Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

4 november 2007

ds. Wim Lamfers
Dienst 4.11. 2007:

Anouck van Drie steekt de kaarsen aan. In de dienst waarin je nichtje gedoopt wordt wil je natuurlijk ook wat doen.

Bidden wij ons Kyriëgebed, dat wij besluiten met het zingen van het ‘Kyrie eleison’ (DB, 587 nr. 17):

Laat ons bidden voor kinderen die niet welkom zijn, over het hoofd gezien worden, ja zelfs verwaarloosd worden. Dat zij niet aan de ellende ten onder gaan, maar zoveel innerlijke kracht hebben, dat zij niet afhaken, maar door kunnen gaan.
Laat ons bidden voor kinderen die in een achterstandswijk vol geweld wonen, niet weten wat normaal leven is, dingen gewoon gaan vinden die niet goed zijn voor een mens. Dat zij niet misvormd raken, maar zichzelf blijven, de moed op een beter leven niet opgeven en daaraan blijven werken.
Laat ons bidden voor kinderen die op straat opgroeien, zonder ouders. Wees met hun broertje of zusje dat er te jong alleen voor staat, te veel verantwoordelijkheid moet dragen en over te weinig middelen beschikt om een gezin draaiende te houden.
Heer, ontferm U over Uw wereld waarin zoveel speelt: KYRIE ELEISON.

