16 september 2007
ds. Wim Lamfers
Dienst 16 september 2007:
VOORBEREIDING
Orgelspel:
Mededelingen kerkeraad
Wij gaan staan
Bemoediging en drempelgebed
Onze hulp in de naam van de Heer,
die hemel en aarde gemaakt heeft
DB, 776 nr. 36
Zingen: Psalm 23:1 (koor), vs. 2 en 3 (allen).
Wij nemen plaats
Schuldbelijdenis:
Omdat U de goede Herder bent, vertrouwen wij aan U toe wat ons dwarszit, maar wij aan niemand anders kunnen vertellen.
Omdat U ons door en door kent, vertrouwen wij aan U toe waarvoor wij ons schamen, gedrag dat niet goed te praten valt, gedrag dat ons vervreemdt van onze omgeving.
Hoewel U ons sinds Mozes hebt voorgehouden en in Jezus hebt voorgeleefd onze naaste lief te hebben, vergeten wij die goede raad voor een goed leven zo vaak; alsof heel de wereld om ons draait; alsof uitgerekend dat gebod van U niet juist uiterst heilzaam is voor een mens, ja voor een hele samenleving.
Als wij Uw licht verduisteren, als wij vrede onmogelijk maken, als wij haten in plaats van beminnen, vergeef ons. Vergeef ons onze kortzichtigheid, ons gebrek aan inzicht en betrouwbaarheid. Breng een mentaliteitsverandering in ons teweeg, zodat wij liefdevoller in het leven staan. Maak dat wij voldoende tijd en aandacht hebben voor mensen die U aan onze zorg toevertrouwt. Maak ook van ons goede herders, opdat het leven voor allen een goed leven zal zijn.
Vergeef ons ons falen en ontferm U over ons, door Jezus Christus onze Heer. Amen.
Als genadeverkondiging zingen: Gezang 436:1 (allen), 2 en 3 (koor), 4 en 5 (allen)
Kinderen naar kinderdienst onder orgelspel
DE SCHRIFTEN
Gezongen groet (DB, 610 nr. 41)
Gebed van de zondag: DB, 466: Gij, die ons t.e.m. elkaar het leven schenken; vervolgens: Gij, die mensen vergeeft t.e.m. die bestendig is; vervolgens DB, 467b: Gij, die ons opricht t.e.m. Amen.
Evangelielezing: Lukas 14:12-14 en Lukas 15:1-10 (lector: John van Baars)
Zingen: gezang 58:1 (koor), 2 (allen), 3 (koor) en 4 (allen)
In elke maatschappij zijn er wel mensen, die een bepaald soort medemensen niet moeten, die mensen het liefst overal van zouden willen uitsluiten, nergens bij zouden willen betrekken. Rond Jezus zijn het met name Farizeeën die zich aan dat hoogmoedige, egocentrische gedrag schuldig maken. Zij verwijten de goede Herder dat Hij veel te lichtzinnig, veel te tolerant is ten aanzien van mensen die geen goede reputatie genieten. Waarom gaat Hij toch met tollenaars, bedelaars en invaliden om? Zulke arme sloebers laat je toch links liggen? Maar Jezus durft zelfs te beweren dat men uitgerekend DIE mensen moet uitnodigen voor een maaltijd en niet alleen maar het vertrouwde kringetje van, dat spreekt vanzelf, keurig nette mensen. Ik zie het al aan mijn tafel zitten. Wat zullen de buren er wel niet van zeggen, als ze zulk volk bij mij over de vloer zien komen? Nee, ik kijk wel uit, zeg.
Kijkt Jezus dan soms niet goed uit? Waarom is Jezus altijd weer net even anders dan je zo graag zou willen? Hij zou zo geliefd kunnen zijn; als Hij maar net zo dacht en handelde al wij. Is dat te veel gevraagd? Gezien Jezus’ reactie blijkbaar wel.
Een GOEDE herder heeft geen moment rust. Hij is voortdurend op zoek. Een goede Herder heeft oog voor wat mis dreigt te gaan. Daarom zoekt de goede Herder bedelaars, lammen en blinden op. Daarom heeft Jezus oog voor mensen waar anderen langs heen kijken, hun neus voor ophalen. Dat is niet omdat Jezus een heilig boontje is, maar omdat Jezus met GODS ogen de wereld in kijkt. Dan zie je niet in de eerste plaats de high society, maar de outcasts, mensen wier leven NIET goed verloopt. Dan heb je vooral oog voor de mislukte kanten van de schepping, niet voor wie geslaagd zijn in het leven; die redden zichzelf wel.
