Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

9 maart 2008

ds. Wim Lamfers

Kyriëgebed:

Doe recht, o God, aan mensen die alleen maar onrecht om zich heen zien en het daarom ook allemaal niet meer weten. Mensen in Turkije die heen en weer geslingerd worden tussen oude tradities en moderne ontwikkelingen, kansen en corruptie, nooit weten waar zij aan toe zijn, altijd beducht moeten zijn voor het leger, dat overal op de achtergrond meespeelt en altijd toe kan slaan.
Mensen in Afghanistan en de Palestijnse gebieden, die door allerlei machthebbers worden gemanipuleerd, niet weten wat gerechtigheid en vrijheid is en in hun onmacht maar wat schreeuwen.
Mensen op drift. Wees hen nabij, o God.
Wees met mensen die een kind verloren hebben. De dood van je kind, kom je er ooit overheen, kom je er ooit los van? Die beelden blijven je achtervolgen.
U weet wat deze mensen doormaken, hoe vaak zij niet begrepen worden, omdat zij nog steeds verdriet hebben. Hoeveel geduld hebben we eigenlijk met elkaar, o God? Of moeten we alleen maar voldoen aan verwachtingspatronen, hoe irreëel die ook zijn?
Troost mensen met een stuk verdriet dat zij in stilte moeten verwerken en wees hen nabij, o God.
Wees met mensen die zich niet begrepen voelen. Is er dan niemand die begrijpt waarom je zo reageert, waarom je niet anders kunt reageren? Je bent toch geen robot? Je kunt toch niet altijd aan de norm van anderen voldoen? Je hebt toch ook recht op een eigen gevoelsleven, een stukje privacy?
Wees barmhartig voor mensen die zich miskend voelen, onbegrepen. U kent hun pijn, hun eenzaamheid, de reden waarom zij zo teleurgesteld zijn in het leven.
Heer, wij bidden U: KYRIE ELEISON

Gebed van de zondag:

Laten wij bidden:

Op deze passiezondag vragen wij U,
dat wij het beeld mogen dragen van de Levende,
die leven brengt waar de dood het laatste woord lijkt te hebben,
die hoop brengt waar wanhoop regeert,
die hoop in vervulling doet gaan door het ogenschijnlijk onmogelijke toch mogelijk te maken, toch werkelijkheid te laten worden.
Dat wij net als de Levende geen sterveling opgeven,
dat wij net als de Rechtvaardige geen vlieg kwaad doen,
dat wij net als Hij, die kon leven zonder zonden te doen, zwijgen waar tegenspraak en stemverheffing zinloos zijn, opdat het leven in het teken staat van Uw goedheid, in deze veertig dagen, ja in heel ons leven. AMEN.

Johannes 11.