Wie niet sterk is moet slim zijn, net even creatiever dan anderen. Dat lukt Zacheüs nog wel. Hij verstopt zich keurig netjes achter wat takken en bladeren. Die truc kende de oude Adam ook al. Zacheüs zit hoog in een boom. Daar kunnen ze tenminste niet op hem neerkijken.
Maar dat vervelende gevoel dat ze je niet mogen, dat kan Zacheüs maar niet kwijtraken. Dat akelige gevoel knaagt aan hem. Eerste rang zitten, hoog en droog, vooral niet willen opvallen, maar aan de andere kant toch geen goed gevoel hebben, omdat je een vreemde eend bent en blijft.
Jezus zal mij vast ook wel niet mogen, net als alle andere mensen. Maar toch wil ik Hem zien. Ik heb zoveel over die merkwaardige man gehoord, die MOET ik zien. Zacheüs in de VIP-loge, hoog verheven boven de rest, maar het voelt heel dubbel aan. Maar dat merken de omstanders niet eens. Die staan wel met hun oordeel over Zacheüs klaar, maar gevoel hebben ze niet, omdat medemenselijkheid hun wezensvreemd is.
Dat rare, dubbele gevoel van Zacheüs voelt Jezus WEL aan, als enige. En daarom doet Jezus wat met dat pastorale gevoel, loopt Hij niet zelfgenoegzaam aan Zacheüs voorbij, maar stopt Hij, precies onder die ene boom. Zacheüs wordt heilzaam ontmaskerd. Dat is eerst even schrikken, maar doet Zacheüs uiteindelijk goed.
Als een kind ter wereld komt stelt het met dat het ons lachend aankijkt dezelfde vraag aan ons als Zacheüs: ben ik welkom, mag ik er ook bij horen? Dat is de eerste vraag die weerlozen medemensen ons stellen: neem je mij wel serieus? Mag ik er ook bij horen? Verstoot mij alsjeblieft niet! Stuur mij niet terug naar die nare, onherbergzame wereld van de eenzaamheid, maar neem mij op in de kring. Omdat niemand het akelige gevoel wil hebben er niet bij te horen, omdat niemand het akelige gevoel MAG hebben een outcast te zijn, neemt God ons meteen al vanaf het begin volstrekt serieus en worden wij gedoopt, ten teken dat wij ook bij de kring mogen horen, meer dan welkom zijn. Niemand blijft aan de kant staan. Niemand wordt net als Zacheüs het bos in gestuurd. Het water wacht en God roept je bij je naam: Zacheüs, kom vlug naar beneden, leg je masker af, want Ik heb je nodig: vandaag kom Ik bij jou eten. Je accepteert Mij toch wel als gast aan tafel?
Jezus stelt zich net zo kwetsbaar, net zo afhankelijk op als Zacheüs, met de bedoeling dat die wederzijdse afhankelijkheid heilzaam doorbroken wordt, dat mensen gaan beseffen hoezeer zij ELKAAR nodig hebben. Mensen hebben mensen nodig. Dat geldt voor iedereen, niemand uitgezonderd.
Doopouders blij, Zacheüs blij, Jezus blij, iedereen blij. Daar gaat het God om: dat vreugde ons deel is, dat wij ons samen verheugen over alle deelnemers aan die wijde kring. Geen gesloten kring, maar een open gemeenschap, waar iedereen welkom is, niemand uitgezonderd. Blijdschap, dat goede gevoel waar niemand buiten kan, wil het leven een goed leven zijn. Dat goede gevoel doet God ons cadeau, als wij ons openstellen voor de ander, een medemens. Vreugde als de diepste zin, als de drijvende kracht van het leven.
En hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met blijdschap. Je kind laten dopen is met blijdschap Christus ontvangen in je leven, als die geheimzinnige, ongeziene gast, die aan het leven een extra dimensie toevoegt. Die bijzondere gast aan tafel in Emmaüs zit hier bij Zacheüs aan tafel, bij ONS aan tafel. Kom, Heer Jezus, wees onze gast en zegen wat U ons geschonken hebt. Zegen ons dagelijks brood, zegen dit kind dat wij vandaag ten doop houden, aan U opdragen, opnemen in onze kring. U adopteert het als Uw kind, zoals een Romeinse vader een kind aanvaardde als zijn kind door het in zijn armen te nemen.
Wees welkom, Immanuël (gezang 148). Welkom, Zacheüs, en dank je wel dat Ik bij jou welkom ben. Wederzijdse afhankelijkheid, van mens en medemens, van God en mens, van ouders en kinderen.
Drie gratieën spelend in de zon op het Zonnehof; niet lager verstoppertje spelend, maar vrij en blij spelend voor Gods aangezicht. Alleen de twee oma’s blijven verstoppertje spelen, glimlachend toekijkend vanachter de gordijnen of alles wel goed gaat met die drie kleine meisjes. Zo is het leven goed.
Adam en Zacheüs worden God zij dank weer bij het goede leven betrokken, via Jezus, via de doop. Een andere, een betere weg ten leven dan via Christus is er niet. We zijn wel voortdurend op zoek naar andere wegen die in onze ogen beter zijn. Maar of ze ook inderdaad beter zijn, dat staat nog te bezien.
Hebben we sinds 1968 niet genoeg dwaalwegen bewandeld? Waarom durven we niet, net als Zacheüs, met onze dwaalwegen en dwaze utopieën te kappen en voor Jezus te kiezen? Zacheüs houdt het niet langer uit achter zijn ogenschijnlijk fraaie papieren. Hij kapt met al die fraaie, maar in wezen o zo schijnheilige procedures en wordt weer mens met de mensen. Weg met die dubbele boekhouding vol leugens en foefjes, weg truccendoos, het masker af. Eindelijk vrij, op het moment dat hij Jezus recht in het gezicht kan kijken door oog te krijgen voor arme medemensen.
Jezus haalt ons achter het de bladeren, achter die typisch Hollandse gordijnen vandaan, niet om ons voor schut te zetten, maar om een ander, een beter mens van ons te maken. In je blote niksie kopje onder in de Jordaan, een andere weg ten leven is er niet. En dan samen aan tafel, groot en klein, arm en rijk, Heer en knecht.
Doopwater, dagelijks brood en een goed glas wijn. Meer heeft een mens niet nodig voor een gezegend bestaan. ‘Hij wordt een knecht en ik een heer, een Christuskind: wat win ik veel daarbij! Waar vindt men zoveel gulheid weer als Jezus heeft voor mij’ (Gezang 147:4). Amen.

Bidden wij ons doopgebed (tekst Huub Oosterhuis):
Heer, onze God, onze Vader, U hebt Uw Zoon Jezus Christus aan ons gegeven als de goede herder,
die ons allen kent bij onze naam.
Wij danken U voor Uw genade en Uw trouw. Wij danken U voor dit kind, dat U aan onze goede zorgen hebt toevertrouwd.
U hebt haar oren gegeven om te horen en ogen om te zien. Zegen ook de mond van Sofieke, zegen haar handen en haar voeten en moge zij aan den lijve ervaren, dat alles goed is, wat U gemaakt hebt.
Wij bidden U voor Sofieke om veiligheid en beschutting in deze hardhandige wereld.
Houd van haar af alles wat kwaad en onmenselijk is. Bescherm haar tegen verkeerde invloeden.
Sta niet toe, dat zij ooit wordt vernield en misvormd, maar laat zij zich geborgen weten bij haar ouders; en geef, dat wij die volwassen zijn, geen ergernis geven aan kinderen, maar hen binnenvoeren in de waarheid.
En als de zonde ooit zijn macht over haar doet gelden, wees dan genadig, Heer onze God. U immers voorziet in alle schuld en alle tekort en nog voordat een kind kan zondigen bent U zelf de vergeving der zonden, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Na een ziekbed is afgelopen donderdag thuis in het Gein op 78 jarige leeftijd overleden Rie Coster-van Zadelhoff. Dinsdag om 14 uur vindt de begrafenis plaats op ‘Carspelhof’. Wij gedenken mevr. Coster als een zorgzame en optimistische vrouw.

