Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

7 augustus 2011

Evangelielezing: Markus 2:1-12

Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Creatieve mensen laten zich niet uit het veld slaan door obstakels, maar vinden altijd een oplossing. Deze zieke heeft zulke vrienden. Mensen die hem niet zijn vergeten, maar hem zijn blijven bezoeken. Mensen die blijven zoeken naar mogelijkheden om het leven van deze langdurig zieke zo aangenaam mogelijk te maken. Een hulpmiddel, een uitstapje, een verrassing, altijd verzinnen zij weer iets opbeurends voor deze man. Deze vrienden laten zien wat pastoraat is, wat het betekent je in navolging van de goede Herder verantwoordelijk te weten voor het welzijn van medemensen. Pastoraat is anderen een vriendendienst bewijzen, zo nodig met de nodige creativiteit. Geweldig als je zulke trouwe vrienden hebt, die zoveel voor je doen, zoveel voor je betekenen!

Hier zijn mensen aan het werk die de hoop op genezing niet opgeven en daarom deze man naar Jezus slepen. Bij hoeveel artsen zullen ze al met hun zieke vriend geweest zijn? Geen zee is deze vrienden te hoog, geen hindernis vormt een belemmering. Hier bouwen zij een huis om tot een loofhut, zodat Gods goedheid kan nederdalen op deze medemens. Het ware leven kent immers geen beperkt blikveld, nee, het goede leven staat, net als een loofhut, open voor God, open richting medemensen. Geen obstakels, maar een open communicatie met tal van mogelijkheden. Wat dat voor verschil maakt, wordt hier duidelijk.

Het is, zoals gewoonlijk, razend druk rond Jezus. Iedereen staat voor de deur te dringen. Verbaasd vraag je je af of de mensen die achteraan staan Jezus wel kunnen horen. Weer wordt

Jezus omringd door mensen die aan zijn lippen hangen, alleen oog hebben voor wat Hij zegt en doet. Maar daardoor staan zij met hun rug naar hun omgeving toe, blokkeren mensen met een beperkt in plaats van een wereldwijd blikveld de toegang tot Jezus voor een hulp behoevend medemens. Zo leert ook dit verhaal ons anders naar de alledaagse werkelijkheid te kijken, meer te gaan zien, oog te krijgen voor meer dan het gewone.

In hoeverre lijken WIJ op deze omstanders? In wat voor opzichten kijken WIJ eenzijdig, zodat belangrijke zaken zomaar aan onze blik ontsnappen, een medemens door ons niet eens wordt gezien? Waardoor zijn die oogkleppen ontstaan?

Zo’n beperkte blik heeft nogal wat gevolgen, want hoe kunnen deze mensen Jezus nu ooit bereiken met hun zieke vriend? Eén ding is duidelijk: mensen bij Jezus brengen kost de nodige moeite, gaat niet van een leien dakje. Wie mensen bij Jezus wil brengen moet de nodige weerstand overwinnen, ruimte weten te maken; ruimte die er niet is. Mensen bij Jezus brengen betekent nogal eens tegen anderen in moeten gaan, anderen weten te omzeilen, net als hier in Kafarnaüm.

Er wordt geen pad voor je gebaand, als je met een gehandicapte medemens komt aanzetten. Men STAAT met de rug naar je toe. Er IS geen doorkomen aan. Dat is, helaas, de trieste, weerbarstige werkelijkheid voor menig medemens met een beperking. Zoek het maar uit! Probeer er maar eens doorheen te komen. Ga d’r maar aan staan!

Mensen bij Jezus weten te brengen is een heel ingewikkeld proces; dat ondervindt men hier wel.

Maar dankzij volhardende slimme vrienden wordt ‘geen schijn van kans’ opeens eretribune, bevindt de zieke zich opeens vlak vóór Jezus. Mooier kan toch niet?