Hoe zal Lazarus zich gevoeld hebben, toen hij weer mocht leven? Dat moet toch allemaal heel onwezenlijk zijn geweest, raar hebben aangevoeld. Zal het voor hem net zo onwezenlijk zijn geweest als voor die andere mensen, die ook doorgaan met leven, terwijl je dacht er al niet meer te zijn, er te zijn geweest? Je had al afscheid van iedereen genomen, je had je er helemaal op ingesteld dat je er niet meer zou zijn. Maar je werd gereanimeerd, van dood weer levend en nu gaat je leven onverwacht door. Dat is zo’n rare ervaring! Je staat meer naast dan in het leven na die bijna dood ervaring, nadat je even aan de andere kant van de grens van leven en dood bent geweest.
‘Ben je dan niet dankbaar?’ vragen ze je steeds. Natuurlijk ben je dankbaar. Natuurlijk wil je leven. Maar ze moesten eens weten hoe raar het leven nu aanvoelt, hoe moeilijk het je soms valt om te ervaren dat het goed aanvoelt. Je komt er soms helemaal niet bij, bij het alledaagse bestaan. Helemaal weg met je gedachten. Dan zit je op de bank te piekeren en voel je je zo onbegrepen.
Die bijzondere ervaring die deze mensen hebben doorleefd, KUNNEN wij dat wel begrijpen? Deze mensen blijven onbegrepen. Vreemdelingen in ons midden, sinds die vreemde ervaring, die niemand kan navoelen.
Natuurlijk ben je blij dat je je partner en je kinderen weer om je heen hebt. Maar aan de andere kant, bij dat licht was het zo mooi. Je wilde op dat moment eigenlijk helemaal niet terug naar het leven. Maar je kwam wel terug. Dat is zoiets raars, zo onwezenlijk. Die onverachte terugkeer in het leven is zo bepalend voor de manier waarop je nu in het leven staat. Totaal anders dan vroeger. Je bent ook voor jezelf een ander mens geworden, onherkenbaar anders. Je kijkt zelfs vreemd tegen jezelf aan. Waarom reageer ik toch zo? Waarom voelen de dingen die vroeger gewoon waren nu opeens zo vreemd aan, is het allemaal zo raar?
Wilde Lazarus wel terugkeren uit het land van de dood? Ja, zijn zusjes, die wilden hem dolgraag terughebben. Die konden het nog steeds niet begrijpen dat hun broer dood was. Zo’n ingoede man; en nu dood. Dat mag toch niet? Dat kan toch niet? Zijn zussen konden de dood niet verkroppen, niet aanvaarden. Wat hebben ze gehuild en wat waren ze blij toen Lazarus weer in hun midden stond.
Maar Lazarus zelf? Was DIE blij? Begreep hij wel wat er met hem gebeurd was? Kon HIJ er WEL mee uit de voeten? Rembrandt ziet hem wat verweesd voor zich uit staren. Lazarus begrijpt het nog steeds niet, wat er met hem gebeurd is. Was het een afschuwelijke droom of was hij echt morsdood? En is dit, wat hij nu beleeft, wel ECHT? Het voelt allemaal zo raar aan, zo onwezenlijk, zo dubbel.
Rond die ene Lazarus staan allemaal mensen met hun eigen emoties. Ten eerste zijn twee zusjes, verscheurd door verdriet. En dan de vooral nieuwsgierige omstanders. Een massa mensen, want dit is sensatie! Steeds weer reageren de twee zussen en de omstanders. Totaal anders dan het koor in een Griekse tragedie.
En dan is er vervolgens de hoofdrolspeler in deze gelijkenis, Jezus, omgeven door bange twijfelaars die leven tussen hoop en vrees. Hoofdrolspeler Jezus staat net als wij te huilen…., want Hij is woedend op de dood. Daarom pakt Hij de dood keihard aan…….., totdat de dood Lazarus loslaat.
Was dat TOEN maar gebeurd, toen ik naast dat graf stond, toen WIJ geen afscheid konden nemen. Maar toen, toen het in ons zo tekeer ging en ik dolgraag wilde dat die ene ook uit de dood zou opstaan………., toen bleef het stil onder het zand. De opstanding van Lazarus, waarom is dat maar één keer gebeurd? Eens, heel lang geleden. Waarom is dat niet nog eens gebeurd en waarom is dat ONS niet overkomen? ‘Kom eruit!’, zo schreeuwde het in je, diep in je hart. Wat wilde je dat graag. Maar er gebeurde niets… Onverrichter zake moest je het kerkhof verlaten.
Dood is dood. ‘Voorbij, voorbij, o, en voorgoed voorbij’ (J.C. Bloem). Die houding leidt alleen maar tot doffe berusting, al is het gevecht met de dood ook dan niet voorbij, getuige Cioran. Want kunnen wij ons ooit bij de dood neerleggen? Gaat het in dit verhaal niet om onze diepste aanvechting? Dat wij de dood niet kunnen verkroppen, net als Jezus en die zusjes woedend zijn dat mensen van wie je houdt doodgaan. Komt er ooit een eind aan onze verlegenheid met de dood? Onze emoties, als je aan die ene denkt, is dat levenslang? God, had dat niet anders gekund, een leven zonder dood? Nee, niet dat verdriet. Daar kan je op de een of andere manier nog wel mee overweg. Maar dat iemand van wie je houdt je ontvalt, dat gemis, DAT went nooit. Ook de Opgestane heeft er moeite mee. Jezus weende. Tranen van diepe verbondenheid. Tranen om die ene. Tranen die zomaar in je opwellen; je snapt soms niet eens waarom.
Dood – je voorgoed ontvallen. Of misschien is dood toch niet dood? Want wat wil Jezus ons eigenlijk duidelijk maken met deze gelijkenis? Dat Pasen komt? Meer niet? Of toch meer? Dat de dood niet het laatste woord heeft, zo waar God leeft. Maar waarom is er dan alleen opstanding rond Pasen? Waarom kwam er niet vaker in de geschiedenis iemand uit te voorschijn uit het land van de dood?
‘Lazarus, kom naar buiten!’ Een tragedie blijft geen tragedie, maar wordt een bron van diepe vreugde. Dat is het verschil tussen Athene en Jeruzalem, tussen de Griekse tragedie en de blijde boodschap van de opstanding.
‘Ik ben de opstanding en het leven. Geloof je dat?’
Geloven we dat of geloven we het wel? Sonja is diep geraakt door dit verhaal en leest het daarom voor aan Raskolnikov. Zo gaat ook die hoer ons voor naar het Koninkrijk. Als je niet diep geraakt bent door dit verhaal, waarom zou je het dan nog doorgeven aan anderen, doorgeven aan je kinderen, je kleinkinderen?
Sonja begrijpt dat je het zonder de kracht van dit verhaal niet uithoudt in Siberië, dat je zonder dit wonderlijke verhaal niet verder kunt, als het leven een zwaar bestaan, een woestenij geworden is. Solsjenitzyn zal dat ook diep verstaan, als hij net als Dostojewski in het dodenhuis, in de katorga is. Maar ook Solsjenitzyn bleef een roepende in de woestijn.
‘Geloof je dat?’ Kan je leven zonder de vreugde van Pasen? Heb je dit Paasverhaal en het opstandingsverhaal van Pasen, ook als je het bij tijd en wijle amper kunt geloven, niet nodig, wil het leven leefbaar zijn, wil het leven geen zinloos, doods bestaan worden vol verbittering, zoals bij Bloem en Cioran?
Geloof en twijfel komen juist rond dit opstandingsverhaal samen. Jezus sleept ons door de twijfel heen, omdat er zoveel meer is dan twijfel. Daarom laat Hij ons dat meer dan het gewone, meer dan de twijfel zien, rond Lazarus en de jongeman in Naïn en met Pasen nog een keer. Meer dan twee getuigen die zijn teruggekomen uit het land van de dood. Als dat niet genoeg is.
‘Geloof je dat?’
Amen, godd’lijk Evangelie, amen zegt mijn ziel daarop (zingen).