Jezus speelt voortdurend het spelletje ‘Ik zie, Ik zie, wat jij niet ziet’ met Farizeeërs. Die vinden dat helemaal niet leuk, omdat ze zich betrapt voelen, gepakt voelen. Jezus heeft hen door. Hij kijkt dwarsdoor de schijn heen. Dat is pijnlijk en ZEKER niet de bedoeling. Jezus heeft echter andere bedoelingen, betere bedoelingen.
Jezus laat de zwijgende meerderheid in de steek om die ene dissident op te zoeken, die Zijn tijd en aandacht nodig heeft. Dat kan pijnlijk worden, omdat Jezus met een vooruitziende blik dingen ziet, die de zwijgende meerderheid liever niet hoort benoemen, omdat het de gezapige rust ernstig verstoort;
en dat willen we niet. We willen ons straatje schoon houden, geen Lazarussen op de stoep. Lazer op!
Een pijnlijke stilte, die tot nadenken zou kunnen stemmen. Maar DENKT men ook na?
Ziet men, ondanks al die gelijkenissen, dan nog steeds niet wat Jezus ziet, wat God met mensen wil bereiken? Blijkbaar niet, want Hij moet nog een gelijkenis vertellen. Daarin gaat het opnieuw over medemensen waar men op neerkijkt: eerst een herder en nu een vrouw, nog lager volk. Weer provoceert Jezus. ‘Dat wijf’ blijkt een voorbeeldige vrouw te zijn, die WEL iedereen aan tafel uitnodigt, NIET selectief bezig is, omdat zij weet wat het is dankbaar te zijn, dat inspirerende stukje levenskunst diep verstaat. Wie die levenskunst beheerst kan diep kijken, nee, niet om diep op iemand neer te kijken, maar om mensen en situaties diep te doorzien, te doorgronden, wie diep gevallen is op te richten en blij te maken. Opnieuw geleefde vergeving, van harte gegunde vergeving.
Vergeving. Als dat woord valt, halen we opgelucht adem. We zijn weer bij waar we wezen willen: bij de vergeving. Gelukkig hebben WIJ daar ook deel aan. Maar zijn we nu niet even te vlug? Lopen we nu niet voor de muziek vooruit? Zouden we niet eerst, net als die herder en die vrouw, gaan zoeken? Op zoek gaan naar wie WIJ hebben afgeschreven, op zoek gaan naar wie WIJ niet aan tafel uitnodigen. Pas daarna kan er sprake zijn van vergeving; eerder niet. Nu al vergeving ontvangen, voordat je ook maar iets veranderd bent, ook maar iets gedaan hebt, zou te vroeg zijn, een wel erg goedkope vorm van genade zijn. Genade op een koopje, dat gaat zelfs Jezus te ver. Daarom zet Hij ons eerst aan het nadenken. Daarom stuurt Hij ons eerst op speurtocht uit, om mensen op te zoeken aan wie wij, niet toevallig, voorbij kijken, om mensen op te zoeken …. ach, U weet vast wel over wie het gaat. Steek maar een lamp in Uw donkere ziel aan, durf de heilzame confrontatie met die donkere krochten daar gerust aan. De goede Herder weet wat Hij van ons vraagt. De goede Herder zet ons niet voor niets op dit spoor. Ga maar spoorzoeken!
Daar gaan we dan. Op zoek naar wie op ons zitten te wachten, op weg naar wie onze aandacht nodig hebben. Nodig hen maar aan tafel uit! Een opmerkelijke gast aan tafel zal iedereen goed doen, zowel de gast als de gastheer. Nee, niet van dat benepene. Ruimere grenzen stellen, toleranter zijn; net als Jezus. Pas dan zie je meer. Pas dan gaat er een wereld voor je open. Bestaat dit ook nog? Ja, dit bestaat ook nog, dichterbij dan men vaak denkt. Hoe is het mogelijk?
Het onmogelijke wordt mogelijk, als wij doen wat Jezus van ons vraagt. Als Godzoeker Jezus ons diep doorzien heeft, ons diep geraakt heeft, is er meer mogelijk dan U voorheen voor mogelijk hield. Je kunt rond Jezus zelfs Farizeeër af worden, een ander mens worden, al kost dat de nodige inspanning en moeite. ‘Kom vriend, hogerop!’ ‘Zo, zeg Ik U, is er ook blijdschap onder Gods engelen over één zondaar die zich bekeert.’ Amen.
Stilte
Orgelspel
Zingen: Gezang 13 A:1 (koor), 2 (allen), 3 (koor) en 4 (allen)
Gesprek met de kinderen: Vorige week zaterdag, 8 september, is er een kindje geboren, Rebekka van Nigtevecht. Haar ouders, Wyke en Hans, zijn erg blij met hun dochter en haar grootouders natuurlijk ook. Wij feliciteren hen van harte en straks gaat iemand de roos naar Mouterspad 60 brengen. Wie doet dat?