Na het stil gebed zingen wij biddend: HEER, ONZE GOD, WIJ BIDDEN U, VERHOOR ONS (DB, 645 nr. 79). Daarna bidden wij samen het Onze Vader

Goede God, U weet hoeveel pijn een overlijden oproept, hoezeer verdriet een stempel op je leven drukt. Omgeef daarom de familie Koster met Uw nabijheid en troost, opdat er meer is dan eenzaamheid en verdriet.
Goede God, wij danken U dat U naar ons omziet, ons niet over het hoofd ziet, maar ons opzoekt, ook als wij ons voor U verstoppen. Wij danken U dat iedereen bij U in tel is, dat in Uw denken de loze kreten ‘marktwerking’ en ‘zelfredzaamheid’ geen rol spelen, omdat voor U ieder mens waardevol is, ieder mens recht heeft op barmhartigheid, aandacht, zorg.
Wees met mensen die vereenzamen, omdat niemand naar hen omziet, niemand bij hen op bezoek gaat. Zulke mensen als Zacheüs wonen vlakbij. Je weet wel, ze waren bij de NSB of je weet nog wel hoe hij dronk. Goede God, vergeef ons dat wij zo gemakkelijk oordelen zonder te weten hoe een mens in elkaar zit.
Laat ons bidden voor mensen die zich verstoppen, uit schaamte dat ze niet mee kunnen doen met anderen, mensen met een minderwaardigheidscomplex, mensen die hun psychische problemen proberen verborgen te houden of mensen die proberen te voorkomen dat men merkt dat hun partner dementeert. Mensen die niet mee kunnen doen omdat ze daarvoor niet het geld hebben. U weet hoeveel redenen er zijn om je te verbergen voor de blikken van anderen. Zoek deze mensen op en breng vreugde en troost in hun moeizame bestaan.
Laat ons bidden voor kinderen die zich steeds weer bescheiden terugtrekken, omdat de andere kinderen in hun ogen zo hard, zo wild zijn. Dat zij hun plaats in de groep kunnen vinden, zich niet verstopt blijven houden, maar zich vrij voelen om zichzelf te zijn, voor zichzelf op te komen.
Laat ons bidden voor mensen die zich terugtrekken uit de samenleving omdat zij het gevoel hebben dat zij te oud worden om mee te kunnen doen, mensen die zich in hun holletje terugtrekken omdat zij aanvoelen dat zij sterven gaan. Dat wij hen opmerken en niet vergeten.
Laat ons bidden voor Uw kerk in Nederland, die zich te veel verstopt houdt, zich onnodig in een hoek laat drijven door de waan van de dag van politici die zich geen raad weten met godsdienstvrijheid en niet in alle nuchterheid kunnen oordelen over het fenomeen religie.
Dat wij er als kerk weer in slagen mensen duidelijk te maken hoeveel schoonheid en troost er in kerkdiensten en in een kerkgebouw schuilgaat.
Goede God, kom net als bij Zacheüs ook in ons huis. Maak dat wij elkaar de nodige heilzame ruimte geven door elkaar met gulle hand aanzien te geven en elkaar recht in de ogen te kijken, opdat ons huis een huis van vrede en goedheid zal zijn voor alle mensen.
Wat ons bezighoudt, diep raakt en wel aan U moeten vertellen, leggen wij aan U voor in ons stil gebed. Heer, wij bidden U: HEER, ONZE GOD, WIJ BIDDEN U, VERHOOR ONS. OV.

Onlangs hadden wij een dienst met een Ghanees koor dat keurig netjes op Ghanese tijd aankwam.
In die dienst ging het over het ZWO-projekt voor een ziekenhuis in Malawi. Ik hoor net dat de Nederlandse arts die in dat ziekenhuis in Malawi werkt in ons midden is, dokter Erdi Huizenga. Naar haar gaan we natuurlijk even luisteren, want wij zijn benieuwd naar de gang van zaken in het ziekenhuis.

Tijdens de collecte voor het kerkewerk en voor de diakonie (om de onkosten verbonden aan de oogstdienst te bestijden) speelt Christine op de vleugel:

JIJ HOORT ER OOK BIJ!
Liturgie voor de dienst in de Grote of Laurenskerk op

4 november 2007. In deze dienst dragen wij niet alleen de vruchten van het land, maar ook de vrucht van onze liefde op aan de Heer. Daarom wordt Sofieke Yentl van Drie in deze oogstdienst gedoopt.