Maar dan volgt een afknapper. ‘Kind, je zonden worden vergeven’. Ja, daar zitten we op te wachten, zeg. We willen iets heel anders: genezing. Maar eerst moet de weg die naar genezing leidt worden vrijgemaakt. Eerst moeten alle obstakels die tussen ons en God in staan worden opgeruimd, voordat er überhaupt sprake kan zijn van genezing. Eerst moet Gods genade vrij kunnen stromen. Daartoe leeft Jezus, ook hier, bij de Psalmen: ‘die al Uw schuld vergeeft, die al Uw kwalen geneest’ (Ps.103:3). In DEZE volgorde. Een volgorde die haaks staat op wat WIJ willen, WIJ belangrijk vinden.

En voor wie nog dacht dat er nu geen hindernissen meer zijn, doemen er meteen al weer nieuwe hindernissen op: van mensen van wie je dat niet zou verwachten. Hindernissen van kerkmensen die het beter denken te weten dan Jezus. Er zijn in de loop van de geschiedenis, helaas, heel wat van deze merkwaardige lieden geweest. Wat bezielt deze mensen toch, dat zij met zulke rare argumenten komen aanzetten? Wat willen deze mensen daarmee bereiken?

Argumenten, principes kunnen nogal eens hinderpalen zijn. En toch horen we steeds weer merkwaardige principes, zowel op religieus als op politiek gebied. Argumenten die een mens geen goed doen.

Jezus doorziet deze merkwaardig denkende mensen. Hij kijkt dwars door hen heen. Jezus heeft hen door en trapt er niet in. Hij gaat er wel keihard tegenin. JULLIE mogen kiezen. Dat is natuurlijk niet bepaald prettig: als het om een mens gaat moeten kiezen. Maar door hen voor een onmogelijke keuze te stellen, zet Jezus zijn tegenstanders schaakmat. Zo blijkt voor de zoveelste keer dat niet GOD het goede onmogelijk maakt, maar dat MENSEN dingen onmogelijk maken. Nota bene als het om medemensen gaat. Wat kunnen wij toch merkwaardig met elkaar omgaan: aan de ene kant als tegenstander, als blokkade en aan de andere kant als goede vrienden. En tussen deze twee uitersten zit Jezus steeds weer klem; en wij ook nog wel eens. Geen benijdenswaardige positie.

Jezus kiest duidelijk partij: Hij is door niets en niemand te stuiten. Ondanks tegenstand, ondanks blokkades zet Jezus zijn heilswerk voort, omdat het Hem om een mensenleven gaat. Heeft deze zieke toekomst of niet? Jezus ontsluit de toekomst door het voor deze man nu al Pasen te maken. Jezus doet ook hem opstaan, net als straks Lazarus.

Rond Jezus wordt steeds opnieuw duidelijk dat ziekte en dood niet het laatste woord mogen hebben, omdat het Jezus om het leven gaat. Het gaat Jezus om een goed en gezond leven leiden onder Gods zegen. Dat wilden zijn vrienden voor deze man. Dat wil Jezus met hen. Daarom dit menslievende gebaar: sta op!

De man staat op, doordat hij Jezus op Zijn woord gelooft. De man staat op, doordat hij Jezus volledig vertrouwt en gehoorzaam aan Zijn woorden meteen zijn matras oppakt. En dan, dan kan men WEL opeens ruim baan voor deze man maken, wat even geleden maar niet wilde lukken. Er is niets veranderlijker dan een mens, zullen we maar zeggen.

Iedereen kan zien wat hier gebeurd is: dat een leven een totaal andere wending neemt. Zo wekt Jezus extase, verwondering, opperste verbazing op. Jezus wekt niet alleen een man op, maar wekt ook de lofprijzing op, want rond Hem zien wij wat nog nooit hebben gezien, wat wij nog nooit hebben beleefd. Zoiets geweldigs, daar zijn geen woorden voor. Daar kan je alleen maar dankbaar over zingen. Gelukkig hebben we het kerklied om hier woorden voor te vinden. Gelukkig kunnen we boven onze macht uit zingen, want zonder de lofzang zou het bestaan heel wat leger zijn. Daarom uit volle borst zingen, tot eer van God.

Zoiets hebben we nog nooit gezien! Klopt, want zoiets kan je alleen dankzij Gods Zoon zien, rond wie Gods goedheid zich breed maakt, tot heil van kansloze mensen. Amen.