook aan banden te leggen door internet te verbieden, maar dan wordt er wel een andere oplossing bedacht.

 

Getuigen zijn belangrijk en nodig. Waarvan of van wie getuig je dan? Wat is de inhoud van je boodschap? Waarvoor word je ingeschakeld? Waar moet je stem aan geven?

 

Hierin leggen Jesaja, Jezus en Paulus ieder een eigen accent. Jesaja benadrukt de enigheid van de God van Israel: “Ik, ik ben de Heer, buiten mij is er niemand die redt.” (Jes. 43:11) Voor de ballingen is dit de hernieuwde boodschap, terug naar waarmee Abraham geroepen was. Deze God is de enige, de onvergetelijke! De profetie van Jesaja heeft alles van een gloedvolle liefdesverklaring, blijvend en duurzaam.

 

Jezus spreekt zijn hoorders aan: zijn leerlingen en de anderen die om hem heen zitten en luisteren. Hiervóór staan de zaligsprekingen, waarin Jezus mensen ‘zalig’ noemt waarvan wij dat nu net niet zouden zeggen. Zij die treuren, hongeren en dorsten, zij die naar recht verlangen in hun hopeloze situatie. Juist deze mensen worden benoemd tot getuige – met een veelheid aan beelden: jullie zijn het zout van de aarde, het licht in de wereld, het licht dat stad en huis verlicht.

 

Zout is een smaakmaker, conserveringsmiddel, we kunnen het niet missen! Licht maken kost tijd en moeite. Wat dom zou het zijn om het te verstoppen. Als je eenmaal licht hebt, deel er dan van uit!

 

Korenmaat of kolenmaat met "1/2 hectoliter" 

Wie zich afvraagt wat een korenmaat is, een maatbeker om koren mee te scheppen. Daar zet je geen licht onder. Dat wordt niets. In deze getuigen die in de zaligsprekingen aangesproken zijn, wordt het werk van God en Jezus zichtbaar: het komende koninkrijk van vrede en recht, waar je je leven kunt leven zoals God het bedoeld heeft.

 

Zo gezegd dringt Jezus’ boodschap door tot in de poriën van ons bestaan. Licht zijn, zout zijn

dat is ieder van ons, daarvoor hoeven we niet té gering over onszelf te denken: onze bijdrage, ons talent  – hoe klein of groot ook – doet er toe.

 

Paulus legt de nadruk op het fundament, wat is de bodem van je bestaan, en daarmee ook van de inhoud van je getuigenis.

 

Jezus Christus is het fundament, door God zelf gelegd, hierop is Paulus’ boodschap en ook ons getuigenis gebaseerd. Met het fundament alleen zijn we er niet: het gaat erom om hierop verder te bouwen. Hout of goud, schrijft Paulus en daarna komt het vuur. Houten bouwwerken houden in het vuur geen stand, hoe het met edelmetalen zit, wisten we maandag niet goed, dan smelt uiteindelijk toch ook? Ik houd het vooralsnog op het belang van de intentie waarmee gebouwd wordt, is er sprake van toewijding en je toevertrouwen, of is het leuk en aardig voor de gelegenheid?

 

Verder bouwen heeft alles te maken met volwassen worden in het geloof, dan zal ook wel blijken of het een eendagsvlieg is of niet. Dit is in Korinthe wel van belang. In deze kosmopolitische stad op een kruispunt van handelsroutes waren er religieuze gemeenschappen te kust en te keur. Rijp en groen spoelde er aan, bleef een tijdje hangen, en bracht z’n eigen godsdienst mee. Het was helemaal niet gek om te zappen van de ene religieuze groep naar de andere, en als het niet meer leuk was, ging je weer verder: aanbod genoeg.

 

Volwassen worden heeft alles te maken met te ontdekken dat het niet altijd leuk, gezellig en gemakkelijk is. Of anders gezegd: je mag dan wel gegrepen zijn door het fundament dat Jezus Christus heet, er zijn momenten dat er voor jou barsten in het fundament komen, dat je door de vloer zakt. Vertrek je dan op zoek naar de nieuwe uitdaging? Of doe je dat niet? Of schuil je bij elkaar in de gemeenschap die samenkomt rond het fundament Jezus Christus? Op zoek naar vlammen van hoop, plaatsen om licht, brood en wijn te delen.

Ik hoop het laatste, dat we hierin van elkaar en aan elkaar kunnen leren en delen. Dat we moeite doen ruimte te maken voor Gods Geest in ons midden, dat God werkelijk onder ons kan wonen, dat we op onze manier meebouwen aan het koninkrijk van vrede en recht.

 

Zo stralen we het licht uit, en geven dan ook anderen de mogelijkheid mee te doen. Daarom zijn we getuigen.

 

In de naam van de Vader, en de Zoon en de heilige Geest, amen.