Christine Kamp bespeelt het Bätz-orgel en de Sauter-vleugel.

Ds. W.J. Lamfers is de liturg.

DE VOORBEREIDING
Orgelspel
Mededelingen
Na het voorspel van het orgel gaan wij staan

Zingen: Dank U voor deze nieuwe morgen

Dank U voor deze nieuwe morgen,

dank U voor deze nieuwe dag,

dank U dat ik met al mijn vreugden bij U komen mag.

Dank U voor alle bloemengeuren,

dank U voor ieder klein geluk,

dank U voor alle held’re kleuren,

dank U voor muziek.

Dank U dat Gij hebt willen spreken,

Dank U Gij kent een ieders taal,

dank U dat Gij het brood wilt breken met ons allemaal.

Dank U voor alle goede vrienden,

Dank U, o God, voor al wat leeft,

Dank U voor wat ik niet verdiende: dat Gij mij vergeeft.

Dank U Uw liefde kent geen grenzen,

dank U, dat ik nu weet daarvan.

Dank U, o God, ik wil U danken, dat ik danken kan.

Bemoediging en drempelgebed

V: Onze hulp in de naam van de Heer

G: DIE HEMEL EN AARDE EN DUS OOK IEDER VAN ONS GEMAAKT HEEFT.

Wij nemen plaats

Wij zingen de psalm van deze zondag: Psalm 32:3:

Gij zijt, o HEER, mijn schuilplaats en mijn haven,

Gij zult aan mij al uw beloften staven.

Wat mij benauwt, Gij stelt U aan mijn zij,

omringt met liedren van bevrijding mij!

Gij zult mij voortaan door uw trouw bewaken,

Gij zult mijn leven vol van vreugde maken.

Ik zal mijn weg lichtvoetig verder gaan,

Gij gaat mij voor, Gij maakt voor mij ruim baan.

Bidden wij ons Kyriëgebed, dat wij besluiten met het zingen van ‘Kyrie eleison’ (DB, 587 nr. 17)

Wij zingen als Gloria: gezang 434:

Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere.

Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren.

Komt allen saam,

psalmzingt de heilige naam,

looft al wat ademt de Here.

Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven;

heeft u in ’t licht als op adelaarsvleuglen geheven.

Hij die u leidt,

zodat uw hart zich verblijdt,

Hij heeft zijn woord u gegeven.

Lof zij de Heer die uw lichaam zo schoon heeft geweven,

dagelijks heeft Hij u kracht en gezondheid gegeven.

Hij heeft u lief,

die tot zijn kind u verhief,

ja, Hij beschikt u ten leven.

Lof zij de Heer die uw huis en uw haard heeft gezegend,

lof zij de hemelse liefde die over ons regent.

Denk elke dag

aan wat zijn almacht vermag,

die u met liefde bejegent.

Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen,

christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen.

Hart wees gerust,

Hij is uw licht en uw lust.

Alles wat ademt zegt: Amen.

DE DIENST VAN HET WOORD

Groet:

Lector John van Baars leest Lukas 19:1-10

Na de Evangelielezing zingen wij: Alles wordt nieuw I, 24:

De kinderen gaan onder orgelspel naar de kinderdienst

Verkondiging

 

Orgelspel

Wij zingen wij Gezang 47:

Jezus die langs het water liep

en Simon en Andreas riep,

om zomaar zonder praten

hun netten te verlaten, –

Hij komt misschien vandaag voorbij

en roept ook ons, roept u en mij,

om alles op te geven

en trouw Hem na te leven.

Jezus die langs de straten kwam

en tollenaars terzijde nam:

`k Wil in uw woning wezen

voor nu en voor nadezen’, –

Hij komt misschien vandaag voorbij

en neemt ook u terzij of mij

en vraagt ons, Hem te geven

de rijkdom van ons leven.

Christus die door de wereld gaat

verheft zijn stem niet op de straat,

Hij spreekt ons hart aan, heden,

en wenkt ons met zich mede.

En lokt ook nog zoveel ons aan,

tot wie zouden wij anders gaan?

Hij heeft en zal ons geven

alles, – het eeuwig leven.

DE DIENST VAN HET SACRAMENT

Als inleiding op de bediening van het sacrament van de doop

zingen wij, terwijl de dopelinge wordt binnengebracht:

Alles wordt nieuw I, 20:

Laat de kind’ren tot Mij komen,

alle, alle kind’ren.