Gebeden:

Met mensen danken wij U dat zij genezen zijn. Dat al die spanning en angst voorbij is, het leven hun weer toelacht, zij verder kunnen. Maak dat zij die vreugde en dankbaarheid vast weten te houden. Maak dat het leven goed voor hen zal zijn.
U weet hoe onwezenlijk dat allemaal aanvoelt als je leven rakelings langs de dood scheerde. Je durft het nog steeds niet te geloven. Je kunt het nog steeds niet goed verwerken. Elk pijntje voel je, elke onregelmatigheid roept angst op. Het is allemaal zo onwezenlijk als je de dood onder ogen hebt gezien. Alsof je niet helemaal in het leven, maar ergens naast het leven staat.
Heer, wees deze overgevoelige mensen, die vaak niet begrepen worden, nabij, want hoe zou je hen ook KUNNEN begrijpen als je niet zelf hebt meegemaakt wat zij diep hebben doorleefd?
Wees met mensen die na die periode van angst en zorgen en na die aanvankelijk goede berichten, die weer hoop gaven, nu weten dat zij toch sterven gaan. Zo heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. Zoveel slapeloze nachten. Zoveel verdriet. Omgeef hen met troost en vertrouwen.
Je doet verschrikkelijk je best, maar het lukt niet. Weer een slecht cijfer. En je hebt nog wel zo hard geleerd. Wees met kinderen, die het enorm tegenzit, die niet weten wat zij doen moeten, wil het WEL goed gaan op school. Dat hun inzet beloond nu eens WEL wordt. Dat zij over die drempel heen komen.
Je bent er altijd voor je partner. Je doet wat je kunt, ook al is het leven zo anders geworden. Maar soms ben je een vreemde voor elkaar geworden, is er niet eens meer die blik van herkenning. Na zoveel jaren samen zijn doet dat zo verschrikkelijk pijn.
Wat je allemaal moet doormaken, als je partner chronisch ziek is, van het leven vervreemd is, het is amper te dragen. Wees deze mensen tot troost en steun, o God. Erbarm U over hen, want hun radeloosheid is zo groot, hun leven zo zwaar.
Wees met mensen die ook na vele jaren nog steeds overhoop liggen met de dood. De dood van die ene nog steeds niet kunnen verkroppen. Hoe zou je je kind ooit kunnen vergeten? Je wilde je geliefde toch niet kwijt?
Sta deze mensen bij in hun nood. Verzacht de pijn, als dat kan.
Wees met mensen die weer Lazarus zijn, niet van de drank af kunnen blijven, ook al weten zij dat zij hun leven zo vernielen. Mensen die geen greep meer op de situatie hebben, alles bij de handen afbreekt, het allemaal niet meer weten.
Geef hun weer moed op het leven, voldoende wilskracht om door te zetten.
Laat ons bidden voor de Papoea’s op Irian Jaya, die vaak maar moeizaam aan ontwikkeling en welvaart toekomen. Een deel van Indonesië waar bossen geplunderd worden en mensen zich niet vrij voelen. Maak dat zij menswaardig kunnen leven, o God, en dat zij datgene bereiken waarnaar zij streven.
Heer, wij bidden U: HEILIG….
Wat wij aan niemand kunnen vertellen, vertrouwen wij U toe. Heer, hoor ons stil gebed.
OV.