GAVEN EN GEBEDEN
Tijdens de collecten voor diakonie en kerk zingt het koor: Du, Hirte Israels (koormap 670)
U heeft toen U binnenkwam al een flyer gehad, die U herinnert aan zondag 7 oktober – gemeentezondag, de dag waarop U na de kerkdienst samen praat over onze gemeente. In het komende kerkblad leest U er meer over.
Vanmorgen overleed 78 jaar oud Jan Woudsma (Julianastraat). Het tijdstip van begraven is nog niet bekend. Bel daarvoor het PDC.
Wij zingen: gezang 14:1, 2 en 3.
Als slot van de gebeden zingen koor en gemeente het Onze Vader (DB, 705-708 nr. 118)
Goede God, U gaat soms rare wegen met ons en vraagt soms merkwaardige dingen van ons, maar uiteindelijk zijn wij U daarvoor dankbaar. Dankbaar dat U naar ons omziet, dankbaar dat U ons op het goede spoor zet, dankbaar dat wij door U gevonden zijn; niet verloren, maar gevonden en herboren.
Gij zijt goed voor ons. Daar kunnen wij ons alleen maar over verheugen. Daar kunnen wij alleen maar diep dankbaar over zingen.
Goede God, wij denken aan al die medemensen die nog niet zijn opgemerkt, die nog steeds wachten op een medemens die aandacht voor hen heeft. Maak dat er iemand is die naar hen omziet, hun te hulp komt in de nood, opdat het leven ook voor hen een goed leven wordt, zodat mensen tot hun vreugde ontdekken dat er meer is dan eenzaamheid en uitzichtloosheid.
Wees met al die vrouwen, die naarstig naar wegen zoeken om van een habbekrats rond te komen. Vrouwen die in de eerste plaats aan haar kinderen denken, hoe DIE verder moeten. Vrouwen die zich rot werken om haar kinderen te eten te kunnen geven. Vrouwen die voor een habbekrats als gastarbeidster werken om haar kinderen te kunnen laten studeren. Vrouwen op wie zoveel neerkomt, maar die het niet opgeven, blijven zoeken naar wegen om hoe dan ook te overleven. Zie naar haar om in ontferming en open voor haar nieuwe wegen, ongekende mogelijkheden.
Wees met wie herder zijn, hardwerkende mensen die moeten toezien hoe hun beroep uitsterft onder druk van de marktwerking. Mensen die eeuwenlang van vader op zoon herder waren en nu opeens geen toekomst meer zien voor zichzelf, voor hun dorp. Dat is hard. Wees deze mensen nabij en maak dat zij nieuwe wegen vinden waarlangs hun voet kan gaan.
Wees met wie herder en leraar zijn in een kleine gemeente. Dat men verder komt dan in een kringetje ronddraaien en uiteindelijk dol draaien. Dat men niet in routine vervalt, maar creatief blijft. Dat men mensen blijft doorzien, zodat men kan blijven troosten.
Wees met wie als herder en leraar een kerk moeten leiden. Dat zij creatief, vol inspiratie met vreugde hun werk kunnen verrichten, dat zij de ruimte krijgen om nieuw beleid te ontwikkelen, tot heil van Gods volk.
Wees met kinderen die te vroeg op zoek moeten in hun leven, omdat zij er alleen voor staan, nu een van de ouders is weggevallen. Dat zij de juiste wegen vinden om te gaan, niet versagen, maar voldoende doorzettingsvermogen hebben om iets goeds van het leven te kunnen maken. Dat zij troost ervaren in hun leven en geborgenheid. En maak dat wij oog voor hen hebben; hun dat extra stukje hulp en aandacht bieden dat zij zo nodig hebben.
Ontferm U over mensen wier leven opeens ingrijpend veranderd is nu zij weten dat zij ernstig ziek zijn. Sta hen bij in hun angst en verdriet. Geef hun rust, wijsheid en vertrouwen, zodat er meer in hun leven is dan paniek en zorgen en zij ervaren dat men ondanks zoveel onheil ook goede dagen kan hebben, dagen die men dankbaar aanvaart als een geschenk uit Uw hand.
Die ons opzoekt, wie wij ook zijn, naar ons luistert, hoor ons gebed.
Wij gaan staan
Zingen (staande): gezang 168:1 (koor), 2 (allen), 3 (koor), 4 (allen), 5 (koor) en 6 (allen)
Gezongen zegen (GvL, 344)