Laat de kind’ren tot Mij komen,

niemand mag ze hind’ren,

Want de poorten van mijn rijk staan voor kind’ren open,

laat ze allen, groot en klein, bij Mij binnenlopen.

Laat de mensen tot Mij komen

over alle wegen.

Laat de mensen tot Mij komen

houdt ze toch niet tegen!

Want de poorten van mijn rijk

gaan ook voor hen open,

als ze aan een kind gelijk

bij Mij binnen lopen.

Bidden wij ons doopgebed

Aan de doopouders stellen wij de doopvragen:

Omdat God de bondgenoot wil zijn van ons en onze kinderen mogen zij gedoopt worden. Daartoe vraag ik jullie als ouders:

Verlangen jullie dat dit kind gedoopt wordt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest?

Beloven jullie je kind in woord en daad voor te gaan op de weg die de Heer zelf ons gewezen heeft en het te onderwijzen in het Woord van God?

Beloven jullie je kind trouw te blijven, wat de toekomst ook brengen zal en waar hij ook gaan zal?

Met welke namen willen jullie dat je kind genoemd wordt, nu en in het eeuwige leven?

Moge deze namen voorgoed geschreven staan in het boek des levens, in de palm van Gods hand.

De doopkaars wordt overhandigd

Wij willen je je eigen doopkaars geven voor al de hoogtijdagen van je leven.

Want God is licht en deze kaars Zijn teken en elke keer als je hem aan zult steken, dan weet je weer dat God je leven leidt van doop tot dood, van tijd tot eeuwigheid.

Nora Veenhoven declameert een doopgedicht

Bediening van de doop aan Sofieke Yentl van Drie

Nadat de zegen over de dopelinge is uitgesproken zingen wij (staande): Gezang 333:

O Here God, ons liefst verlangen,

dit kind van ons, dit liefdepand,

wij hebben het van U ontvangen,

wij geven ’t U uit uwe hand.

Als Gij het zelf niet vast blijft houden,

nu het in onze handen is,

dit kind voor ’t licht bestemd, hoe zouden

wij ’t hoeden voor de duisternis?

Geef dat wij niets zozeer begeren,

als dat ons kind U kennen zal,

die U in Christus onze Here

geopenbaard hebt eens voor al.

Geef dat het van ons leert te kijken

naar Hem die ’t licht der wereld is

en altijd meer op Hem gaat lijken:

een lichtglans in de duisternis,

opdat het eens met ons mag wonen,

Heer, in uw hoge, heilge stad,

als al wie Christus’ stralend-schone

verschijning hebben liefgehad.

Aanbieding van het doopgedicht, de doopkaart en
een doopboekje
DE DIENST VAN GAVEN EN GEBEDEN

Na het stil gebed zingen wij biddend:

HEER, ONZE GOD, WIJ BIDDEN U, VERHOOR ONS (DB, 645 nr. 79). Daarna bidden wij samen het Onze Vader

Tijdens de inzameling van onze feestgaven kunt U

luisteren naar onze prachtige nieuwe Sauter-vleugel

Gesprek met de kinderen

Wij zingen (staande): Psalm 103:1, 5 en 7

Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN,

laat al wat binnen in mij is Hem eren,

vergeet niet hoe zijn liefd’ u heeft geleid,

gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,

die u geneest, die uit het graf uw leven

verlost en kroont met goedertierenheid.

Zoals een vader liefdevol zijn armen

slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen

God onze Vader, want wij zijn van Hem.

Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen,

Hij weet, dat wij, uit stof aan ’t licht gekomen,

slechts leven op de adem van zijn stem.

Maar ’s HEREN gunst zal over die Hem vrezen

in eeuwigheid altoos dezelfde wezen,

en zijn gerechtigheid de eeuwen door.

Zijn heil omsluit de komende geslachten;

zo volgen zij die zijn verbond betrachten,

van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.

Wij ontvangen Gods zegen (GvL, 344):

Orgelspel

Na de dienst kunt U de doopouders ontmoeten bij de Avondmaalstafel. Daarna kunt U elkaar ontmoeten rond koffie, thee en limonade.

Als gezegende mensen richten wij ons om medemensen tor zegen te zijn op ‘de liturgie na de liturgie’, onze taak in de wereld. Brengt U daarom ook een fruitbakje weg naar iemand die op U zit te wachten?

Wilt U de preek thuis nog eens nalezen?

Neem dan kontakt op met de predikant

of kijk komende week op onze website: www.pknweespdriemond.nl.

Wij wensen U een fijne zondag. Oogst de nodige vreugde!